"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Deining in de ruimtetijd

Maandag, 13 november, 2017

Geschreven door: Govert Schilling
Artikel door: Roel van der Heijden

Het complete en fascinerende verhaal van zwaartekrachtgolven

De astronomische ontdekkingen aan de hand van zwaartekrachtgolven buitelden recentelijk over elkaar heen. Schrijver en wetenschapsjournalist Govert Schilling beschrijft in zijn Deining in de ruimtetijd het hele verhaal, vanaf de voorspelling van Albert Einstein, totdat we voor het eerst zwarte gaten hoorden samensmelten.

[Recensie] “De sterren staan niet waar ze lijken te staan. Maar niemand hoeft zich zorgen te maken”, schrijft de New York Times op 10 november 1919. Het is een beroemde kop over een ontdekking van de Engelse astronoom Sir Arthur Eddington. Hij en collega’s zagen tijdens een zonsverduistering in 1919 dat licht van de sterren op de achtergrond net naast de zon wordt afgebogen. Ze lijken daardoor op een andere plek te staan. De ontdekking was het eerste overtuigende bewijs van de toen nog jonge speciale en algemene relativiteitstheorie van Albert Einstein.

Einstein beschrijft in zijn theorie dat de ruimtetijd buigbaar is, zelfs licht wijkt daardoor van zijn normaal gesproken kaarsrechte pad af. Uit datzelfde idee komt hij al snel tot de conclusie dat de ruimtetijd ook golft, als een soort kosmische vijver waar je een steen in gooit. Einstein gelooft overigens niet dat we dit subtiele effect ooit zullen meten. Inmiddels weten we beter. Eind 2015 maten de twee detectoren in de Verenigde Staten een minuscule trilling in de ruimtetijd. Het moest afkomstig zijn van de gewelddadige botsing van twee zwarte gaten op een afstand van zo’n 1,3 miljard lichtjaar.

Het is het begin van een volstrekt nieuw vakgebied in de astronomie. Astronomen hebben opeens een nieuw ‘zintuig’ om het universum en de meest extreme gebeurtenissen daarin te onderzoeken. Het is alsof een dove onderzoeker jarenlang het oerwoud onderzocht, en opeens hoort wat er om zich heen gebeurt. Schrijver en wetenschapsjournalist Govert Schilling schreef een uitgebreid boek dat de geschiedenis van deze ontdekking uit de doeken doet. Doorspekt met anekdotes, reisverslagen, weetjes en goede analogieën is Deining in de ruimtetijd een uiterst leesbaar boek over een van de meest fascinerende ontdekkingsreizen in de wetenschap van de afgelopen honderd jaar.

Kookboeken Nieuws

Aan het onderwerp zwaartekrachtgolven kun je veel ophangen. Schilling gebruikt het als kapstok voor een minicursus astronomie. Je leest over (het ontstaan van) de relativiteitstheorie, hoe de levenscyclus van sterren eruitziet, wat neutronensterren zijn en hoe radioastronomie werkt. Het leidt allemaal tot de beschrijving van de meest gewelddadige gebeurtenis die we kennen: het botsen van twee zwarte gaten én hoe zij op dat moment krachtige zwaartekrachtgolven produceren. De uitleg is meestal prima te volgen, en gaat toch de diepte in. Zelf een enigszins ervaren wetenschapsjournalist steekt er nog wat van op.

Ook het ontstaan van het Laser Interferometer Gravitational-Wave Observatory (LIGO) in de Verenigde Staten en de Virgo-detector in Italië komen aan bod, de apparaten waarmee we zwaartekrachtgolven meten. Het zijn miljoenenprojecten die in de loop van tientallen jaren werden ontwikkeld en zo blijkt, soms aan een zijden draadje hingen. Het is ook het verhaal van wetenschappers die elkaar (af en toe letterlijk) bevechten, die eigenwijs doorgaan met hun eigen project om als eerste zwaartekrachtgolven te meten, en uiteindelijk falen. Kortom, op en top wetenschap, eindigend met de spectaculaire eerste detectie van vrijwel ongrijpbare golven.

Deining in de ruimtetijd leest makkelijk en bevat geweldige metaforen. Schilling schrijft over Amerikaanse en Europese gebakjes met verschillend gedraaide slagroomtoefjes als vergelijking voor de polarisatie in de kosmische achtergrondstraling. Of over een keel-, neus- en oorarts die in een voetbalstadion een exotische nies hoort en vervolgonderzoek wil doen en daarom die persoon graag ziet. Een mooie analogie voor de zoektocht naar een zichtbaar signaal van de bronnen van zwaartekrachtgolven.

Fascinerende reis

Het boek is uitgebreid, meer dan driehonderd pagina’s. Hoewel de meer ingevoerde lezer zich waarschijnlijk geen moment verveelt is de gedetailleerde ontstaansgeschiedenis van de grote detectieprojecten misschien niet voor iedereen even interessant.

Naast een lesje natuurkunde en geschiedenis, is het boek een reisverslag. Je kunt je afvragen of er een plek op deze planeet is die Schilling niet heeft bezocht. Hij neemt de lezer mee naar de berg in Chili waar de VLT Survey Telescope speurt naar optische signalen van botsende zwarte gaten, naar Antarctica waar de BICEP2-telescoop naar sporen van zwaartekrachtgolven in de kosmische achtergrondstraling speurt of naar Livingston of Hanford in de Verenigde Staten, waar de gigantische zwaartekrachtgolfdetectoren zijn gevestigd. Ook in eigen land gaat hij op zoek naar curiosa, zoals de vulpen van Einstein waarmee hij waarschijnlijk de relativiteitstheorieën opschreef.

Het vakgebied van zwaartekrachtgolven ontwikkelt zich razendsnel, op sommige punten was Schillings boek al achterhaald toen het in september uitkwam. Zo schrijft hij: “… niemand twijfelt eraan dat de twee overgebleven grondleggers van LIGO binnenkort de felst begeerde erkenning binnen hun vakgebied zullen ontvangen – de Nobelprijs voor de Natuurkunde.” Dat gebeurde in oktober. En ever later: “Het zou me niets verbazen als de eerste Einsteingolf-tegenhanger al is gevonden en bestudeerd rond de tijd dat dit boek in de winkel ligt.” Ook dat gebeurde.

Het maakt niet uit. In latere drukken schijnt een aanvulling te zitten, en dit is nu eenmaal de consequentie als je over een splinternieuw en opwindend vakgebied schrijft. Een ding is duidelijk. Schilling weet hoe je een verhaal vertelt, en laat dit nou net een van de meest fascinerende verhalen zijn die de wetenschap ons de afgelopen eeuw gaf.

Eerder verschenen op Kennislink