"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Duel

Dinsdag, 9 maart, 2010

Geschreven door: Joost Zwagerman
Artikel door: Marleen Louter

96 pagina’s, en geen letter meer

Er is veel dat om aandacht schreeuwt in Duel, het boekenweekgeschenk 2010. Allereerst de ontvreemding en beschadiging van een kostbaar werk van de kunstenaar Rothko, en de consequenties die deze gebeurtenis heeft voor de toch al beschadigde museumdirecteur Jelmer Verhooff, wiens neergang ermee wordt ingezet. Dat leidt tot een min of meer plotgericht verhaal, waarin echter ook de kunstkritiek een belangrijke rol speelt. Het duel tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ beeldende kunst wordt in Duel aan de kaak gesteld, met als metaforische commentaar op die strijd het conceptuele kunstproject van Emma Duiker, die de kwetsbaarheid van die kunst en daarmee het wezen ervan blootlegt. En dan is er nog de tekst zelf, die bij vlagen sturend is (‘Nee, dít is de proloog’) en het verhaal een hoog tempo oplegt.

Juist die veelheid vormt de achilleshiel van de novelle, want het Boekenweekgeschenk kent nauwelijks een eenduidig hoofdthema; Zwagerman komt in Duel de lezer niet tegemoet door expliciet te maken wat hij nu het belangrijkste vindt. Als het de ontwikkeling van hoofdpersonage Jelmer Verhooff is die Zwagerman centraal wil stellen (wat de pro- en epiloog wel doen vermoeden), waarom is hij dan na 96 pagina’s nog steeds een plat, enigszins karikaturaal karakter? Hij blijft jong, impulsief en idealistisch waar het om kunst gaat – verder niets. En wanneer Zwagerman werkelijk kritiek wil uiten op de moderne stand van de beeldende kunst, had hij dan niet beter curator Olde Husink kunnen laten optreden als hoofdpersoon in plaats van het tweedehands perspectief dat hem nu wordt toegedicht – had die oudgediende niet als geen ander het ‘duel’ tussen de oude en de nieuwe kunstopvattingen kunnen becommentariëren? De symboliek van het kunstproject van Duiker ten slotte, speelt die de hoofdrol? Dan was die thematiek ongetwijfeld beter tot zijn recht gekomen wanneer die niet werd overstemd door de slapstick-achtige scènes in de school in Novo Mesto – omlijst door een totaal oninteressante vliegreis.

In plaats van hiërarchie aan te brengen, vuurt Zwagerman die verschillende thema’s en de daaruit voortvloeiende gebeurtenissen in hoog tempo op de lezer af. Binnen de beperkte ruimte die hem in dit Boekenweekgeschenk is vergund schenkt hij zelfs aandacht aan enigszins gekunstelde details, zoals de gewoonte van de tolk om het Sloveens niet alleen te vertalen maar daaraan ook – tot vijfmaal toe – de letterlijke Sloveense betekenis toe te voegen, die wat hem betreft – zo zegt hij ook tot vijfmaal toe – veel rijker is.

‘Dat zegt hij niet letterlijk, in het Sloveens heet het dat je een plant in volle bloei zal trakteren op persoonlijk zonlicht, wat ik een veel mooiere uitdrukking vind dan dat malle Nederlandse “beste beentje”, maar…’

Foodlog

Die eclecticiteit, het gelijkstellen en naast elkaar laten functioneren van verhaalelementen, is eigen aan Zwagermans stijl, evenals de vaart waarmee hij ze opvoert. Het reikt dan ook te ver om dergelijke keuzes zonder meer te veroordelen, vooral ook omdat het heeft geleid tot een alleszins acceptabel Boekenweekgeschenk. Zwagermans vakmanschap wordt zichtbaar in de doeltreffendheid waarmee hij zijn stijl doseert, en Duel vliegt dan ook nergens echt uit de bocht. Maar het wordt ook niet meer dan dat. Daarvoor is het te volgeschreven; het hinkt op te veel gedachten in een te korte tekst. Duel mist de subtiliteit en de genadeloze brille die Zwagermans romans kenmerken, waarin het hoge tempo lijkt te worden toegepast als een literair middel om de onderliggende thematiek – niet zelden de onvervuldheid van het leven van zijn personages – te verhullen, die dan op het juiste, zorgvuldig voorbereide moment uiterst scherp naar voren wordt gebracht, of de hele roman pijnlijk tussen de regels door schemert. Zwagerman probeert een dergelijk indringend moment misschien te bewerkstelligen in de epiloog van Duel, maar het mist alle uitwerking.

Daarmee overkomt Zwagerman wat talloze auteurs voor hem ook al overkwam. Er is te weinig ruimte om zijn novelle adequaat op te bouwen, om karakter toe te kennen aan de personages en die een duidelijke plek te geven; om alle pionnen in stelling te brengen voor het overtuigend uitspelen van zijn thematiek en daarmee uit te stijgen boven de woorden die leesbaar op papier staan. Weer is het werkelijke verhaal van dit Boekenweekgeschenk niet meer dan 96 pagina’s – weer een groot auteur die er is ingetuind.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: