"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Draad

Donderdag, 29 september, 2016

Geschreven door: Julia Blackburn
Artikel door: Marnix Verplancke

De zee borduren als therapie

[Recensie] Toen Julia Blackburn voor het eerst een schilderij van John Craske zag, zag ze meer dan een zeezicht met een bootje op de golven. Ze zag de man erachter en voelde zich door elkaar geschud. Dat bootje was de weerslag van het leven zelf, besefte ze, van de onbestendigheid ervan en van onze worsteling om het hoofd boven water te houden en verder te leven te midden van alle angst en onzekerheid. Wat ze vooral voelde was dat ze meer wou weten.

Draad, Het delicate leven van John Craske is Julia Blackburns verhaal over die zoektocht naar dat meer. Het zou een moeilijke zoektocht worden, wist ze van in het begin, want over John Craske is niet zo veel geweten. De man werd in 1881 in een klein plaatsje aan de Engelse oostkust geboren. Hij was de zoon van een visser en zou zijn vader samen met zijn twee broers helpen op zee tot het gezin van de visvangst overging op de visverkoop. In 1917 ging hij naar het leger. Nog tijdens zijn opleiding werd hij getroffen door een griepaanval die zijn hersenen leek aan te tasten. Hij raakte buiten bewustzijn en werd nooit meer zichzelf. Na in een paar hospitalen behandeld te zijn werd hij uiteindelijk uit het leger ontslagen omwille van medische redenen; de diagnose: imbeciliteit.

Craske was in 1908 getrouwd met Laura Eke. Deze vrouw ving hem na zijn ontslag liefdevol op. Aan huis gekluisterd door zijn verdoofde toestand was Craske tot niet veel meer in staat dan het maken van miniatuurbootjes, die Laura verkocht. In 1923 maakte Craske zijn eerste schilderij. Wat hij er precies bij voelde, zullen we nooit weten, maar hij raakte aan het schilderen verslingerd en tot zijn dood, twintig jaar later, zou hij nog honderden werken maken. Zijn fysieke zwakte werd met de jaren groter en toen hij zijn bed niet meer uit kon en dus niet meer voor een schildersezel kon staan, ging hij over op borduren. Ontdekt door iemand uit de marge van de Bloomsbury Group, kreeg hij tentoonstellingen in Londen en New York, waar zijn schilderijen geprezen werden als staaltjes naïeve kunst te vergelijken met de doeken van de Fransman Henri Rousseau.

Net zoals haar hond kan zitten staren naar plaatsen waar niets meer gebeurt, zoals naar een bord waar net nog iets lekkers op lag maar nu niet meer, of naar een konijnenpijp waarin al lang geen konijn meer woont, was Blackburn op zoek naar een man die er niet langer was, besefte ze. Craske had in zijn leven alleen bewijzen van afwezigheid achtergelaten, met als hoogtepunt wellicht zijn autobiografische geschrift My Life Story of the Sea. Ze vindt er regelmatig verwijzingen naar, maar de tekst zelf lijkt van de aardbol verdwenen. Ze gaat praten met de laatste overlevende Craskes, maar die weigeren haar te ontmoeten of hebben niets nieuws te melden. Ze doorzoekt archieven en privémusea, maar afgezien van een aantal nieuwe schilderijen en borduurwerken levert ook dat niets op. Maar wat ze gaandeweg wel bovenspit, is een verdwenen visserscultuur met haar eigen taal en kennis: charmant en bikkelhard tegelijkertijd.

Pf

Gaandeweg ga je als lezer voelen dat Craske voor Julia Blackburn meer is dan zomaar een schilder. Dit gaat dieper. In het verleden schreef ze al boeken over Napoleon op Sint Helena, over Billie Holiday in racistisch Amerika en over de doofheid van Goya. Net zoals deze drie gevangen zaten, zat ook Craske het grootste deel van zijn leven vast in ziekte en armoede. De zee schilderen of  borduren was zijn manier om zich weer vrij te voelen, en een gewaardeerd mens ook. Wanneer Blackburn op bezoek gaat bij een docent aan de kunstacademie, hoort ze hetzelfde: dat borduren voor mensen die vastzitten een therapeutische werking kan hebben.

Maar dat is nog niet alles. Hoe meer Blackburn te weten komt over Craske en zijn vrouw Laura, hoe vaker ze in hun relatie parallellen ziet met die van haarzelf en haar Herman. En dat gaat heel ver, tot de dood toe, want terwijl ze Draad aan het schrijven was, werd ze net als Laura weduwe. De ingetogenheid waarmee ze over dit verlies schrijft is imposant. Dit is persoonlijk verdriet, gekoppeld aan de vraag hoe het nu verder moet, en geen opzichtig – en al te makkelijk – gekoketteer met grote emoties. En dan hoop je voor Blackburn dat ze net zo weerbaar zal zijn tegen de onbestendigheid van het leven als Laura.

Eerder verschenen in Trouw


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.