"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De verlichte middeleeuwen

Maandag, 13 februari, 2023

Geschreven door: Seb Falk
Artikel door: Quis leget haec?

Het is een ontdekkingsreis door de middeleeuwse wetenschap

[Recensie] U kent natuurlijk de term ‘de donkere middeleeuwen’. Dat lijkt een door ons bedachte term om een periode vol geweld, ziektes en andere ellende aan te duiden en het was ook niet altijd aangenaam toeven in die tijd, maar als het gaat om kennis en wetenschap, dan kunnen we dat begrip gerust omzetten en dat is wat Seb Falk doet met De Verlichte Middeleeuwen. Het is een ontdekkingsreis door de middeleeuwse wetenschap, zo zegt de ondertitel, en dat was een aspect wat gerust onderbelicht was in de boeken die ik tot nu toe over dit tijdperk las.

Het begint met de wetenschapper Derek Price, die in 1951 in de bibliotheek van Cambridge een manuscript ontdekt dat ‘aanwijzingen voor de vervaardiging van een astrolabium’ bevat. Een astrolabium is een instrument om de banen en posities van planeten en vaste sterren te bepalen. Omdat Price het woord ‘chauc’ in dat manuscript herleidde tot ‘Chaucer’, als in Geoffry Chaucer, de schrijver van de Canterbury Tales, vond hij dat een ontdekking van formaat, hoewel hij wist dat diezelfde Chaucer al een handleiding had geschreven dat Treatise on the Astrolabe heette.

Lang verhaal kort, het manuscript (dat de naam Equatorie of the Planetis kreeg) bleek toch van een monnik, broeder Johannes Westwyk. Falk gebruikt deze monnik en zijn reizen om het verhaal van de middeleeuwse wetenschap aan ons te vertellen. Dat doet hij in 346 pagina’s en ik waarschuw maar vast, daar moet u soms aardig het hoofd bij houden.

Mechanische klokken
Het begint nog allemaal overzichtelijk met een hoofdstuk over tijdrekenkunde. Toen er nog geen mechanische klokken waren moesten monniken toch iets bedenken om op tijd op te staan voor hun gebeden en daar gebruikten ze een waterklok voor. Rond 1300 begon echter de uurwerkrevolutie en Falk noemt de mechanische klok meteen de belangrijkste uitvinding uit de middeleeuwen. De uren werden toen gelijkgeschakeld, want ‘ongelijke uren’ waren nog gangbaar. In de zomer waren de twaalf dag-uren langer dan de twaalf nacht-uren en in de winter was dat omgekeerd. Natuurlijk komen in de rekenkunde de ‘oude’ Romeinse cijfers voor, maar werden de nieuwe Arabisch-Indische cijfers al snel omarmd. Als u even oplet leert u zelfs hoe u tot duizend kunt tellen op één hand. Die nieuwe cijfers bereikten al snel alle verhandelingen over rekenkunde – door middeleeuwse vertalers aangeduid als algorismus als eerbetoon aan Musa al-Khwarizmi, een negende-eeuwse geleerde uit Centraal-Azië. Ons woord ‘algoritme’ is nog aan hem ontleend.

Boekenkrant

Van al die rekenkunde is het dus een kleine stap naar astronomie en alles wat daarmee samenhangt. De mythe dat men in de middeleeuwen dacht dat de aarde plat was kan overboord, want de Griekse filosoof Eratosthenes wist al een vrij nauwkeurige schatting van de omtrek van de aarde te maken. Falk legt nauwkeurig uit hoe hij dat aanpakte. De middeleeuwse wetenschappers borduurden dus voort op kennis die terugging tot de oude Grieken. Daarbij werden instrumenten ontwikkeld om de baan en posities van sterren en planeten te bepalen zoals genoemd astrolabium, een armillarium of een torketum. We komen zelfs uit bij een albion, een planetaire supercomputer uit die tijd, die alle beschikbare functies in zich verenigde. Onbekende termen? Falk legt het u haarfijn uit en hij weet zelf ook wel dat hij gedetailleerd is:

“Lezers wie het na deze laatste twee alinea’s is gaan duizelen verkeren in goed gezelschap. Mensen hebben altijd grote moeite gehad met driedimensionaal denken. Daarom waren armillaria zo nuttig. Het probleem was dat ze ook buitengewoon lastig te maken en dus duur waren.”

Koperen ringen
Waarbij een armillarium weer een model is in een sferische kooi van een globe met koperen ringen om de kosmos uit te beelden. Als daar dan de snarentabellen van Ptolemaeus nog bijgehaald worden die in de middeleeuwen nog steeds als trigonometrische tabellen worden gebruikt werken mijn hersenen op volle toeren om het bij te benen (met mijn Alpha-achtergrond). Toch vind ik het razend interessant om te lezen. Het blijkt dat al die moeite om kennis te vergaren van de astronomie én de astrologie (wat nu als een pseudo-wetenschap wordt beschouwd maar toen serieus werd beoefend) belangrijk was voor navigatie op land, op zee maar ook bijvoorbeeld voor de geneeskunde. Falk maakt dat hier duidelijk:

“Het idee dat de mens, bestaand uit elementaire materie, een micro-kosmos en dus een afspiegeling van het heelal was, manifesteerde zich het duidelijkst in de geneeskunde. Ieder lichaamsdeel van hoofd tot voeten werd geregeerd door een zodiakteken, van Ram tot Vissen. ‘Een arts kan niet genezen,’ schreef Robertus Angelicus in zijn commentaar op Sacrobosco’s De Sphaera Mundi, ‘als hij de oorzaak van de ziekte niet kent. En die oorzaak kan niet worden gekend als de beweging en de positie van de hemellichamen niet worden begrepen.”

Wij kijken daar iets anders tegenaan nu maar het belang van de ontwikkelingen in die tijd is onmiskenbaar. De monnik Johannes Westwyk neemt deel aan een kruistocht waar navigatie en geneeskunde uitgebreid aan bod komen. Hij zal later, na terugkomst, nog een belangrijk astronomisch werk schrijven, zijn Traktaat over het Equatorium. Met dit planetaire instrument kon men de positie van planeten in een paar minuten bepalen. Falk legt geduldig de stappen uit hoe je met zo’n equatorium de astronomische lengte van een planeet bepaalt. Voor een complete horoscoop zou je dat met iedere planeet moeten doen maar hij verwijst meteen naar een website waar u dat fijn zelf kunt uitproberen.

Het is een zeer interessant boek dat helder de lijnen uitzet van de klassieke en Arabische werken en geleerden die in de middeleeuwen werden vertaald. Universiteiten werden opgericht en theorieën over astronomie en astrologie werden verfijnd. Er werden klokken ontworpen en vraagtekens gezet bij de gebruikte kalenders. Arabisch-Indische cijfers werden omarmd en men experimenteerde met geneesmiddelen uit de hele wereld. Wiskunde, navigatie en zelfs alchemie zorgden voor technieken die we nog steeds gebruiken. Het komt allemaal aan bod. Is het een lastig boek? Ja, soms wel maar een beetje inspanning voor zo’n boek is niets vergeleken met de inspanningen die men in het verleden heeft gedaan om alles te doorgronden. Om met Isaac Newton te spreken, “we staan op de schouders van reuzen”.

Eerder verschenen op Quis leget haec?