"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De wijsheid van een tandeloze glimlach

Vrijdag, 21 januari, 2022

Geschreven door: Daniel Klein
Artikel door: Koen E.

Ouderdom: het hoogtepunt van het leven

[Recensie] De wijsheid van een tandeloze glimlach, een mijmering door Daniel Klein over levenskunst. Klein studeerde filosofie in Harvard en huwde met de Nederlandse Amerika correspondente Freke Vuijst. Nu heeft hij zich met een reiskoffer vol filosofische boeken teruggetrokken in Kamina, op het Griekse eiland Hydra, een Peloponnesos schiereiland, en luistert hij naar Tasso en zijn maten, oude Grieken die dagelijks genieten van hun retsina, op een terrasje aan het water.

Pas wanneer je niets meer nastreeft, kun je gelukkig worden, stelt Daniel Klein. Als je jong bent wil je van alles, je maakt plannen en hebt grote doelen voor ogen. Oud zijn stelt je in staat om andere dingen te doen: om het leven te overdenken, opnieuw te gaan spelen en om belangeloze vriendschappen aan te gaan.

Klein schrijft over authentiek oud zijn, naar het existentiële begrip van Albert Camus en Jean-Paul Sartre: zelf een weloverwogen besluit nemen over hoe je je oude dag wilt slijten, rekening houdend met veranderende verlangens en vermogens. Je ervaringen bij elkaar brengen in je eigen levensgeschiedenis is zijn manier om de zin van het leven te ontdekken. Net als spelen om het spel zelf, niet spelen voor het plezier, wel spelen en plezier hebben. Of zoals van een vriend verlangen dat hij er is, zonder meer, zonder professionaliteitsverwarring.

Met zijn zeventig maakt Klein een onderscheid tussen de ouderdom waarin je oud maar nog redelijk fit bent, en de ouderdom waarin de aftakeling genadeloos heeft toegeslagen. Hij heeft het over de tijd van het zoeken naar een middenweg tussen de jachtige ambitie en de niet aflatende wanhoop voor de dood.

Boekenkrant

Zijn leidraad zijn de Stoïcijnen rond de filosoof Stoa, zowat 330 jaar voor Christus, voor wie het zich richten op de wetten van de natuur het belangrijkste levensdoel was, en op de lessen van tijdgenoot Epicurus voor wie het genot het hoogste geluk betekende, niet bekendheid of rijkdom, maar vooral de natuurlijke behoeften als eten en drinken. Zijn volgers zeggen “denk er niet aan, je kunt het toch niet veranderen, alsmaar denken met de angst voor later is zo zonde van de weinige goede tijd die nog rest”. Dit boekje bevat zo’n veertig levenslessen van grote filosofen, van Aristoteles, Plato, tot Hegel, Husserl, Russell, van Augustines tot Heidegger, Wittgenstein en Ayer. Het uitgangspunt is telkens een kernachtig citaat van de filosoof in kwestie, gevolgd door commentaar door Klein waarin hij vertelt wat het citaat voor hem en zijn wereld betekent.

Simpel, helder, humoristisch, beschouwend en buitengewoon plezierig om te lezen. Puik, levendig en correct in het Nederlands vertaald door Arian Verheij van het Nijmeegse Woord en Geschrift en gepubliceerd door Uitgeverij Atheneum-Polak in 2016. Op de omslag een sprekend beeld van René Magritte, Le thérapeute, uit 1937, een boekje van alle tijden dus.

Volgens Epicurus is de ouderdom het hoogtepunt van het leven, omdat we dan vrij zijn van streven. Oud oud wenst Daniel Klein zichzelf niet toe. Net als Mencius en Seneca overweegt hij dat er een moment kan komen waarop het beter is te sterven dan doorgaan met leven, maar wat is de uiteindelijke zin om de te resterende tijd te zitten piekeren over wat je toch niet in de hand hebt? Misschien biedt het spiritualisme uit het hindoeïsme wel een stoïcijns antwoord: voor de sannyasin, in de allerlaatste levensfase geldt dat enkel het verwerpen van de godsdienst, het achterlaten van de wereldlijke beslommeringen en eenzame meditatie nog verlichting kunnen brengen; de eeuwigheid is wat rest. Het leven kwam en ging als in een droom, als de ware wijsheid van de kosmos.

Het fijnste aan de denkbeelden van Daniel Klein vond ik dat hij de filosofische ethiek terug voorbij de hedendaagse al te zeer verheerlijkte logica tilt. Hij bevraagt de wiskunde en wetenschappelijke methodologie en durft onlogische dingen te denken. “Waarom zijn er eigenlijk dingen die zijn en is er niet niets?”

Klein beschrijft de dankbaarheid voor het zijn van het zijn. Hij bestelt bij de ober in Kamina nog een halve literfles van de beste retsina huiswijn.

Eerder verschenen op Boekensite Gent