"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De zeven levens van de protocollen van de wijzen van Zion

Woensdag, 28 juli, 2021

Geschreven door: Klaas A.D. Smelik
Artikel door: Jona Lendering

Gevaarlijke stereotypen

[Column] Ophef, een jaar of drie geleden, over de website van de NOS, waar de joodse miljardair-filantroop George Soros was getypeerd als invloedrijke bemoeial met tentakels in de wereldpolitiek. Protesten, beschuldigingen van antisemitisme, een NOS die het aanvankelijk niet wilde corrigeren, een NOS die dat later wel deed. Het antisemitische aspect, waarvan ik in het midden laat of een NOS-medewerker het beoogde, is de aanname dat joden de wereldpolitiek naar hun hand zouden zetten. Die aantijging komt uit De Protocollen van de Wijzen van Zion, een beruchte vervalsing uit het laatste jaar van de negentiende eeuw.

Klaas Smelik, tot voor kort hoogleraar Hebreeuws in Gent, wijdde in 2011 een boek aan de bizarre geschiedenis van deze invloedrijke antisemitische tekst: De zeven levens van de Protocollen van de Wijzen van Zion. Het verscheen in een (nog leverbare) Vlaamse versie. Smelik behandelt het ontstaan van de tekst in Russische kringen in Parijs, de wijze waarop het schotschrift naar tsaristisch Rusland kwam en daar na de Revolutie van 1917 aan invloed won, de verspreiding in de westerse wereld (Henri Ford!), het gebruik in het Derde Rijk, de huidige populariteit in het Midden-Oosten en tot slot de curieuze draai in New Age-kringen.

Klaarliggende stereotypen

Het verhaal is natuurlijk eerder verteld maar Smelik gaat er prettig diep op in en laat de uitgekauwde discussie over het plagiaat in de tekst vrij snel achter zich. Die discussie is overigens niet zonder goede reden zo uitgekauwd, want het bewijs dat samensteller Matvei Golovinski eerdere bronnen heeft overgeschreven, is ook het bewijs dat er geen echte vergadering is geweest waarin Wijzen van Zion de voortgang van hun greep naar de wereldheerschappij hebben besproken. Het is dus belangrijk. Maar het plagiaat is de crux van de zaak niet. Terecht wijst Smelik erop dat meer dan de helft van de tekst geen letterdieverij is, dat Golovinski in de sporen treedt van christelijk antijudaïsme en dat de Protocollen ’s mans eigen ideeën over een autocratische heerschappij documenteren.

Dans Magazine

De crux is dat de tekst steeds weer nieuwe fans vindt. Dat is logisch. U herinnert zich het mechanisme van het schoolplein: kinderen met een brilletje of rood haar werden gepest. Niet omdat die attributen het kind slecht zouden maken, maar omdat de stereotypen al klaarlagen en pestkoppen nou eenmaal geen originele geesten zijn. Ze nemen bestaande stereotypen over en passen ze toe. Het is ook niet heel anders dan de vragen en verwijten die een vrouwelijke bestuurder voor de kiezen krijgt: de clichés liggen al klaar en het is voor critici teveel inspanning iets origineels te bedenken. Idemdito met de joden: jodenhaters zijn weinig creatief en benutten wat voorhanden is.

Islamitisch antisemitisme

Smelik toont dit het beste in zijn hoofdstuk over het islamitische antisemitisme. In de wereld van de islam mogen de volken van het boek dan beschermd zijn, de islamitische autoriteiten konden ook optreden tegen deze minderheden. (Ik blogde al eens over Al-Hakim en over de wijze waarop de onderdrukking radicaliseerde na de Mongolenstorm.) Zolang de minderheden politiek machteloos waren, volstonden tradities over de wijze waarop Mohammed tegen joodse stammen was opgetreden, maar de gebeurtenissen in 1948 maakten hieraan een einde. Smelik:

“In de propaganda tegen het zionisme en de staat Israël waren daarom nieuwe uitdrukkingsvormen nodig, die de islamitische traditie zelf niet kon verschaffen.”

De Protocollen kwamen als een godsgeschenk en zijn waanzinnig populair in het Midden-Oosten, net als cartoons met het bloedsprookje die ook in de Völkischer Beobachter hadden kunnen staan. Smelik wijst erop dat de interpretatie van de Protocollen in de Arabische wereld niet zelden beïnvloed is door socialistische, anti-kapitalistische agitprop. (Dit laatste is geen Arabisch privilege overigens; hier en daar is meer over de wijze waarop in Nederland een alleszins respectabel streven naar gelijke kansen niet zó inclusief is dat het ook joden helpt.)

Antizionisme

Wat Smelik schrijft over de populariteit van de Protocollen kan ik bevestigen. Ik heb hoogopgeleide Libanezen en Iraniërs ontmoet die zeker wisten dat de staat Israël was gesticht als eerste stap naar wereldheerschappij. Uit Libanon herinner ik me een gesprek waarin al snel bleek dat de authenticiteit van de Protocollen eigenlijk geen thema was en dat mijn gespreksgenoten ook niet werkelijk geloofden in een eeuwenoud joods streven naar de wereldheerschappij, maar dat zij vooral gefrustreerd waren over de oorlog van 2006. Men is boos, bekreunt zich niet om echte argumenten en herhaalt wat voorhanden is.

En dus bedient een politieke afkeer van de staat Israël – laten we het “antizionisme” noemen – zich in het Midden-Oosten van een oude antisemitische tekst vol negentiende-eeuws, christelijk antijudaïsme. Anders geformuleerd: het moderne antizionisme mag dan zijn bevorderd door de stichting van de staat Israël, het gebruikt ideeën en verwijten die ouder zijn dan het zionisme. Antizionisme is niet los te zien van antisemitisme.

Informatie, informatie, informatie

Goede wetenschapscommunicatie is proactief, legt wetenschappelijke methoden uit en verhindert dat kwakgeschiedenis en pseudowetenschap ontstaan. Als die zijn ontstaan, is tweedelijnsinformatie in negen van de tien gevallen voldoende. Er zijn echter mensen die niet willen aannemen dat de wetenschappelijke methode werkelijk de meest redelijke is. Daarvoor is de derde lijn, waarin we een onderscheid aanbrengen tussen enerzijds het wetenschappelijke probleem en anderzijds de bezorgdheid of gekrenktheid die iemand ervan weerhoudt zich te laten overtuigen.

Smelik heeft een soortgelijke conclusie over het antisemitisme. Er zijn werkelijke antisemieten, schrijft hij, en omstanders. De eerste groep wil zich niet laten overtuigen; antisemitisme vervult een psychologische behoefte. (Wil je deze mensen toch overtuigen, dan kom je in het gebied van de derdelijnsvoorlichting.) De omstanders (waarvoor de tweedelijnsvoorlichting dient) is wel te bereiken.

“Op hen kan het geven van betrouwbare informatie … een gunstige uitwerking hebben, vooropgesteld dat er wordt geprobeerd het latente antisemitisme … op een vriendelijke wijze bloot te leggen en te ontmaskeren. Dit antisemitisme vervult bij hen immers geen psychologische behoefte, maar is eerder het gevolg van onkunde en onnadenkendheid.”

De zeven levens van de Protocollen van de Wijzen van Zion is Smeliks poging tot ontmaskering. Het is een belangrijk boek en zou verplichte literatuur moeten zijn, minimaal voor de redactie van de website van de NOS.

Eerder verschenen op Mainzer Beobachter

Boeken van deze Auteur: