"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Vesuvius in vlammen: Brieven aan Tacitus

Woensdag, 4 april, 2018

Geschreven door: Plinius
Artikel door: Vera Weterings

Ooggetuige van ’79

[Recensie] “Asregen intussen, maar nog licht. Ik kijk over mijn schouder. Een dichte, zwarte mist die dreigend boven de grond hangt en uitrolt als een vloedgolf, direct achter ons aan.” (p. 55)

Zo schrijft Plinius de Jongere in zijn tweede brief over de uitbarsting van de Vesuvius aan Tacitus. De Romeinse schrijver Gaius Plinius Secundus Minor, beter bekend als Plinius de Jongere (ca. 62 – ca. 113) was een rijke Romein uit de tijd van keizers Domitianus, Nerva en Trajanus. Van zijn hand is een grote verzameling brieven bij elkaar gebracht, die hoewel Plinius de indruk wekt dat dit niet zo is, waarschijnlijk zorgvuldig zijn geselecteerd en bewerkt. Hij publiceerde de in totaal 247 brieven in negen opeenvolgende boeken, de Verzamelde brieven. Samen vormen de brieven als het ware een portret van Plinius, ze bieden een bont en afwisselend beeld van de activiteiten en relaties van deze Romein in de bredere context van zijn tijd en de Romeinse cultuur rond het jaar 100.

“Hoe je de brieven ook leest, ze leveren in elk geval een kleurrijk en veelzijdig portret op van Plinius als mens, redenaar en rijke Romein.” (p. 12)

Schrijven Magazine

Vertaler en classicus Vincent Hunink vertaalde een selectie brieven van Plinius voor zijn boek Plinius. De Vesuvius in vlammen. Brieven aan Tacitus. Hunink vertaalde al eerder zeer goed ontvangen antieke geschriften, waaronder In moerassen & donkere wouden. De Romeinen in Germanië (2015) en Het leven van Agricola. De Romeinen in Brittannië (2016) allebei van Tacitus. In de inleiding van zijn vertaling van Plinius vertelt hij over de brieven van Plinius en de technieken die hij gebruikte. Eén van zijn favoriete technieken was volgens Hunink het onder de aandacht brengen van zijn eigen leven en werk door de aandacht op iets of iemand anders te trekken.  Plinius gebruikte graag belangwekkende onderwerpen en grote namen om zichzelf op een of andere manier mee te verbinden en zo als het ware mee te liften op de roem ervan. De opvallendste naam die in de brieven naar voren komt is die van historicus Tacitius. Publius Cornelius Tacitus (ca. 56-117) staat bekend als de grootste Romeinse geschiedschrijver uit de Oudheid en is vooral bekend om zijn geschiedwerken Historiën (over de jaren na 69) en Annalen (over de jaren van 14 tot 66). Ook in zijn eigen tijd was Tacitus’  roem groot, zo blijkt uit de brieven van Plinius.

Plinius richtte maar liefst elf brieven aan Tacitus, die heeft Hunink vertaald en gebundeld in een fraaie publicatie. Glansstuk in de correspondentie zijn de twee lange brieven waarin Plinius de spectaculaire uitbarsting van de Vesuvius in 79 aan Tacitus beschrijft. Als ooggetuige schreef hij twee prachtige, gedetailleerde brieven op verzoek van Tacitus. Hieronder een citaat uit de eerste brief over de uitbarsting van de Vesuvius.

“Dan verschijnen er vlammen, voorafgegaan door die typische geur van zwavel, en iedereen slaat op de vlucht.” (p. 49)

Mooie toevoeging aan de vertaling zijn de noten die Hunink achter elke brief toevoegt. Hier kan Hunink achtergrondinformatie kwijt over de personen, gebeurtenissen en locaties die in de brieven worden beschreven en kan hij ook ingaan op specifieke uitspraken die Plinius doet. Zo trekt Hunink in de tweede brief over de Vesuvius in twijfel of Plinius de brief daadwerkelijk schreef op verzoek van Tacitus zoals hij zelf schrijft. Hunink geeft aan dat dit in geen enkele andere bron is terug te vinden. De combinatie van een vertaling met noten zorgt ervoor dat Hunink toch op zeer beknopte wijze de nodige achtergrondinformatie aan de lezer mee kan geven.

In zijn inleiding noemt Hunink de elf brieven aan Tacitus een soort Verzamelde brieven van Plinius in het klein en zo is het ook eigenlijk. De brieven zijn doorspekt met relaties en sociale aspecten. Ze gaan over alledaagse dingen en grootse gebeurtenissen, waarbij de teksten dan licht en speels en soms ernstig zijn, met altijd een persoonlijke noot.

“Zo zijn de teksten van alles tegelijk: informatieve bronnen over de Romeinse wereld, de weerslag van persoonlijke relaties tussen mannen uit de senatoriale elite, en bovenal een getuigenis van de eeuwige kracht van literatuur.” (p. 21-22)

Al met al is Huninks vertaling van de brieven van Plinius een buitengewoon geslaagde bloemlezing geworden. Het boekje is niet alleen zeer lezenswaardig voor de classicus, maar voor een zeer gevarieerd publiek. Geschiedenisliefhebbers zullen genieten van de Romeinse wereld die met Plinius’ woorden tot leven wordt gewekt, vulkanologen zullen de Vesuvius-brieven met veel interesse lezen en literatuurhistorici kunnen hun hart ophalen aan de brieven waar Plinius spreekt over retorische en stilistische principes.

Eerder verschenen op Hereditas Nexus

Boeken van deze Auteur:

Mijn landhuizen

Mijn landhuizen

De Vesuvius in vlammen: Brieven aan Tacitus