"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Dit broze bestaan. Over het geloof in God de Schepper

Zondag, 9 september, 2018

Geschreven door: Willem Maarten Dekker
Artikel door: Wolter Huttinga

Studie over geloven en bloed en bodem

De schrijver

Willem Maarten Dekker (1976) is predikant in Waddinxveen. Dekker schrijft zo nu en dan een theologisch doorwrocht boek met verrassende stellingnames en mag graag een beetje provoceren. Recent wist hij velen op de kast te krijgen door in een column te beweren dat er “theologisch een probleem ligt, als we niet meer kunnen houden van ons volk, ons bloed en onze bodem”.

 Thematiek

Dekker is systematisch theoloog, wat voor hem betekent dat hij probeert “de bijbel te denken”. Die intentie klopt met de inhoud van het boek. Vanuit verschillende Schriftplaatsen probeert hij echt te doordenken hoe het zit met de verhouding tussen God en de wereld, wie wij zijn als mens en wat de rol van het kwaad en het lijden is. Daar komt dus exegese bij kijken, maar Dekker plaatst zijn interpretaties steeds in een breder theologisch, filosofisch en cultureel discours.

Kookboeken Nieuws

Gods scheppen gaat volgens hem over veel meer dan “de wereld maken in het begin”. Scheppen is een veelvormig proces, dat bestaat uit Gods spreken, scheiding aanbrengen, plaatsen, zegenen, vormen, laten opkomen en benoemen. Bovendien is het een voortdurend proces waarin de mens deelheeft aan Gods oorspronkelijke daad: de oer-chaos van Genesis 1:1 in toom proberen te houden. In het scheppingsverhaal is geen plaats voor een oorspronkelijke perfectie. Kwaad was er al van den beginne. Al in het paradijs is de mens een broos schepsel dat in volstrekte afhankelijkheid leeft, omringd door dreigende chaosmachten. En inderdaad, Dekker heeft geen moeite de mythische verhalen van Genesis in voortdurend gesprek te brengen met het evolutieverhaal.

Duister

Dekkers betoog is moeilijk te plaatsen of op één noemer te krijgen. Twee kenmerken kan ik onderhand echter wel geven: er zit voortdurend iets hards in zijn verhalen en in de tweede plaats iets duisters. Dacht je dat Adam en Eva in een soort primordiale flower power leefden waar wij weer iets van kunnen hernemen? Vergeet het. Deze wereld is geen pretje, ze is het nooit geweest en zal het ook nooit worden. En aan het eind wacht het oordeel Gods. Dat geeft het boek ook een duister karakter. Schepping, dat is af een toe een lichtstraaltje en voor de rest veel donkere, dreigende wolken.

Mooiste zin

“Het Koninkrijk Gods zal verrassend dorps zijn opgezet, en niet veel groter zijn dan Schoorl; windstil weer; babbeltje maken; man rookt pijp aan achterdeur, kijkt naar lucht, enzovoorts. Vrede, geen ruzie: er is al zoveel narigheid in de wereld. Ik bedoel maar.”

Dekker schrijft zelf behoorlijk sappig, maar ik laat de mooiste zin toch even van de door hem aangehaalde Gerard Reve komen.

Reden om dit boek niet te lezen

Na een sterk begin zakt het boek halverwege nogal in. De eerste hoofdstukken over Genesis zijn steengoed en vormen volwaardige, grootse theologische essays – in de geest van theologen als Miskotte en Barnard. Daarna kabbelt het wat verder met een soort omgewerkte preken en twee behoorlijk losstaande slothoofdstukken. Ook de soms pedante toon van de schrijver zal niet iedere lezer waarderen.

Het slothoofdstuk zal wel de meeste aandacht trekken, want daarin gaat Dekker in op zijn theologisch gefundeerde conservatieve inslag en zijn waardering voor het populisme. Hoewel het van lef getuigt dat hij met deze standpunten voor de draad komt, vind ik Dekker hier de plank echt misslaan. “De mens die niet meer weet wat aarde is, die nooit meer met zijn handen daarin wroet, die nooit de schop gegrepen heeft om een boom te planten of een graf te dichten, die mens kan alleen maar mislukken. Hij vervreemdt van de aarde en daarom ook van zichzelf en van de God die de bodem en het bloed geschapen heeft.” Als dorpsjongen, mede-fan van Daniël Lohues en liefhebber van tuinieren kan ik het hem bijna nazeggen. Bijna. Dekkers heimwee en liefde voor de Nederlandse bodem slaan echter door in een stelligheid die uiteindelijk in niet meer gegrond is dan in nostalgische Nederlands Hervormde plattelandsverheerlijking.

Reden om dit boek wel te lezen

Wat je er ook van vindt, Dekker schreef een zeer fascinerend boek. Inclusief al z’n duistere, pessimistische oprispingen, zijn oog voor het absurde en het kwaad. Het boek is lekker filosofisch geëngageerd, met flinke scheuten Nietzsche, Heidegger en een hoop Hegel. De Romantiek wordt niet geschuwd. Dominee citeert Duitse gedichten terwijl hij een pijp rookt in zijn leunstoel – die sfeer. Bovendien schrijft Dekker veel slimmer en subtieler over schepping dan zijn narrige gedweep met bodem en bloed doen vermoeden.

Eerder verschenen in Trouw

Boeken van deze Auteur: