"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De wereld vóór god

Zondag, 2 december, 2018

Geschreven door: Kees Alders
Artikel door: Jona Lendering

Metafysica zonder gezwam

[Recensie] Bekentenis: ik was al ergens halverwege mijn vierde jaar aan de universiteit toen ik me realiseerde dat ik noch bij de colleges oude geschiedenis, noch bij de colleges antieke filosofie ooit had gehoord over het Organon, de verzameling van zes teksten waarmee Aristoteles de grondslagen legde voor de logica en daarmee, indirect, voor alle latere wetenschap. Op de middelbare school had ik er wel van gehoord, aan de universiteit werd het overgeslagen. Dat zal inmiddels wel zijn verbeterd, maar in de eerste jaren na de Deetman-kaalslag was het denkbaar dat je naar een universiteit ging om iets te leren over de Oudheid en dat je daar het belangrijkste niet meekreeg. Ik heb me er later in verdiept en mijn exemplaar van Aristoteles’ Analytica Priora vertoont inmiddels sporen van intensief gebruik, maar ik blijf me onhandig voelen als het gaat over antieke filosofie.

Toch ben ik niet helemaal onwetend. Ik heb de reguliere colleges antieke filosofie, incompleet of niet, natuurlijk wel gevolgd en ben later lid geweest van een discussiegroep. Daar viel me op dat een filosoof en een historicus niet dezelfde accenten leggen. Te kort door de bocht samengevat probeert de laatste een denkbeeld te plaatsen in een historische context terwijl de eerste reflecteert over het denkbeeld zelf. Een historicus kan zich bijvoorbeeld afvragen of een opvatting niet anachronistisch aan Pythagoras is toegeschreven terwijl een filosoof nadenkt over de pythagorese mathematisering van het wereldbeeld.

De twee zijn weliswaar veel meer on speaking terms dan de classicus en de archeoloog, maar in elk geval de hier bloggende historicus voelt zich niet helemaal competent als hij een boek over filosofie moet beoordelen. Zeker als hij het nog niet uit heeft. De hier bloggende historicus kan echter óók blij worden als zo’n boek de antieke denkbeelden zó uitlegt dat de lezer wordt meegenomen bij het eigenlijke denken. Zo’n boek schreef Kees Alders, het heet De wereld vóór God en dat ik er vandaag al over schrijf is omdat ik het graag nu al onder uw aandacht breng.

Het eerste dat me opviel is de directheid waarmee Alders de lezers toespreekt: in de tweede persoon en tutoyerend. U bent dus een je. (Ik vermoed dat dit de reden is dat een bekende uitgeverij het boek niet zo zag zitten: deze directe benadering paste slecht bij de andere boeken uit dat fonds.) Het voordeel van Alders’ aanpak is echter dat hij de lezer zijn verhaal binnentrekt en dwingt tot meedenken.

Dans Magazine

Hoewel het in De wereld vóór God gaat om een kennismaking met de gedachtewereld van een ander type samenleving, krijgt de lezer toch het idee dat het gaat om ook voor hem relevante vragen. Daarbij presenteert Alders de materie in een vaker gebruikte volgorde, namelijk beginnend bij de allereerste natuurfilosofen en dan via Sokrates, Plato en Aristoteles naar de grote ethische stelsels van het hellenisme. (Deze hoofdstukken kende ik al omdat Alders ze eerder in het Engels heeft gepubliceerd in het destijds door mij geredigeerde Ancient History Magazine; daaraan heb ik een vermelding in het nawoord te danken.) Vervolgens behandelt Alders de Romeinse filosofie.

Deze volgorde is vrij gebruikelijk, maar minder gebruikelijk – hoewel niet geheel zonder parallel – is dat hij alles vergelijkt met de stelsels uit Perzië, India en China, zodat je ziet dat in voorindustriële samenlevingen overeenkomstige en verschillende ideeën konden bestaan. De wereld vóór God – bedoeld is overigens: vóór het christendom – zit dus didactisch slim in elkaar. Dat blijkt ook uit de even schoolse als functionele kaders waarmee Alders meteen onder de hoofdstuktitel de volgende pagina’s samenvat en uit zinnen als “we zijn nu toegekomen aan het misschien wel moeilijkste hoofdstukje uit dit boek” (over Parmenides).

Bij het lezen van De wereld vóór God had ik wel opnieuw de ervaring die ik al noemde: dat filosofen andere accenten leggen dan historici. Enerzijds zijn er wat trivialiteiten waar ik zelf een andere formulering zou hebben gekozen (Milete zou ik geen koloniale nederzetting noemen omdat de stad al in de Bronstijd door Griekssprekenden werd bewoond), anderzijds zijn er punten waar mij als historicus enige terughoudendheid past.

Desondanks heb ik één kanttekening – en ik verwacht niet dat ik veel meer kritiek zal hebben als ik het boek uit heb. Ik denk dat Alders’ behandeling van de filosofie van Thales, die beweerde dat alles was ontstaan uit water, rijker zou zijn geweest als hij tevens had vermeld dat het Babylonische Scheppingsepos (Enuma Elisj) een plausibel model is geweest. Er waren intern-filosofische redenen die Thales brachten tot de vraag of er één oerelement was geweest, en dat legt Alders prima uit, maar toen Thales zijn vraag eenmaal had geopperd, bood Babylonië een antwoord.

Voor het overige heb ik de indruk dat Alders het allemaal perfect uiteenzet. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit zo’n heldere uiteenzetting gezien van wat metafysica is. De uiteenzetting is bovendien des te overtuigender omdat Alders zich expliciet richt tot degenen die menen dat het gaat om vaag gezwam. Hij toont dat het wél ergens over gaat.

En nog even het voorbeeld waarmee ik begon: niet alleen weet Alders goed uit te leggen hoe Aristoteles’ logische denken in elkaar stak, hij doet dat bovendien zonder allerlei jargon. (Woorden als ‘syllogisme’ en ‘modaliteit’ blijven de lezer bespaard.) Meer dan dat: Alders maakt duidelijk waarom het in het filosofische stelsel van Aristoteles noodzakelijk was dat hij de logica ontwikkelde. Dit was nu een onderwerp waarover ik dacht iets te weten, maar verhip, Alders toonde me toch iets nieuws.

Kortom, Alders heeft iets moois ontdekt, is er waanzinnig enthousiast over en betrekt de lezer erbij, of dat nu een totale beginner is of een licht gevorderde leek als ik. De specialist zal wel wat verbeteringen kunnen noemen, maar zal ook zeggen dat Alders doet wat hij moet doen: de lezer diens eigen denkbeelden beter laten begrijpen. Dit is hoe ik de humaniora voor me zie en vandaar dat ik niet kon wachten om het onder uw aandacht te brengen.

Zoals gezegd: Alders had moeite een uitgeverij te vinden. Hij heeft het in eigen beheer uitgegeven. De wereld vóór God is echter leverbaar via elke boekhandel; hier is de webpagina waarmee u je het online kunt bestellen en daar kan het via een reguliere boekhandel die in het hele land levert.

Eerder verschenen op Mainzerbeobachter