"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een blote man beminnen

Dinsdag, 25 januari, 2022

Geschreven door: Sarah Neutkens
Artikel door: Marnix Verplancke

De eerste zin

“Wat toevallig, ik moest zojuist nog aan je denken.”

Recensie

Haar hele leven al is de vertelster uit Sarah Neutkens’ debuutroman Een blote man beminnen op zoek naar vervulling. Ze is geboren als een mal, hol, met de eeuwige belofte dat die ooit opgevuld zal worden. Tot er een man op haar pad verschijnt en ze verliefd wordt, hartstochtelijk en lichamelijk verliefd, en ze zich totaal wil geven en ook alles wil nemen. “Ik lig op mijn rug en kan gelijk een ongeschoren ooi niet meer op mijn benen terechtkomen,” lezen we. En dat allemaal door die blote man dus, de man die zo’n overweldigende invloed op haar heeft dat je je meteen afvraagt of dit wel goed zal aflopen.

Boekenkrant

Sarah Neutkens is vooral bekend als componiste. Op haar 23e heeft ze al vijf cd’s uit met hedendaagse klassieke muziek. Daarnaast acteert ze, is ze model en maakt ze beeldende kunst. Dat er ooit een boek zou komen lag dus in de lijn der verwachtingen, en dat dit boek in het verlengde van het voorgaande werk zou liggen ook, want alles hangt met alles samen in het universum van Neutkens. Zo spelen het Stabat Mater en het Middeleeuwse getijdenboek dat de dag onderverdeelt in metten, lauden, priem, terts, sext, none, vesper en completen in Een blote man beminnen een prominente rol, en werd er in haar muziek ook al naar verwezen.

Een blote man beminnen gunt de lezer een blik in het diepst van Neutkens’ gedachten, en die zijn best labyrintisch te noemen, al zit er wel degelijk orde in de waanzin. Je wordt overstelpt met beelden, voelt de hopeloosheid van de liefde en wordt samen met de vertelster een ander mens, iemand die beseft dat vrijheid soms zwaar om dragen is omdat die gepaard gaat met vallen en opstaan. In die zin gaat Een blote man beminnen niet alleen over de liefde, maar ook over het leven zelf, geprangd tussen geboorte en dood. Toen haar vader 53 was, brak zijn kies middendoor, aldus de vertelster. Tot dan had hij altijd in de toekomst geloofd, maar die breuk deed hem inzien dat het heden belangrijker was dan de belofte. Dat is ook wat de vertelster overhoudt aan haar affaire, dat ze moet leven in het nu, ook al is dat lastig, want “Het is een kunst, een blote man beminnen.”

Drie vragen aan Sarah Neutkens

Is je boek een studie in de liefde?

Neutkens: “Een beetje wel ja. Soms kom je iemand tegen en dan gebeurt het. Misschien is het wel een zelfonderzoek. Mijn vertelster is in het hele boek lang de grip op het leven kwijt. Mensen hebben hoop en verwachtingen, maar misschien moeten we daar eens van afstappen. Wanneer je niets verwacht en nergens meer op hoopt, is het veel makkelijker om grip te krijgen op jezelf. Spontaniteit vind ik belangrijk. Zo heb ik het boek ook geschreven, gewoon wat ik in me op voelde komen, tot frustratie van mijn redacteur, want die vond dat ik ergens de grond diende te raken. Maar dit is hoe het er uitkwam. Mijn boek heeft de vorm gekregen waar het om vroeg. Vandaar dat ik het ook op drie maanden heb geschreven, dat garandeerde de authenticiteit. Veel boeken zijn te beredeneerd, maar een leven is niet uitgedacht.”

Je schrijft: “Ik ben een gedegen leugenaar. Een echt mens.” Liegen we ons een leven bij elkaar?

Neutkens: “We houden onszelf en de mensen om ons heen heel vaak voor de gek. Daar is niets mis mee. Dat is juist menselijk. Dat is ook het mooie, dat je fantasie kan hebben en leugens kunt vertellen. Zo ben je in staat om dingen te verdragen. Anders is het allemaal wel heel hard. De waarheid is onbevredigend. De blote man loopt op het einde van mijn boek weg. Hij en de vertelster hoeven elkaar niet per se meer te kennen nadien. Dat is veel harder dan als er een mooi leugenachtig einde aan zou zitten waarin de twee hoofdrolspelers met ruzie uit elkaar zouden gaan.”

Kun je te veel houden van iemand, zoals de vertelster van je boek meent?

Neutkens: “Nee, ik ben nogal een romanticus, dus vind ik het heerlijk om te kunnen zwelgen in dat soort gevoelens. Nu heb ik de blote man niet zelf gekend en bestaat hij ook niet, maar ik vind het wel lekker om belachelijk veel van iemand te houden. Natuurlijk weet je dat je jezelf iets voorhoudt wat er misschien helemaal niet is, maar ik hou van het idee dat je het in je hoofd fantastisch kan maken. Al ben ik deep down een realist, toch laat ik mezelf graag voor de gek houden, zo lang het maar gebeurt met heel veel liefde en plezier.”

Eerder verschenen op Knack