"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Doorbreek je dwang

Dinsdag, 17 november, 2020

Geschreven door: Manja de Neef, Yvette van der Pas
Artikel door: Karl van Heijster

Stapje voor stapje steeds minder dwangen

[Recensie] Je trekt schoenen aan, en je jas. Je steekt de sleutel in het slot, trekt voor de zekerheid nog eens aan de klink. Je steekt de straat over – en ineens vraag je jezelf af: heb ik de deur eigenlijk wel afgesloten? Ja, zullen de meeste mensen denken, en ze lopen door. Of ze twijfelen, maar ze vertrouwen erop dat het wel los zal lopen. 

Maar dat zelfvertrouwen is niet voor iedereen weggelegd. Voor mensen met een obsessieve compulsieve stoornis (OCS) is – bijvoorbeeld – de gedachte dat ze de deur niet hebben afgesloten, zo verontrustend, dat ze terug zullen gaan om dat te controleren. En nog eens controleren. En nog eens controleren. Het kan zelfs zo erg zijn, dat ze er uren over doen om het huis te verlaten, bang dat ze iets over het hoofd hebben gezien. De handelingen die ze dwangmatig van zichzelf uit moeten voeren, kunnen hun leven – en de levens van de mensen in hun omgeving – beheersen tot het punt dat ze er zelfs depressief van kunnen worden.

Afbouwen

Boekenkrant

Dat ‘dwangen’, zoals het informeel wordt genoemd, is een gewoonte die in de loop der jaren is ontstaan en gegroeid. Het goede nieuws is: wat is ontstaan, kan ook weer verdwijnen. Maar makkelijk zal dat niet gaan. Gewoonweg ophouden is voor dwangers geen optie. De angst en stress die dat oplevert, is voor hen niet te verdragen. De dwanghandelingen moeten langzaam worden afgebouwd. Hoe, dat beschrijven Manja de Neef en Yvette van der Pas in Doorbreek je dwang, een zelfhulpboek voor mensen met OCS.

De techniek die zij voorstaan, is exposure met responsepreventie. In het kort komt het erop neer dat de dwanger zichzelf bloot moet stellen en datgene wat hij of zij eng vindt, en dan niet de handelingen uit mag voeren waarmee hij/zij die angst normaliter in bedwang houdt. Dat gaat in kleine stapjes. Het begint ermee dat de dwanger zijn/haar problemen in kaart brengt en voor doelen formuleren. Vervolgens bedenkt hij/zij zelf (eventueel samen met een vertrouwenspersoon) oefeningen om die doelen te bereiken. Vervolgens moet hij/zij elke week drie tot vijf van die oefeningen vol proberen te houden. Bijvoorbeeld: het huis verlaten en de deur maar één keer controleren. In het boek zelf, maar ook op de website, zijn hulpmiddelen te vinden voor dit proces, zoals formulieren waarop de doelen en oefeningen kunnen worden genoteerd.

Valkuilen

Het idee achter exposure klinkt redelijk eenvoudig, maar het de weg naar een leven zonder dwang zit vol valkuilen. Bijvoorbeeld: het blijven uitstellen van de moeilijker oefeningen. Want het klinkt misschien voor de hand liggend om makkelijk te beginnen en steeds moeilijker oefeningen op de planning te zetten. Maar dat raden de schrijfsters niet aan. Wie de moeilijkste oefeningen voor het laatst bewaart, maakt de berg waar hij tegenop ziet nooit kleiner. Beter is om elke week te oefenen op verschillende moeilijkheidsniveaus.

Een andere valkuil is het eigen proces ondermijnen door mooi weer te spelen. Het is voor een dwanger makkelijk – en verleidelijk! – om te smokkelen. Bijvoorbeeld door jezelf wijs te maken dat je iets vergeten bent, zodat je nog eens terug kunt om de deur extra te controleren. Het afbouwen van dwanghandelingen vraagt niet alleen veel motivatie. Het staat of valt bij het vermogen eerlijk te zijn tegen jezelf.

Meer nog: eerlijk zijn zonder daarbij te vervallen in een demotiverende vorm van zelfkritiek. De beste tip in het boek, is bedoeld om precies die valkuil te voorkomen. Vóór alles raden de schrijfsters in te zetten op complimenten. Maar als je dan toch de behoefte voelt om jezelf te straffen, zorg dan dat die straf nuttig is. Spreek jezelf niet streng toe. Geef jezelf liever de opdracht een klusje te doen waar je (misschien al langer) tegenop ziet, bijvoorbeeld het opruimen van de schuur. Is dat vooruitzicht niet voldoende om de oefeningen tot een goed einde te brengen? Dan heb je aan het eind van de dag tenminste een opgeruimde schuur.

Niet de enige

Het zelfhulpprogramma dat in Doorbreek je dwang staat beschreven, duurt negen weken. Elke week leest de dwanger een hoofdstuk en maakt de bijbehorende opdrachten. De Neef en van der Pas schrijven begripvol en motiverend. Hun bemoedigende woorden worden afgewisseld met ervaringsverhalen van een viertal (fictieve, maar op echte personen gebaseerde) mededwangers. Dat verlevendigt het boek, en brengt bovendien een duidelijke boodschap over: je bent niet de enige. Schaamte is één van de hoofdoorzaken waarom mensen met OCS wachten met het zoeken van hulp tot hun dwang hun leven heeft overgenomen. Hoe eerder er wordt ingegrepen, hoe makkelijker het is om de dwang te bedwingen.

Dat gezegd hebbende, lukt het niet elke dwanger om met motivatie alleen de dwang onder controle te krijgen. In sommige gevallen is het raadzaam om de exposure aan te vullen met medicatie. De schrijfsters benadrukken dat dit altijd in samenspraak met een arts of psycholoog dient te gebeuren, en dat medicatie zonder exposure-therapie niet tot blijvende resultaten leidt. Dwang is in de loop der jaren langzaam opgebouwd; ze kan niet in één klap worden afgebroken, ook niet met een pil. Leren leven zonder dwang is een langdurig proces. Hulp zoeken – bij een professional of met de aanschaf van Doorbreek je dwang – is in dat proces slechts de eerste stap.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles