"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Donderbaert

Dinsdag, 3 mei, 2022

Geschreven door: Dietske Geerlings
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Donderbaert versus Kurtz

[Column] Als het om moraal gaat, bestaat de mensheid uit drie groepen. Het was geloof ik de voormalige voorman van de VVD Frits Bolkestein die me dit voorhield tijdens het interview dat ik dertig jaar geleden met hem had voor Filosofie Magazine. Vijf procent van de mensen deugen, dat zijn mensen die zorgen dat het goed gaat in een land, zorgen dat er goede wetten zijn en dat die gerespecteerd worden. Mensen die niet uit zijn op eigen gewin, maar het grote belang zien. Het zijn ook de mensen die in de oorlog standvastig waren, in het verzet gingen, Joodse onderduikers in huis namen. Naast deze groep is er vijf procent van de mensen die nooit deugt, mensen die alleen bezig zijn voor zichzelf, zonder moraal, zonder normen en waarden: de criminelen, drugsdealers, moordenaars, verkrachters en vul maar in wie dat in de Tweede Wereldoorlog waren. Het zijn mensen die het kwaad vertegenwoordigen. En die overige 90 procent, die lopen mee en afhankelijk welke van de twee kleine groepen aan de macht zijn, doen ze het goede of het slechte.

Een somber beeld over mensen, zeker niet een visie van ‘elk mens is van nature goed’. Nee, de mens is alleen goed als die kleine elite van goede mensen het goede doet.

Kantelpunt

Steeds meer voelt deze tijd als een kantelpunt, alsof de verkeerde groep aan de macht komt. In de oorlog in Oekraïne spreekt het voor zich, daar is het gemakkelijk om het goede tegenover het kwade te duiden. Maar ook in onze samenleving zie je steeds meer dat een giftige mix van economische belangen, fake news en staalhard opportunisme de overhand krijgt. Het vertrouwen in de politiek is nog nooit zo laag geweest, het aantal mensen die totale onzin gelooft nog nooit zo groot. En die verkiezing zondag in Frankrijk, ik ben er niet gerust op. [Inmiddels weten we de rechts-extremisten niet gewonnen hebben/rd]

Vorig jaar sprak ik bij DLVAlive online de bijzondere auteur Dietske Geerlings. Ze schrijft liefdevolle poëtische boeken en novellen over zachte en sympathieke mensen die worstelen met het leven. De boeken geeft ze in eigen beheer uit voor een kleine, selecte groep van lezers. Bijna elk jaar een nieuw boek. Bijzonder. Jammer dat ze niet bij een groot uitgeefhuis zit, ben ik van mening, dan kunnen meer mensen kennismaken met haar werk. Ze stuurde me een tijd geleden haar nieuwe boek Tere min [haar voorlaatste boek/rd] vroeg jij mij waar ik het kwaad liet. Die vraag is bij mij blijven hangen.” Ze schreef dat Donderbaert het resultaat was van mijn vraag. In haar nieuwe novelle onderzoekt ze het kwaad.

Geschiedenis Magazine

Syrië
Het verhaal gaat over een jong meisje, een vluchtelinge uit Syrië. We maken haar mee tijdens de heftige vlucht uit het verscheurde land waar het kwaad de overhand kreeg. Tijdens de tocht verliest ze haar opa, haar ouders was ze al eerder kwijtgeraakt. En we maken haar mee terwijl ze buiten speelt in een asielzoekerscentrum in Nederland waar ze een plekje heeft gekregen. Het verhaal gaat ook over een Nederlandse gepensioneerde leraar, een norse weduwnaar die zowel zijn vrouw als zoontje bij een ongeluk kwijtraakte. Hij woont naast het vluchtelingencentrum. Bij toeval ontmoet hij het Syrische meisje als ze zich brandt aan de stengels en het sap van de giftige grote berenklauw. Hij helpt het meisje de ‘brand’ te blussen. Prompt noemt ze hem ‘aljadu’, opa. En hij noemt haar ook ‘aljadu’, want dat is het enige woord wat hij van haar gehoord heeft. Langzaamaan zoekt hij toenadering, het meisje lijkt weer een reden voor hem om te willen leven. Geerlings zoomt in op de twijfels en gevoelens van de oude man. Kan hij wel een opa voor het meisje zijn? Hij leest de fragmenten van Heirakeitos, ‘de duistere filosoof’ uit het oude Griekeland, de denker van ‘alles stroomt’, en van oorlog en vuur. En wij lezen over de eigenaardigheden van de oude man: over zijn geslotenheid, zijn eenzaamheid, maar ook over zijn nare kantjes: woedeaanvallen en driften, ook seksueel, pervers. De oude man worstelt met zijn slechte eigenschappen, hij heeft ze praktisch altijd kunnen bedwingen. Daarnaast mist hij zijn vrouw, en mist hij zijn zoon. Hij kan hen zich steeds minder goed herinneren. Wat moet hij aan met zijn leven?

Joseph Conrad
Bij de eerste lezing van Donderbaert – je bent geneigd om de oude man zo te noemen, maar het is een plant die een rol heeft in het boek – dacht ik: als deze man het kwaad moet voorstellen, dan snapt Geerlings niet wat het echte kwaad is. Lees er dan nog maar eens Heart of Darkness van Joseph Conrad op na, over de sadistische en totaal ontaarde handelsreiziger Kurtz die midden in de binnenlanden van Congo een eigen universum schiep zonder moraal en zonder wetten der redelijkheid. Als Kurtz op sterven ligt roept hij “The horror! The horror!” (“De verschrikking! De verschrikking!”), waarmee hij zijn daden beschrijft. In Kurtz herkennen we de Hitlers, de Stalins, de Pol Pots van deze wereld en sinds kort ook de Poetins, vertegenwoordigers van het absolute kwaad.

Bij tweede lezing van Donderbaert kwam een nieuwe gedachte bij me binnen. Geerlings wil niet het absolute kwaad duiden. Dat is te simpel, dat kan iedereen zich wel voorstellen: duivels zijn van alle tijden. Nee, Geerlings portretteert een mens van vlees en bloed, iemand die we gewoon zouden kunnen tegenkomen in ons dagelijkse leven. Misschien lijkt de oude ‘Donderbaert’ wel op onszelf. Een mens met goede maar ook slechte eigenschappen. Het kwaad zit in iedereen, leert Donderbaert ons. Je bent pas tot het goede in staat als je het slechte in jezelf overwint. Misschien zijn daarom de morele leiders van onze tijd vooral mensen die zichzelf goed kennen en zich weten te beheersen. Heeft u deze eigenschappen? Laat van u horen. We hebben u nodig!

Eerder verschenen in Bazarow Magazine