"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De wand

Vrijdag, 9 juli, 2021

Geschreven door: Marlen Haushofer
Artikel door: Anke Cuijpers

Deze klassieker is actueler dan ooit

[Recensie] De wand van Marlen Haushofer is een literatuurklassieker. Geschreven in 1963 bevat dit verhaal het vermogen iets wezenlijks over de huidige tijd te zeggen. Die immense doorzichtige wand uit de titel is er op een ochtend en snijdt een dal in de Alpen af van de rest van de wereld. Een complete transformatie van de wereld. Vergelijkbaar met hoe het coronavirus van het ene op het andere moment een nieuw normaal veroorzaakte. In deze goed verzorgde uitgave van uitgeverij Orlando is als extra een voorwoord opgenomen van Marja Pruis, dat niet te veel prijs geeft van de plot, maar wel een diepere en bredere duiding van de roman biedt, en de schrijfster die Marlen Haushofer was.

Isolatie

De naamloze vertelster van dit verhaal logeert bij vrienden in hun jachthut in de Alpen. Als ze de volgende ochtend wakker wordt, merkt ze dat het bevriende echtpaar niet thuis is gekomen van hun bezoek aan het dorp. Zodra ze op onderzoek uitgaat stoot ze even verderop tegen een doorzichtige wand. Aan de andere kant van de wand leeft alleen de flora nog. Een oude boer, een paar koeien: als versteend zijn ze te zien achter de wand. Na een storm blijkt dat zelfs een lawine van afgebroken takken en gesteente die wand niet stuk krijgt. Ze begint haar verslag te schrijven nadat ze tweeëneenhalf jaar in die geïsoleerde toestand heeft doorgebracht. Narratief een bijzonder goede vondst, want de vooruitwijzingen waar ze mee strooit verhogen de spanning. Het vergt wilskracht niet door te bladeren naar de laatste bladzijde om te lezen hoe het afloopt.

Het verhaal leest in dit tijdsbestek beslist anders dan toen het geschreven werd, gewend als we zijn geraakt aan plexiglazen schermen en verlaten wegen. Ook de glijdende schaal van onderprikkeling is herkenbaarder geworden. Ze leeft in gezelschap van slechts een hond, een paar katten en een koe. Zelfs de tijd verdwijnt op een gegeven moment, omdat de wekker en de horloge het begeven. Alleen de seizoenen en de weersgesteldheid zijn op dat moment nog belangrijk.

Boekenkrant

De vertelster heeft in de jachthut veel voorhanden om te overleven, aangezien haar gastheer beducht was voor een plotselinge ramp. De behoefte aan schuilkelders en hamsteren, zo vlak na de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog volop woedend, is begrijpelijk. En de hamsterwoede zelfs weer zeer herkenbaar. De roman lijkt vooral geschreven vanuit een reactie op die oorlogszucht en (dreigende) vernietiging. Gaandeweg noteert ze dat de wand volgens haar ontstaan is doordat ‘de anderen,’ die geen liefde kunnen voelen, altijd de overhand hadden:

“Liefhebben en voor een ander wezen zorgen is een uiterst moeizame zaak en veel moeilijker dan doden en vernietigen. Een kind grootbrengen duurt twintig jaar, het doden tien seconden.”

Het vrouwelijke als oerkracht

Meermaals schrijft de vertelster dat liefde de dingen verandert. Wat haar al die tijd in leven houdt is het zorgen voor de dieren en de planten, de koe die bevrucht wordt en zo nieuw leven, en voedzame melk, geeft. Het feminiene motief blijkt ook uit de onvrede die ze voelt over alle dingen die ze in haar bestaan geleerd heeft, maar vooral niet geleerd heeft.

“Als ik nu aan de vrouw denk die ik eens ben geweest, die vrouw met dat onderkinnetje, die vreselijk haar best deed om er jonger uit te zien dan ze was, dan voel ik weinig sympathie voor haar. Maar ik wil niet te hard over haar oordelen. Ze heeft immers nooit de kans gehad bewust vorm te geven aan haar leven.”

Transformatie

Zodra ze in de spiegel kijkt, ziet ze een vrouw met een verdriet in de spiegel. Zo beschrijft ze zichzelf. Wie is die vrouw, denkt ze. Welk verdriet? Afgezonderd en getransformeerd tot een wezen dat op overleven is ingesteld, herkent ze zich meer in het gespin van de kat dan in de spiegel. Haushofer beschrijft die transformatie met veel inlevingsvermogen en aan de hand van nauwgezet weergegeven handelingen. Het wachten op redding verandert in een autarkisch bestaan. Aanpassingsvermogen als reddingsboei. Is bij Ovidius de witte raaf een vogel die transformeert vanwege zijn roddelzieke gedrag, als een vorm van straf, bij Haushofer is de witte raaf een uitweg uit de eenzaamheid. De vertelster, aangewezen op zichzelf, verandert in een krachtige en liefdevolle hoedster van wie aan haar zorgen is overgeleverd.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

Hemel die nergens ophoudt