"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Drie volle manen

Dinsdag, 4 mei, 2021

Geschreven door: Marjolein Degenaar
Artikel door: Jan Stoel

Een boek over de liefde en zoveel meer

[Recensie] Drie volle manen, de debuutroman van Marjolein Degenaar, is een bijzondere en gelaagde roman. Je kunt hem bijvoorbeeld lezen als een liefdesroman. Sophie Stevens, een slanke, jeugdig uitziende 51-jarige gebarentaaldeskundige, die een proefschrift heeft geschreven over het onderwijs aan doven zit in een scheidingstraject. Ze bezoekt een lezing van de 45-jarige astronoom/historicus Denis van Liem met als titel Schitteringen in de duisternis over de geschiedenis van de Arabische astronomie. Van Liem is een enorme ontdekking op het spoor. Eeuwen voor Copernicus, in de dertiende eeuw, zou al ontdekt zijn dat de zon het centrum is van ons zonnestelsel. Ze wordt als ware naar Denis toegezogen, valt als een blok voor hem. De liefde lijkt wederzijds en er ontwikkelt zich een romance. Ze schrijven elkaar e-mails en Sophie gaat daar steeds een stapje verder in, wil alles voor de man van haar dromen doen. Maar Denis houdt afstand, hij is getrouwd en wil geen driehoeksverhouding. Sophie blijft maar aandringen, totdat…

Maar het is ook een psychologische roman en dan met name over het innerlijke van Sophie, de gevolgen die de verliefdheid heeft op haar psyche.

Drie volle manen zou je kunnen beschouwen als een variant op de briefroman van vroeger (denk aan de Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart van Betje Wollf en Aagje Deken (1782) en The Color Purple van Alice Walker (1982)). In het boek van Degenaar communiceren de personages via e-mail. Je zou dus kunnen spreken van een e-mailroman. Een zuivere ‘e-mail-roman’ is het niet omdat ze elkaar ook fysiek ontmoeten. Er is dus sprake van een mengvorm.

De roman speelt zich af in een periode van drie maanden, vandaar de titel Drie volle manen. De auteur doet iets bijzonders met de structuur van de roman. Het verhaal is opgedeeld in acht hoofdstukken en die corresponderen enerzijds met de acht fases van de maan, maar anderzijds komen ze overeen met de wijze waarop de personages, met name Sophie, zich ontwikkelen. Dat is een vondst. Zo kun je het eerste hoofdstuk met als titel ‘inleiding’ verbinden met de fase van de nieuwe maan, die staat voor ‘het maken van een schone lei en het dromen van een samenzijn met Denis.’ Het tweede hoofdstuk , de uitnodiging, kun je koppelen aan de wassende maan met als kenmerk het geloof in en verwachtingen voor de toekomst. Als je naar de laatste hoofdstuk kijkt, de laatste kwartierfase, de fase waarin de maancyclus ten einde loopt, congrueert dat met het gevoel van ‘het loslaten van de dingen’ en het je voor te bereiden op de nieuwe maan.

Boekenkrant

Het verhaal op deze manier lezen zorgt voor diepgang, opent een hele nieuwe wereld. Niet voor niets promoveerde Degenaar in de wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit in Rottrerdam en doceert ze filosofie.

De wetenschappelijke, soms toch te uitgebreide en te gedetailleerde verhandelingen over astronomie, de historie van de doventaal, de klassieke oudheid, halen het tempo uit het verhaal met zinnen als: “Ptolemeus had zijn beruchte epicykels nodig om de retrogade bewegingen van planeten te verklaren”. Oef, dat vergt veel van de lezer. Het zijn echter vooral de verbindingen die het verhaal zo interessant maken, zoals die met de verhalen uit de Metamorfoses van Ovidius, het verhaal van de Griekse dichteres Sappho (een belangrijk verhaal dat op het eind van het boek echt inzicht geeft in de psychische toestand waarin Sophie zich bevindt). Mooi is de verbinding tussen doventaal en de astronomie. Zo staart Sophie naar de sterrenhemel: “Kon ze dat bovenaardse braille maar ontcijferen, dan wist ze misschien wat haar te wachten stond.” En wat te denken van gebarentaalpoëzie, “een soort dans met vingers handen en armen”. Zoek op You Tube maar eens filmpjes van Wim Emmerik op en beleef poëzie op een heel andere manier.

Het taalgebruik is soms wat vormelijk. Op haar sterkst is Degenaar als ze met woorden en begrippen speelt. Als Dennis voor de wetenschap kiest poppen ineens de woorden ‘egocentrisch’ en ‘geocentrisch’ op. Wanneer Sophie en Dennis gaan zwemmen en Sophie geen passend badpak heeft zegt ze dat ze wel een Eva-tenue heeft, “waarbij een deel van het Franse gedeelte van de samenstelling de betekenis van de woordcombinatie bevat.” En de achternaam van Denis is Van Lime. “Als je de medeklinkers van zijn achternaam verwisselde kreeg je het Franse woord voor honing’. Vrij vertaald betekende Denis van Liem dus ‘de goddelijke man met de honingzoete stem.” Maar Loem kan ook van het Latijnse limes komen wat ‘grens’ betekent.

Interessant is het motto van het boek: “Ik herhaal je / zonder begin of einde”. Het komt uit een gedicht van de Zuid-Afrikaanse dichteres Ingrid Jonker (1933-1965). Zij kende een bewogen leven met psychische en amoureuze problemen. Op 19 juli 1965 verliet ze de kliniek waarin ze was opgenomen en liep de zee in. Haar levenloze lichaam spoelde later aan. Het geeft aan wat Sophie ervaart in de liefde die ze ervaart voor Dennis, drie volle maanden lang, en steeds opnieuw. Het eind van Drie volle manen luidt ‘Non finis’, onvoltooid. Daarmee creëert de auteur een open einde.

Er valt zoveel te ontdekken in het verhaal. Neem de tijd voor het verhaal en ga op zoek gaat naar de waarheid achter de woorden.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles