"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Wende

Dinsdag, 6 december, 2022

Geschreven door: Marcel van Deursen
Artikel door: Mieke Schepens

Een tocht met spanningen maar vol van hoop op de toekomst

“‘Laten we erom dobbelen,’ zei Astrid…”

[Recensie] Twintig jaar na een vrolijke avond van Mark en Renée met hun vrienden Astrid en Wim waarin deze woorden gesproken werden krijgt Renée een telefoontje van de broer van Astrid. Het blijkt een telefoontje dat hun wereldje, zoals ze dat kennen helemaal, op zijn kop zal zetten.
Hun vrienden Astrid en Wim hebben tijdens de vakantie met hun gezin een ongeluk gehad en ze hebben dit niet overleefd!
De kinderen Marit en Rens hebben het maar net overleefd.

Mark en Renée worden belast met de zorg voor twee aan de dood ontsnapte en getraumatiseerde kinderen, Dagmar (11 jaar) en Wout (9 jaar). Ze hebben dit laten vastleggen met hun vrienden; als een van de stellen zou komen te overlijden, zou het andere koppel voor hun kinderen zorgen. Waarom ze niet voor familie kozen was een bewuste keuze: de vrienden leken meer op elkaar en hadden meer dezelfde gevoelens en ideeën dan hun familieleden hadden. Daarom werd het bevriende gezin gekozen en zo werd het vastgelegd bij een notaris.

“De vakantie bevestigde de natuurlijke wijze waarop we met elkaar omgingen, die boven vriendschap uitsteeg. Het besef met elkaar verbonden te zijn is toen ontstaan en nooit meer verdwenen.”

Yoga Magazine

De eerste jaren na het ongeluk maken Mark en Renée tijd vrij om de ontwikkeling van hun nieuwe gezin een stevige bodem te geven, want het lijkt eenvoudiger dan het klinkt. Ze houden van elkaar en geloven in wat ze doen; het moet toch goed komen? Dagmar en Wout hebben een stevige knauw gekregen door wat er is gebeurd; de een voornamelijk geestelijk en de ander zowel geestelijk als lichamelijk.

Zolang ze allebei gezond zijn denken Mark en Renée niet aan adopteren, omdat ze de kinderen zoveel mogelijk herinneringen aan Astrid en Wim willen laten. Maar toen Mark in het ziekenhuis kwam met hartklachten werd het een ander verhaal; mocht een van hen komen te overlijden zouden de kinderen waarschijnlijk ook bij hen weggehaald worden. En dat kunnen ze deze kinderen niet aandoen. Ook hun eigen kinderen groeien op samen met de kinderen van hun vrienden.
Niets is meer gewoon in het leven van de twee volwassenen en vier kinderen. Het wordt een tocht met spanningen maar vol van hoop op de toekomst.

“De band met en tussen de kinderen onderling, ze zien opgroeien, was dan ook meer dan een beloning. Toch voelden we daarnaast enige teleurstelling over de kloof tussen ons en de familie. Hun waardering voor onze toewijding en zorg groeide weliswaar met de tijd. En waar we voor de een relatieve buitenstaanders waren ontwikkelden we met enkele anderen uitzonderlijke vriendschappen. We realiseerden ons na verloop van tijd dat dit misschien wel het hoogst haalbare was, wat de suggestie van een familieband is en blijft kunstmatig en neigt naar kitsch.”

De vier hoofdstukken van het boek hebben een daar passende quote als ondertitel voor hetgeen in dat hoofdstuk besproken wordt.
Tijdens het afscheid van Astrid en Wim in een crematorium leest Mark een afscheidsbrief van zichzelf aan de gasten voor, evenals een afscheidsbrief die Dagmar mede namens Wout geschreven heeft.
In één woord: Prachtig!

In de epiloog kun je wat meer over de achtergronden van adoptie lezen. Bovendien lees je hier hoe het met alle vier de kinderen verder is gegaan in hun leven. Het is een mooie afsluiting van een indrukwekkend uit het leven gegrepen verhaal.

NB: De gehele opbrengst van dit boek gaat naar de Hersenstichting. De Wende koopt u daarom bij voorkeur op de website van de auteur.

Eerder verschenen op Graag Gelezen