"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mijn zusje en de zee

Vrijdag, 2 september, 2022

Geschreven door: Donatella di Pietrantonio
Artikel door: Nico Voskamp

Die nare onverbrekelijke familiebanden

[Recensie] Donatella di Pietrantonio schreef met Mijn zusje en de zee een verhaal over familiebanden, prima vertaald door Hilda Schraa. Pietrantonio is kindertandarts van beroep. Haar grote doorbraak kwam met Teruggeworpen, waarvoor ze onder andere de Premio Campiello won. Deze roman Mijn zusje en de zee stond op de shortlist van de Premio Strega 2021.

Weerzien
Dit is de geschiedenis van twee zussen, die elkaar na jaren weer zien in Italië. Natuurlijk gaat dat niet zomaar. We vallen het verhaal binnen als onze hoofdpersoon, de oudste zus, met spoed vanuit Grenoble naar Italië reist, naar Pescara, om haar jonge zus Adriana te ontmoeten.

De oudste zus is intelligent, denkt wel na voordat ze iets zegt, werkt bij de universiteit van Grenoble en heeft een vaste relatie met Piero, een tandarts. Een solide leven. De jongste zus, Adriana, laat zich leiden door haar brisante humeur. Zij werd ooit verliefd op een visser, die carrièretechnisch niet heel goed is terechtgekomen, en leeft nu van de hak op de tak in een armoedige buurt aan zee. (Vandaar de titel) Als ze elkaar ontmoeten, blijft de clash niet lang uit.

Pietrantonio zet trefzeker de oplaaiende tegenstellingen neer. De oudste zus begint:

Boekenkrant

“’Heb je soms iets gejat?’ daagde ik haar uit.
De lepel die heen en weer ging tussen bord en mond bleef hangen. ‘Hoe kom je daar nou bij?’
‘Het zou niet de eerste keer zijn,’ flapte ik eruit.
… ‘Niemand steelt voor zijn lol. Wat weet jij daar nou van, jij hebt alles.’
We wisten allebei waarop ik doelde. In die winter was ze haar baan kwijtgeraakt, maar ze zou wel iets regelen, zoals altijd, volgens haar hoefde je je nooit zorgen te maken.”

Familieperikelen
De dwarsdiagonaal verschillende levens die de dames uit elkaar drijven, in contrast met de onbreekbare liefde die hen verbindt, is de drijfveer van deze historie. Iedereen die een broer/zus ruzie heeft meegemaakt, weet hoe familieleden elkaar kunnen irriteren, het bloed onder de nagels weghalen, maar uiteindelijk toch weer aan dezelfde tafel het avondeten nuttigen. De liefde/haat verhouding spat van de pagina’s af.

Als we kijken naar de rest van het verhaal, is die zussenvete de goudklomp in deze geschiedenis. Er zijn meer goed beschreven zaken, zoals de sfeer in het armoedige dorpje waar Adriana leeft. Ook het leven van de ‘goede’ zus is redelijk weergegeven, maar daarna wordt het verhaal minder sterk.

De elementen die de schrijfster toevoegt om het verhaal rond te maken, voelen minder natuurlijk aan. Zonder teveel weg te geven: de situatie met haar man is nogal vergezocht qua geloofwaardigheid. Zo ook met het tranentrekkende eindspel: hoewel goed geschreven kan de voorspelbaarheid niet buiten de deur gehouden worden.  Het geheel begint te lijken op de latere boeken van Elena Ferrante: leuk maar niet erg origineel meer. Desalniettemin een goede leeservaring, drijvend op de haat/liefde tussen twee zussen.

Ook verschenen op Nico’s recensies