"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een ander leven

Vrijdag, 5 april, 2019

Geschreven door: Ton Anbeek
Artikel door: Arnold Heumakers

Straatrumoer op de achtergrond

[Recensie] Waarschijnlijk zal het hem tot het einde der tijden blijven achtervolgen: het verzoek om meer ‘straatrumoer’ dat Ton Anbeek in 1981 richtte tot de Nederlandse literatuur. Sindsdien heeft Anbeek zelf twee romans geschreven, waarin het tot verbazing van sommigen niet zo vreselijk rumoerig toeging. Gemeenschap (1987) was een geslaagde poging erotiek en religie met elkaar te verbinden; Sisyfus verliefd (1990) beoogde, wat mij betreft met minder succes, een tijdsbeeld te schetsen van de jaren zestig en zeventig aan de hand van de bedavonturen van een modegevoelige social climber. Het straatrumoer, voor zover aanwezig, bleef in deze romans beperkt tot een geluid op de achtergrond.

Niet veel anders is het in Anbeeks derde roman Een ander leven. Uitgangspunt is weliswaar een bankoverval die uitloopt op een gijzeling, maar de roman zelf concentreert zich vooral op de psychologische gevolgen hiervan voor twee van de gijzelaars. De sociale thematiek (het geweld in onze moderne samenleving) blijkt in de praktijk niet meer dan een aanleiding om iets heel anders aan de orde te stellen: de gevangenschap van de burger in zijn dagelijkse routine van arbeid en huwelijk, en de mogelijkheid daaruit te ontsnappen.

De gijzeling betekent voor de beide hoofdpersonen, dank zij de directe confrontatie met de dood, een verhevigde existentiële ervaring die hen in staat stelt hun normale conditie met andere ogen te bezien. Hans werkt op een kantoor waar hij (zoals hij het zelf uitdrukt) zich onledig houdt met “papier verschuiven”; Pauline is een kinderrechter die volledig in haar werk opgaat. De gijzeling ontketent een proces van ontbinding, dat bij Hans vooral in psychische, bij Pauline in fysieke stoornissen tot uiting komt. Met bij beiden als resultaat dat de omstandigheden waarmee zij voordien kennelijk genoegen namen opeens niet meer voldoen. De uitzonderlijke ervaring wint het van de routine; echtgenoten en kinderen worden in de steek gelaten en de ex-slachtoffers eindigen in elkaars armen.

Vrij van stereotiepe trekken is de plot van Een ander leven niet. Vroeg in de roman (op blz. 22) wordt gemeld dat Hans en Pauline tijdens de gijzeling het gevoel hebben gehad na afloop “andere mensen” te zullen zijn, terwijl de psycholoog die de radeloze familieleden adviseert Hans zo’n tien bladzijden eerder al een “wandelende tijdbom” heeft genoemd. Wie vervolgens verwacht dat de “tijdbom” zal ontploffen, wordt op zijn wenken bediend. Schokkende verrassingen blijkt Anbeek niet in petto te hebben. Ook dat de nauwelijks beschreven gijzeling aan het eind – in de vorm van een flashback – nog even terugkeert, gehoorzaamt volledig aan de regels van de kunst.

Hereditas Nexus

Wat de roman niettemin de moeite waard maakt, is de manier waarop het psychologische drama zich ontvouwt. De logica van de gebeurtenissen is voorspelbaar, maar de portrettering van de hoofdpersonen en de mensen om hen heen bezit een grote – realistische – kwaliteit. Het gaat om zeer herkenbare, zogezegd ‘levende’ personages die ondanks het schematische karakter van het verhaal waarin Anbeek hen heeft opgesloten niet veranderen in karikaturen of aangeklede marionetten.

Daarnaast is Een ander leven een spannend boek. Niet ondanks, maar dank zij de voorspelbaarheid van de afloop. Ergens in de roman wordt het “afschuwelijke genre” van de psychologische thriller ter sprake gebracht, maar hoe ‘afschuwelijk’ ook, het is duidelijk dat Anbeek er het nodige van heeft opgestoken. Dat de “tijdbom” zal afgaan ligt voor de hand, maar de onzekerheid omtrent het hoe en wanneer schept een onmiskenbare spanning, die Anbeek – niet altijd even subtiel – weet te voeden met zinnen (aan het slot van een passage) als: “hij zag de blik van een man die in koelen bloede kon wurgen.”

In een echte thriller wordt er uiteindelijk ook iemand de keel dichtgeknepen. Bij Anbeek blijft het geweld beperkt tot een klap op de kin van een collega en tot de intimidatie van een rivale in de liefde. Maar dan is de winst van de spanning al binnengehaald, wat onder meer tot gevolg heeft dat clichés als een metrotrein die “zuchtend tot stilstand” komt of een wat al te “gotisch” beeld als “een zwarte doos waarin blinde gedachten krioelden, bleek als maden” (het gaat om Paulines hoofd) het leesgenot niet duurzaam verstoren.

Toch blijft de roman in literair opzicht iets onbevredigends houden. Anbeek voegt zich naadloos in een al ruim voorziene realistische traditie, zonder daar iets substantieels aan toe te voegen. Ook wat je met enige goede wil de filosofische dimensie van zijn boek zou kunnen noemen (de gevangenschap van de mens in de dagelijkse routine van het leven) valt onmogelijk als een revelatie te beschouwen. Een ander leven biedt de lezer niets meer en niets minder dan amusement op niveau en lijkt mij als zodanig (ook door de zeer natuurlijk klinkende dialogen) geknipt voor een bewerking tot televisiedrama.

Twee jaar geleden [1990/red.] publiceerde Anbeek, in zijn hoedanigheid van hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde, een Geschiedenis van de Nederlandse literatuur tussen 1885 en 1985, waarin hij zich vooral richtte op de literaire ‘normveranderingen’ die in het beschreven tijdvak hadden plaatsgevonden. Veel bekende namen kwamen als gevolg van die keuze niet in zijn relaas voor, iets wat indertijd voor veel kritiek heeft gezorgd. Misschien strekt het Anbeeks critici tot troost dat volgens de gehanteerde maatstaf ook een roman als Een ander leven nooit een plaats zou krijgen in zijn eigen geschiedschrijving.

Eerder verschenen in De Volkskrant en op arnoldheumakers.nl

Boeken van deze Auteur:

Een ander leven

Een ander leven