"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De verstotene

Vrijdag, 15 december, 2006

Geschreven door: Naima El Bezaz
Artikel door: Henk Bergman

Ongelovige, pas op uw zaak

Ik zal het maar meteen zeggen: ik moet niets van de islam hebben. Van geen enkele godsdienst trouwens, maar de islam is de laatste jaren iets te nadrukkelijk aanwezig om niet als eerste mijn pijlen van ongenoegen te mogen ontvangen. De manier waarop de islam zich aan ons toont – seksistisch, antisemitisch, gewelddadig en vervelend slachtofferachtig – is helemaal onverdraaglijk voor iemand die (zoals ik) geboren is in 1947 en die tot z’n dertigste in Amsterdam heeft gewoond. Amsterdam, waar we in de jaren zestig leuke tijden beleefden met het huwelijk, Provo en nog wat andere ongeregeldheden. Ik ben helemaal geen kritiekloos adept van de sixties, verre van dat zelfs, maar we zijn die jaren toch op z’n minst enige dank verschuldigd voor het ontmaskeren van valse autoriteit, het normaliseren van de betrekkingen tussen mannen en vrouwen en het een toontje lager doen zingen van meneer pastoor. Veertig jaar later worden we op eigen terrein geconfronteerd met een zwarte reactie.

De verstotene van Naima El Bezaz gaat over een vrouw die de verstikkende invloed van de islam aan den lijve heeft ondervonden. Het is het verhaal van de in Amsterdam opgegroeide Mina – die nu Amelie heet. Ze is van Marokkaanse komaf. Haar ouders zijn ooit naar Nederland gekomen, maar van integratie willen ze niets weten. Vaak wordt op dat soort vrouwen het etiket ‘gevangen tussen twee culturen’ geplakt. Maar dat geldt niet voor Amelie: die is er aardig in geslaagd zich van haar ouderlijk milieu los te maken. Aan het begin van het verhaal treffen we haar aan in New York, waar ze met haar Nederlandse vriend Mart een weekje vakantie doorbrengt. Het wordt helaas geen vrolijk verblijf, want Mart maakt na drie dagen een eind aan hun relatie. Dan worden we al geconfronteerd met het feit dat Amelie een ware vertegenwoordigster van de westerse maatschappij is. Neem haar woordkeus. Ze reageert op het feit dat ze gedumpt wordt met zinnen als: ‘Lul! Waarom ben je niet mans genoeg om te zeggen dat jij er de ballen niet voor hebt?’ Is dat niet het typerende taalgebruik van zo’n moderne Amsterdamse dertigster?

Trouwens, ook op andere gebieden doet Amelie goed mee. Ze heeft een aardige baan bij een soort congresorganisatiebureau, waar haar talenten een kans krijgen. Daarnaast geniet ze met overgave van de vrijheid die onze cultuur biedt. Daar horen ook alcohol en seks bij: voor een moslimvrouw uiteraard besmette gebieden. Maar Amelie houdt van een stevige whisky en ze doet het met verschillende mannen – en zelfs een keer met een vrouwelijke collega. Wat een verschil met het benepen wereldje waarin ze is opgegroeid. Een vader die in zo’n soepjurk rondloopt en die voor zijn gerief een tweede vrouw uit Marokko heeft laten overkomen. Een moeder die als reactie daarop als een waanzinnige haar geloof gaat belijden (inclusief het dragen van allesbedekkende kleding) en die als gevolg daarvan haar dochter geen enkele bewegingsvrijheid meer gunt. Thuis worden de hele dag preken van imams afgespeeld, waarin het westen tot op het bod wordt verdoemd. Aanvankelijk beperkt de moeder zich nog tot het klein houden van haar rebellerende dochter (‘Jij bent niet geboren voor uitzonderlijke prestaties’), later wordt het pure verstoting. Amelie heeft ook weinig te verwachten van haar jongere zuster Sanaa, die zich wél conformeert aan de Marokkaanse waarden en normen.

Na de onaangename ervaring met Mart heeft Amelie zich ziek gemeld en komt ze in een periode van lethargie terecht. De gesprekken met een vrouwelijke psycholoog die ze op kosten van haar baas mag voeren helpen ook niet echt. Dan gaat ze een avond stappen en ontmoet ze de joodse man Samuel. Ze wordt verliefd op hem en raakt zwanger van die ene keer dat ze het zonder condoom doen. Maar Samuel is een man van de one night stand. Als ze hem van haar zwangerschap en zijn aankomend vaderschap op de hoogte stelt barst hij in lachen uit en werkt haar in no time de deur uit. Wat denkt ze wel: dat hij als jood met een moslim een kind gaat opvoeden? Never.

Boekenkrant

Dat is in grote lijnen het verhaal van De verstotene. Inderdaad, een licht draakgehalte is het boek niet vreemd. Maar ik doe Naima El Bezaz tekort als ik het bij die constatering zou laten. Haar centrale boodschap – religie leidt tot geestelijke slavernij en maakt van mensen initiatiefloze meelopers – is me daarvoor ook te dierbaar. En die boodschap brengt ze met verve. Een meesterwerkje is De verstotene echter bepaald niet. De meeste personages blijven nogal vlak: de hufterige baas, de manipulerende collega, de seksbeluste vriendin, het zich conformerende zusje. Alleen Amelie zelf krijgt meer inhoud. Ik moet wel zeggen dat het tweede deel van het boek aanzienlijk beter is dan het eerste. Zeker de beginhoofdstukken zijn een (soms ergerlijke) aaneenrijging van ik-zinnen. Maar hoe verder het verhaal gaat, hoe beter Naima El Bezaz erin komt. Haar beschrijving in een pagina of acht van wat er gebeurt wanneer ze als 18-jarige een opstel over haar twijfels schrijft dat haar zowel op een aanranding als op slaag van haar vader komt te staan, zal ik niet gauw vergeten. Het is een mooie samenvatting van de roman als geheel. Wie de laatste pagina omslaat weet het weer precies: ongelovige, pas op uw zaak.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

In dienst bij de duivel

Het gelukssyndroom

De verstotene