"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Walrus

Woensdag, 14 november, 2007

Geschreven door: Bregje Bleeker
Artikel door: Rachel Levy

Literatuur of letters?

In september gaf Bertram Mourits, redacteur van Uitgeverij Contact, in het Cultureel Supplement van het NRC Handelsblad de voorzet voor een debat over de aard van de moderne literatuur. Mourits betoogde dat waar literatuur vroeger aan minimale eisen moest voldoen, tegenwoordig vrijwel alles wat in kaftvorm verschijnt tot literatuur wordt bestempeld. Sterker nog – ook literaire uitgeverij zouden genres die vroeger nooit als literair doorgingen, uitgeven en ook als literair promoten.

Mourits kreeg een golf kritiek over zich heen, niet in de laatste plaats omdat men het ongepast vond dat een redacteur van een uitgeverij zich beschouwend en analyserend uitliet over de Nederlandse literatuur.

De Walrus van Bregje Bleeker (1970) is een van de vele boeken die Mourits’ betoog krachtig ondersteunen. Bleeker bewijst dat een verzameling van 174 pagina’s absoluut vlot leesbare zinnen over een potentieel interessant onderwerp niet automatisch literatuur is. Wat het dan wel is, is eveneens onduidelijk.

Hoofdpersoon van De Walrus is Bibi van Amstel, een jonge vrouw. Het boek begint met de ontmoeting tussen haar en een Cubaan, Jacinto Rodriques, met wie ze een kortstondige en vooral oppervlakkige relatie heeft. Drank, veel geld uitgeven aan hotels, restaurants, en het voeren van onduidelijke zaken via de telefoon lijken het leven van Rodriques te bepalen. Bibi heeft ons dan al verteld dat Rodriques grote gelijkenissen vertoont met de Walrus, die ze eerder heeft ontmoet. Dan verdwijnt Rodriques onverwacht uit Bibi’s leven.

Daarna leren we Bibi kennen: een meisje uit een nette familie in Amsterdam-Zuid, die moeite heeft te voldoen aan de verwachtingen van haar ouders om het maximale te geven aan haar schoolwerk en buitenschoolse activiteiten. In plaats daarvan zoekt ze naar meer, en vooral naar het ongewone. Verder krijgen we nog te horen dat haar moeder gaat dementeren en naar een tehuis wordt gebracht als Bibi een tiener is.

Het leeuwendeel van het boek, dat nu volgt, beschrijft de relatie tussen Bibi en de Walrus, een man vergelijkbaar met Rodriques. Net als Rodriques is hij het die het contact met haar aangaat en zo komen ze in een relatie terecht: de Walrus, een man van middelbare leeftijd met een bierbuik, en Bibi, destijds negentien jaar.

Terwijl Bibi enerzijds haar normale studentenleven voortzet, ontvouwt zich tegelijkertijd hun relatie. Die bestaat uit erg verliefd zijn en doen (giechelend en handjes vasthoudend in restaurants), op tal van manieren overdadig geld uitgeven (kleding, reizen, hotels, huizen) en duistere zaken in Amsterdam. De lezer vermoedt al wanneer Bibi Rodriques ontmoet dat de Walrus in drugs zit – maar voor Bibi duurt het tot lange tijd na haar ontmoeting met de Walrus voordat ze dit in de gaten heeft.

Net als de Cubaan verdwijnt ook de Walrus uit haar leven, geheel onverwacht. Bibi zet haar gewone leven voort, wordt een nette bedrijfswerknemer en ontmoet daar, tegen het einde van het boek, de man met wie ze haar leven gaat delen. Een gewone, nette, hoogopgeleide man – precies zoals de Walrus altijd had voorspeld, en precies zoals haar ouders altijd voor haar hadden gewild.

Verrassend in het verhaal van De Walrus, dat volgens Bleeker zelf enigszins autobiografisch is, is er weinig. Bibi is een oninteressante figuur, en ook de Walrus zelf heeft weinig waardoor we hem willen leren kennen. Zowel qua karakter als qua achtergrond – drugshandel – is hij simpelweg niet zo opzienbarend. Het relaas over de hasjwereld is al even saai. Wat verwacht Bleeker hier nu precies – dat we staan te watertanden om eindelijk te horen hoe het in die vermeend spannende drugsscene eraan toe gaat? In een interview met Het Parool van 25 augustus 2007 zei Bleeker het zelf al: er gebeurt eigenlijk vrij weinig in haar boek.

Hierin komen we waarschijnlijk bij de kern van het probleem van dit boek. Een spannend decor of een curieuze relatie tussen een mooie studente en een onaantrekkelijke dikzak van middelbare leeftijd uit twee ogenschijnlijk onverenigbare levens zijn onvoldoende om een boek tot een volwaardig boek te maken.

Literatuur is uiteindelijk een poging om op een waardevolle manier – mooi van taal en interessant van uitgangspunt of gedachte – iets over het leven en de mens te zeggen. Een goed schrijver heeft daar geen drugsscene voor nodig, maar kan dat zelfs wanneer het verhaal zich afspeelt in een saaie gevangeniscel van twee bij twee meter.

De stijl van Bleekers boek is echter al even weinig opzienbarend als het verhaal. De tekst leest vlot, maar als we in Nederland genoegen nemen met boeken die niet meer zijn dan een aaneenrijging van vlot te lezen woorden, dan lijkt het inderdaad niet goed met de literatuur gesteld.

Het eigen leven is vaak een belangrijke inspiratiebron voor beginnende schrijvers: wat je zelf hebt beleefd, kun je vaak het meest treffend beschrijven. Maar het is uiteindelijk aan een uitgever – die afstand van het persoonlijke verhaal heeft – om te beslissen of dat particuliere, eigen leven, het persoonlijke zodanig overstijgt dat het zowel qua inhoud als qua stijl voor een groter publiek interessant is.

Een dergelijke afweging lijkt bij debutant Bleeker onvoldoende te zijn gemaakt, en bevestigt in die zin dan ook de kritiek van Uitgeverij Contact-redacteur Mourits op de Nederlandse uitgeverij-wereld.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.