"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Dokter Jazz

Zaterdag, 20 juni, 2009

Geschreven door: Stine Jensen
Artikel door: Daan Stoffelsen

Dolly wil maar geen Sheherazade worden

Het wil niet boteren tussen Oost en West, al op het eenvoudige niveau van individuele verliefdheden, of misschien wel juist dan: de offers die gebracht moeten worden, zijn juist zo ingrijpend omdat ze cultureel zijn. Stoppen met seks, stoppen met drank, stoppen met anderen, en liefst eergisteren al, vóór je maagdenvlies eraan ging. Het is geen sinecure voor de hoofdpersonen van Dokter Jazz, het romandebuut van filosofe, literatuurwetenschapper en publiciste Stine Jensen. De Deense arts, de Deense reisleidster en de Egyptische taxichauffeur, alledrie van middelbare leeftijd, worstelen met de gewenste zuiverheid. Helaas wil Dokter Jazz maar niet verder komen dan die vaststelling.

Laten we beginnen met het begin: onze vertelster, de redactrice Dolly (met borsten als ‘skippyballen of kanonskogels’), raakt geïntrigeerd door de geschiedenis van haar oom. De knappe Mads, de dokter Jazz uit de titel, raakt door zijn liederlijke levensloop in de schulden en vertrekt naar Saoedi-Arabië voor het grote geld, en wordt daar hopeloos verliefd op een prinses. En zij op hem, een platoonse relatie van kopjes thee en riedeltjes jazz bloeit op.

‘“Speel dat nummer, Mads, speel ‘Fly Me To The Moon’.”
Hij heeft geglunderd en haar de beste muzikale optredens van zijn leven gegeven: van “Fly me to the Moon” tot “The Sheik of Araby”gespeeld, van “My Funny Valentine” tot “Hello Central, Give Me Dr. Jazz”.
Hij heeft de liedjes als kleine presentjes aan haar geschonken, en toegekeken hoe zij met haar benen gevouwen als een zeemeermin met open mond luisterde naar zijn muziek. Hoe ze meedanste met haar bovenlichaam en hoe de melodieën door haar lijf stroomden.’

Ze wil wel een garantie van zijn trouw, noodzakelijk voor een huwelijk: zijn bekering. Heel fanatiek moslim wordt hij niet, en de relatie loopt stuk. Terug in Denemarken opent hij een kliniek waar in het geniep en tegen riante betaling de maagdenvliezen worden hersteld van rijke Saoedische dames. Dat, en een eeuwige afkeer van die hypocriete Arabieren, heeft hij dan toch aan de romance overgehouden. Een bont figuur, een roman waard, maar hij is slechts het beginpunt van Dolly’s reconstructie, die tot op het grasveld vóór zijn kliniek leidt, waar Selma, reisleidster, in een coma gemept wordt door Kader, taxichauffeur. Die drie samenbrengen, dat is de missie van onze vertelster: ‘… ik, Dolly Laudrup, [zou] deze delicate kwestie tot op de bodem uitzoeken.’

Kookboeken Nieuws

En daar gaat het mis: detective Dolly reconstrueert, en wel in een zo journalistiek mogelijke vorm, als een alwetende verteller die alleen de tegenwoordige tijd tot zijn beschikking heeft. Zij ziet alles, alle leugens en hypocrisie, het overspel en de maagdenvliesoperaties. Zij weet hoe het fout gaat, en ze vergist zich niet. Elke interesse die je had in Jensens kleurrijke hoofdpersonen wordt door die perspectiefkeuze op afstand gezet: eerst reconstrueren, dan inleven…

‘De meeste expatvrouwen werken niet. Tenzij je verpleegkundige bent, is het lastig om hier als vrouw werk te vinden. Ze wonen in villa’s in compounds en zijn omgeven door apparaten, die door de bediende aan en uit worden gezet. […]
Sommige expatvrouwen nemen zich voor een start te maken met hun memoires: My Life as a Wife. Ik, Dolly, had met regelmaat zulke dergelijke manuscripten opgeknapt.’

… en dan even met een commentaartje van onze alwetende vertelster geconfronteerd worden, in de verleden tijd. Een verhaal kan dan nog zo tragisch aflopen, erg betrokken raak ik er niet bij. Nee, ik word er wat ongemakkelijk van, net als van momenten dat Mads ‘licht en blij’ wordt, Selma vaststelt dat het niet aan haar ligt, maar ‘aan de verkeerde keuze’, en dat Dolly ‘met gekruiste benen als een tweede Sheherazade op de grond [zat] om naar haar te luisteren [sic.]’ – te luisteren, niet te vertellen, zoals de originele Sheherazade.

Ongemak is niet per definitie slecht. Literatuur mag, móét meer doen dan ontspanning bieden, en misschien is dit wel de beste manier om vast te stellen dat liefde tussen Oost en West niet gaat, dat cultuurverschillen leiden tot cosmetische overbruggingen, gehuichel met maagdenvliezen en geloof. Misschien zijn er wel drie situaties nodig om dat te illustreren, drie die symbolisch tot een fatale samenkomst komen op 11 september 2001 in het Denemarken dat cartoonrellen zou voortbrengen. Misschien maakt Jensen, die eerder schreef over haar eigen relatie met een Turkse man in Turkse vlinders (2005) en over cosmetische chirurgie in diverse media, vooral een punt. Maar ik ben door de onverzorgde vorm dan al niet meer geïnteresseerd.

Lachen kan ik er evenmin om, al acht ik het niet onwaarschijnlijk dat dat hele vertelperspectief een ironische stunt is van de literatuurwetenschapper Jensen: een redactrice die zich als detective opstelt en meteen al haar eigen regels overboord gooit over het schrappen van dromen, het aandikken van seks en het ‘opknappen’ van zinnen, die is toch niet serieus te nemen?
Had ze het maar bij Mads en zijn prinses gelaten, dat had een roman op zich kunnen zijn, zonder Dolly Laudrup en haar expatvrouwen, een zinderende, traditioneel vertelde roman, of een erotisch Oosters sprookje, mét kans op terdoodveroordeling. Ik denk dat dát een boek was geweest dat rondborstige Dolly zelf had willen redigeren, maar dan had Jensen haar punt niet gemaakt.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.