"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Dik Trom en zijn dorpsgenoten

Zaterdag, 3 juni, 2023

Geschreven door: Johan Braakensiek, Frans van der Heijden, C. Joh. Kieviet
Artikel door: Edwin Stok

Een echte gangmaker

[Recensie] De boekenserie rond Dik Trom dateert van het eind van de 19e eeuw. Nog steeds worden deze jeugdboeken opnieuw op de markt gebracht.

De auteur en zijn boeken
De nieuwste versie is gedrukt in 2017 na een tekstbewerking door Frans van der Heijden. De oorspronkelijke auteur, Cornelis Johannes Kieviet (8 maart 1858 – 12 augustus 1931), was onderwijzer van beroep en 14 jaar lang het hoofd van een openbare lagere school. Onder de naam C. Joh. Kieviet schreef hij 52 boeken plus enkele rolprenten. De verhalen over Dik Trom spelen zich af in en rond Hoofddorp – het voormalige Kruisdorp – en hebben een leescategorie van B / C, ofwel voor kinderen tussen de 9 en 14 jaar als primaire doelgroep.

De schooljongen Dik Trom
Dik Trom is een echte gangmaker. Hij bedoelt het allemaal goed maar hij haalt wel eens onverwachte en gekke streken uit. Daardoor is hij zeer geliefd in het dorp, behalve bij pestkop Bruin Boon en bij de veldwachter die een echte sikkeneur is. Maar dat houdt Dik Trom niet tegen. In het boek Dik Trom en zijn dorpsgenoten is Dik een jongen van 12 jaar – met uitzondering van een korte anekdote over de periode toen hij 4 jaar was –

Nelly
Van zeer jongs af aan is Dik Trom al bevriend met Anneke. Nu komen er nieuwe buren bij in de straat, en de dochter van dit gezin is blind. Dik Trom sluit vriendschap met Nelly en neemt haar mee naar de dieren die hij verzorgt; duiven, konijnen en een kauw. Deze kauw zet in het klaslokaal de boel al snel op stelten nadat Dik Trom zijn kauw heeft leren praten. Het beestje vliegt door een open raam de klas binnen en roept de namen van Dik en van Nelly. Een hoop plezier en jolijt is het gevolg van dit ongeplande maar oh zo leuke optreden. En daar blijft het niet bij. Dik brengt ook een muis mee die hem echter ontsnapt en bij een medeleerling in de kleren kruipt. Het spreekt vanzelf dat er geen aandacht meer was voor de leraar, maar alleen nog voor de pret en toch ook wel een beetje angst voor de muis.

De vrije tijd van kinderen in de 19e eeuw
In de late 19e eeuw hielden kinderen zich met andere dingen bezig dan tegenwoordig. Zij speelden buiten, sprongen over slootjes, vingen kikkers, bietsten wel eens ergens appeltjes en pruimen en zwommen zo maar in een sloot of in een meer. Al die dingen deden Dik Trom en zijn vrienden natuurlijk ook. En dan gebeurde het wel eens dat degene waar wat appeltjes of pruimen geplukt werden, daar niet helemaal blij mee was. Zo was er ook een dorpsbewoner die vreesde voor zijn aardbeien en frambozen. De veldwachter werd er bij gehaald die op de loer ging liggen, maar de dader werd natuurlijk niet gepakt. En de eigenaar verdacht de veldwachter er van, maar die had het ook niet gedaan.

Het schoolreisje en de aanloop
Langzaam komt de schoolreis er aan, en Dik Trom vertelt samen met Anneke aan de blinde Nelly waar ze met de schoolreis naar toe gaan. Dan realiseert Dik Trom zich twee dingen. Allereerst dat Nelly geen openbare school volgt, en ten tweede dat de ouders van Nelly niet zo maar het bedrag voor zo een reisje apart hebben liggen. Dik Trom laat zijn hart spreken en gaat eens overleggen met de schoolmeester of Nelly mee zou mogen gaan indien Dik voor het geld zorgt. De edelmoedige Dik Trom verloot een paar van zijn konijnen. Want, zo heeft hij bedacht, als hij genoeg lootjes kan verkopen, dan is de opbrengst groot genoeg om er het schoolreisje voor Nelly mee te betalen. Dik slaagt maar half in zijn opzet en heeft meer geld nodig. Dan doet er zich een mooie kans voor. De gierigste man van het dorp heeft een aap die niet naar zijn baasje wil luisteren. De man doet de aap cadeau aan Dik Trom als die de aap durft te vangen. Dik heeft direct een plan. Hij vangt de aap en zal het dier over een paar dagen verkopen aan een rondtrekkend circus. Het lukt hem nog ook. De aap wordt gekocht door het circus, Dik Trom heeft genoeg geld voor het schoolreisje van Nelly en ook de schoolmeester bezwijkt voor het pleidooi van Dik Trom.

Het circus
De intocht van het circus in het dorp is bij uitstek de dag van Dik. Hij mag op de olifant mee het dorp in, wat de bewoners prachtig vinden, en hij heeft naast de betaling voor de aap ook vrijkaartjes gekregen voor de voorstelling. En daar vervolgt Dik Trom zijn zegetocht door mee te doen aan één van de voorstellingen.

Tranentrekker
De schoolklas en Nelly gaan per boot, tram en strandwandeling een dagje weg. Nelly geniet met volle teugen van de muziek en het joelen van de kinderen om haar heen. En dan komt de tranentrekker van het boek: Dik Trom neemt bij de strandwandeling zijn buurmeisje Nelly mee naar één van de badgasten, een professor in oogheelkunde en vraagt hem of er een kans is dat Nelly weer zou kunnen zien. De professor wil eerst met de schoolmeester praten. Nelly wordt uitgenodigd om in de oktobermaand naar de kliniek te komen. Dik Trom heeft het goed aangevoeld en nog voor de feestdagen van december kan Nelly weer zien …



Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow