"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Weergekeerde Bloem

Vrijdag, 12 mei, 2017

Geschreven door: Wessel te Gussinklo
Artikel door: Just Houben

Plagiaat van een niet geschreven boek

[Recensie] De wereld vangen, dat is wat de schrijver wil. Woorden vinden voor het onzegbare. Maar hoe doe je dat? Voor die vraag ziet schrijver in spe Hajé Gerritsen zich geplaatst in De Weergekeerde Bloem, de nieuwe roman van Wessel te Gusskinklo. Tobbend wacht hij op het moment van inspiratie dat hem de woorden ingeeft, de zogeheten weergekeerde bloem. Deze term verwijst naar het stadium in het Japanse Noh-theater waarop de waarheid zich aan de acteur openbaart en hij deze kan uitbeelden.

In 2014 kwam Wessel te Gussinklo (1941) na dertien jaar weer met een roman, het lovend ontvangen Zeer helder licht. Deze roman ging over Wander, schrijver in wording, en zijn liefde voor de veel jongere Hanna. Bij Wander lukte het allemaal net niet: de relatie met Hanna liep al snel op niets uit, hij werd niet geaccepteerd in het welgestelde milieu van zijn schoonouders en met schrijven wilde het ook al niet vlotten. Qua thematiek heeft De Weergekeerde Bloem veel weg van zijn voorganger. Maar in plaats van een grote liefde draait het in Te Gussinklo’s nieuwe roman om vriendschap.

Bestolen

Hajé, eind twintig, geschiedenisstudent, heeft alles opzij gezet om zich aan het schrijven te wijden. Een veelbelovend hoofdstuk van een roman heeft hij gepubliceerd in een literair tijdschrift, maar sindsdien lukt het hem niet meer. Met die roman is het niets geworden en met nieuwe verhalen loopt hij ook steeds vast. Meer en meer wordt hij een café-literator die eindeloos over het schrijven kan praten, maar geen letter op papier krijgt. Een toevallige ontmoeting met de jongere Marcel leidt tot een hechte vriendschap. Uren kunnen ze over literatuur praten – ook Marcel heeft ambities in die richting – en dat lijkt Hajé’s creatieve impasse te doorbreken. Hajé praat, legt uit, doceert, alsof hij al een heel oeuvre geschreven heeft, Marcel luistert en neemt alles in zich op.

Maar de aard van de vriendschap verandert door het meisje Lisette; eerst alleen huisgenoot van Marcel, later ook zijn vriendin. Aanvankelijk beklaagt Marcel zich bij zijn vriend, maar al snel neemt hij afstand van Hajé. En terwijl deze laatste blijft tobben, schrijft Marcel een roman die bij een prestigieuze uitgeverij gepubliceerd wordt. De jaloezie van Hajé wordt alleen maar groter als hij erachter komt dat de roman van zijn vriend wel erg veel lijkt op het verhaal waar hijzelf mee bezig is en waarover hij zo vaak gesproken heeft. Het pijnlijkst is nog wel dat Hajé ook inziet dat het een goede roman is. Marcel heeft wel de woorden gevonden om te zeggen waar Hajé zo mee worstelt. Kun je van plagiaat spreken als iets nog niet op papier staat? Hoe dan ook voelt Hajé zich bestolen:

“En míjn ideeën, míjn thema’s, een beetje zelfs mijn verhaal… – en niet door mij opgeschreven dat verhaal; ik die steeds piekerde en nadacht hoe ik de stroom die schrijven was weer op gang moest brengen, maar geschreven door hem, Marcel, losjes opschrijvend wat hem inviel, wat hij voor zich zag, de verhalen die hij hoorde, maar vooral opschrijvend wat hij gehoord had terwijl we wandelden en praatten, maar in argeloosheid opgeschreven kon je wel zeggen, zonder na te denken.”

Buitenstaander

Behalve een roman over vriendschap en het einde daarvan, is De Weergekeerde Bloem ook een portret van de literaire wereld in de jaren zeventig; een wereld overigens waarin de fictieve namen gemakkelijk te herleiden zijn tot de echte waarop ze gebaseerd zijn. De boekpresentatie van Marcel bij uitgever Jacques Polet (Polak) en de aansluitende borrel op een sociëteit (De Kring) na afloop zijn beschreven met een pijnlijke humor die ook de twee temperamenten van de jongens duidelijk maken. Marcel de handige jongen die zich de juiste houding aanmeet en met de juiste vriendjes; Hajé trouw aan zijn hooggestemde verwachtingen van literatuur, compromisloos, maar tegelijk blind voor de gevolgen van zijn handelen. En daarmee blijft hij een buitenstaander die niet toegelaten wordt tot de wereld waar hij zo graag deel van wil uitmaken.

Mooi zet Te Gussinklo Hajé’s onvermogen neer in het contrast tussen zijn daden en de vele oraties over de aard en het wezen van literatuur. Het gepieker komt ook terug in de stijl. De taal van Te Gussinklo kronkelt en meandert mee met de gedachten van Hajé. We lezen zijn gedachten met veel ‘ach ach’, ‘zo zo’ en ‘tja tja’. Op eenzelfde manier ontwikkelt het verhaal zich. Wat aanvankelijk rechtlijnig lijkt, blijkt later toch net iets anders te lopen. Het is hierin dat Te Gussinklo de vriendschap goed weet weer te geven. De kortzichtigheid en hooghartigheid van Hajé maken hem aan het begin een weinig sympathiek personage, maar gaandeweg moet je je toch ook gaan afvragen wat voor type Marcel is.

Hoe verder het verhaal vordert hoe meer mededogen je ook moet krijgen met beide personages. Steeds wanhopiger worden Hajé’s pogingen om de mislukking te overkomen. Maar een debuut is nog geen garantie voor een succesvol schrijverschap. En dan is er ook nog altijd het meisje Lisette. Fraai wordt het allemaal niet. Het maakt De Weergekeerde Bloem tot een prachtige en met humor geschreven roman over vriendschap, verraad en de verlammende werking die het streven naar perfectie kan hebben. Het vangen van de waarheid achter de woorden, dat is niet alleen wat Hajé probeert, het is ook wat Wessel te Gussinklo beoogt. En daarin slaagt. Hij wel.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: