"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De weg naar onvrijheid

Zondag, 8 december, 2019

Geschreven door: Timothy Snyder, Willem van Paassen
Artikel door: Florian Jacobs

Eeuwig gevaar

[Recensie] Voor wie het nog niet wist: het einde van de geschiedenis, waarvan sommigen dachten dat het was ingegaan met de val van de Sovjet-Unie in 1991, is voorbij. We leven niet in een ‘posthistoire’; anno 2018 bevinden we ons nog volop in het midden van de geschiedenis. Met De weg naar onvrijheid levert Timothy Snyder een verbluffende analyse van de huidige politieke situatie in Rusland, Amerika en de Europese Unie. Een onontkoombaar, verschrikkelijk goed geschreven boek voor iedereen die in een moderne democratie leeft of denkt te leven.

De historicus als filosoof

Timothy Snyder is hoogleraar geschiedenis aan Yale University en veelvoudig gelauwerd auteur van boeken over de moderne geschiedenis. Zijn bloedstollende geschiedenis van de gebieden die zuchtten onder de gevolgen van het Molotov-Ribbentropp-act (Bloedlanden, 2010) en zijn geschiedenis van de holocaust (Zwarte aarde, 2015) zijn onmisbare lectuur voor wie zich op de hoogte wil stellen van de gruwelijkheden van de twintigste eeuw. In Over tirannie (2017) gaf hij al blijk van een wending naar duiding van de hedendaagse tijd; in De weg naar de onvrijheid (2018) vertelt hij het verhaal van de mondiale politieke situatie waarin u en ik ons nu bevinden. Dat is geen kleine onderneming, maar Snyder slaagt er wonderwel in. Dat zijn verhaal ondanks de reikwijdte ervan nergens aan helderheid inboet, hangt sterk samen met een foefje dat de geoefende lezer herkent uit de filosofie: Snyder introduceert een stel kapstokbegrippen die zijn verhaal steeds ondersteunen. Zolang hij die begrippen als fundament hanteert, en hierin laat hij geen steek vallen, kan hij zijn grote verhaal helder en consistent vertellen. Het resultaat is een analyse die staat, nergens aan urgentie inboet en de lezer meesleurt in een vertelling die onze tijd duidt als geen ander. Zet u schrap.

The politics of inevitability (de politiek van onvermijdelijkheid)

Kapstokbegrip één is ‘the politics of inevitability’. Dit is de politieke strategie die stelt dat er geen alternatieven zijn bezijden de huidige weg: een monistische strategie. ‘There is no alternative’ is de meest onomwonden manier om de onvermijdelijksstrategie te verkondigen. Margaret Thatchers politiek werd er beroemd (of berucht) mee, en ook van Angela Merkel kennen we soortgelijke uitspraken. Op zichzelf is dit geen foute politiek: niet alleen bestaan er tijden waarin een politicus geen alternatief ziet (zoals Merkel niet dacht iets anders te kunnen dan het toelaten van een miljoen vluchtelingen), ook kan het best zo zijn dat de huidige koers de juiste is. Snyder waarschuwt echter voor een politiek die de status quo niet zozeer handhaaft als wel verheerlijkt, omdat zij vatbaar is voor de greep van het volgende kapstokbegrip. Op het moment dat een politieke strategie zich onvermijdelijk noemt, kan zij een probleem krijgen binnen eigen grenzen, en wel wanneer de eigen burgers erop achteruit gaan. Wat bedoel je: er is geen alternatief? Ik kan de huur niet betalen; geef mij een alternatief! Dit is de voedingsbodem voor onvrede in plaats van een tevreden natie, voor extreme politieke stromingen in plaats van partijen die de boel bij elkaar houden, voor, ten slotte, een nieuwe politieke strategie, die van de eeuwigheid.

The politics of eternity (de politiek van eeuwigheid)

De politieke strategie van eeuwigheid is een dualistische strategie. Haar wereldbeeld is dat van Harry Potter of Star Wars, een waarin het goede vecht tegen het kwade. De politiek van eeuwigheid bestaat uit dit eenvoudige dualisme: de burgers op wie de politiek betrekking heeft, zijn het goede; het kwade, dat zijn de anderen. Alle politiek van eeuwigheid laat zich reduceren tot een welhaast kinderlijke tegenstelling: normaal versus niet normaal, wij versus hen, onschuld versus schuld, en ga zo maar door. Dit mag eruit zien als een karikaturale weergave van de politieke werkelijkheid, maar Snyder toont met stuitende voorbeelden aan hoe leugenachtig versimpeld de Russische politieke elite de werkelijkheid aan de Russische burger toont. Een dualistisch wereldbeeld geeft bovendien geen lor om zoiets als objectieve waarheid: het ware is dat wat de eigen goedheid ondersteunt. De Russische media kunnen ongeacht welke fictie in het leven roepen, zolang die Moedertje Rusland maar glorificeert. De moderne Russische geschiedenis telt zodoende veel absurditeiten, waarvan de rechtvaardiging van de inval in Oekraïne een van de meest schrijnende is. Men kreeg het immers voor elkaar om zowel het niet-bestaan van de oorlog als de Russische onschuld te betogen. In de woorden van Snyder: “No war was taking place, and it was thoroughly justified.” (p. 162)

Boekenkrant

Eeuwige politiek

Een volgende indicatie van de dualistische politiek van eeuwigheid is de vermorzeling van de geschiedenis. De politiek van eeuwigheid is juist daarom eeuwig, omdat zij niet uitgaat van een verleden waarin zij er niet was en een toekomst waarin zij er niet zal zijn. Haar macht is immers gebaseerd op wat Snyder een eeuwig heden noemt, een tijdloos nu in eindeloze crisis, geteisterd door voortdurende dreigingen. Alle burgerlijke ongemak – denk aan de dalende pensioenen in Rusland, of absurd strafrecht – kan de politiek van eeuwigheid vergoelijken door te wijzen op de eeuwige strijd waarin het land verkeert. Keer op keer bedenkt Rusland een nieuwe vijand: staat het fascisme niet voor de deur, dan is het wel homoseksualiteit of het duivelse imperialisme. Snyder wijst er fijntjes op dat de vijand juist daarom een bedachte is, omdat die de machthebber het beste uitkomt. Het resultaat: een politiek waarin de leugen bovenaan staat, omdat die leugen de machthebber in het gareel houdt. In Rusland stapt Heraclitus wel twee keer in dezelfde rivier. Correctie: in een “cold round pool where ripples flowed ever inward towards a mysterious Russian perfection.” (p. 60)

Eeuwig Europa?

Intussen bevindt de Europese Unie zich tussen twee eeuwige vuren. Want ja, ook Amerika glijdt af naar een politiek van eeuwigheid, zoals Snyder overtuigend betoogt. De Europese Unie bestaat bij gratie van een politiek van integratie, van de polderkunsten van een stel vredelievende natiestaten dat al te goed weet dat hun land alleen binnen een grotere structuur standhoudt. De achilleshiel van onze Europese Unie kennen we nu: haar neiging tot een politiek van onvermijdelijkheid. Die kan onze ondergang betekenen, zo voorspelt Snyder. Wat we nodig hebben, is een anti-onvermijdelijkheids politiek. Anders wacht ons een versplinterd Europa waarin nationale eeuwigheidspolitiek de dienst uitmaakt. Het is aan ons om onze gezamenlijke historische ontwikkeling onophoudelijk te herformuleren, om ieder monistisch of dualistisch verzinsel te bestrijden met het pluralistische verhaal van onze ware geschiedenis. Snyder pleit niet met zo veel woorden voor een meer integrale Europese Unie, maar wijst er bijvoorbeeld op dat het geschiedenisonderwijs in elk van de uniestaten nationaal gericht is. Meer samenwerking, dat is zeker zijn devies. En…

Politics of responsibility (politiek van verantwoordelijkheid)

Toegegeven, dit kapstokbegrip had wat wervender gekund. En wat duidelijker: de drie kapstopbegrippen ‘inevitability’, ‘eternity’, ‘responsibility’ winnen sowieso mijns inziens aan kracht als we ze respectievelijk ‘monistisch’, ‘dualistisch’ en ‘pluralistisch’ noemen. Onvermijdelijk, eeuwig, dat zijn weliswaar begrippen die tegelijkertijd afstoten en aantrekken, maar ze zijn ook meerduidiger dan de betekenis die Snyder eraan geeft. Zijn analyse is juist daarom zo sterk, omdat zij zo kristalhelder is. Die pluralistische politiek van verantwoordelijkheid is zich bewust van de gevaren van onvermijdelijkheid enerzijds (‘het is altijd goed zoals het is’) en eeuwigheid anderzijds (‘het kwade staat altijd voor de deur’) en doet er alles aan om die sirenen te weerstaan. Een politiek van verantwoordelijkheid is historisch bewust, verzet werk in de wetenschap dat zij eindig is – elke democratische verkiezing is waardevol omdat de kiezer weet dat er een volgende komt – en gebruikt de taal van mensenrechten. Die taal verdwijnt in de abstractie van een groot monistisch of dualistisch verhaal, een algemene ontwikkeling die Snyder sterk concretiseert aan de hand van de verdwijning van plaatselijk nieuws uit de Russische en Amerikaanse media: “When local reporters disappear, the news becomes abstract. It becomes a kind of entertainment rather than a report about the familiar.” (p. 245) Abstract nieuws spreekt de alledaagse bekende taal niet meer, de taal waarin we ons direct om elkaar bekommeren. Die taal is de meest basale taal van mensenrechten. Die taal leidt tot pluralistische politiek van verantwoordelijkheid.

Ode aan de journalist

Voor Timothy Snyder belichaamt één beroep de politiek van verantwoordelijkheid: dat van de journalist. Journalisten vechten onophoudelijk: voor waarheid, tegen onrecht, tegen fictie, voor de echt gebeurde geschiedenis. Hij draagt zijn boek aan hen op, aan de “heroes of our time.” Dat is Snyder wat mij betreft ook, een held van onze tijd. Het zal mij niet vaak gebeuren dat ik de flaptekst van een uitgever instemmend citeer, maar nu kan ik haast niet anders: “It is necessary reading for any citizen of a democracy.” Amen. Aan de slag.

De schrijver van deze recensie, Florian Jacobs, maakte voor deze recensie gebruik van de Engelse versie: Timothy Snyder, The Road to Unfreedom. London: The Bodley Head, 2018. 

Eerder verschenen in iFilosofie