"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een gedicht is ook maar een ding

Dinsdag, 7 december, 2021

Geschreven door: Lidewijde Paris
Artikel door: Jannie Trouwborst

Een eigenzinnige speurtocht door de Nederlandse poëzie

[Recensie] Met Een gedicht is ook maar een ding.

In de inleiding legt Paris uit, waarom ze niet voor de titel Hoe lees ik gedichten? heeft gekozen. Het is geen uitleg en analyse boek. De bedoeling is om lezers die opzien tegen het lezen van poëzie duidelijk te maken dat hoe gedichten gelezen en gewaardeerd worden een veelal persoonlijke zaak is. En door wat meer achtergrondinformatie te geven over het fenomeen gedicht probeert ze handvatten te geven om te kunnen ontdekken waarom bepaalde gedichten meer aanspreken dan andere. Niet elk gedicht hoeft begrepen te worden, terwijl het soms wel op de een of andere manier aanspreekt. In het boek beschrijft ze onder andere een aantal speurtochten van zichzelf naar de achtergronden van een onbegrepen gedicht. 

Het boek wil ook geen bloemlezing of poëziegeschiedenis zijn. De structuur wordt bepaald door de items op de omslag volgend op de regel Een gedicht is… Zoals: ook maar een ding, dat het hart beroert, dat zich soms aan regels houdt [en soms niet]. Elk in een eigen hoofdstuk. En dat is inderdaad een eigenzinnige, maar zeer effectieve methode. 

De literatuurgeschiedenis, zoals ik die onderwezen kreeg op de middelbare school, behandelde de stof strak in perioden, vanaf de Middeleeuwen naar het (toenmalige) heden. Pas toen de Middeleeuwen klaar waren, gingen we over naar de volgende periode. Daarbij werden alle genres tegelijk behandeld. Daar valt iets voor te zeggen (al was het soms wel erg saai zo), maar als poëzie het hoofdonderwerp wordt, is de methode van Paris aan te bevelen. Ik gun veel scholieren van nu dit boek!

Pf

Voor elk van de hoofdstukken is een thema gekozen. Bijvoorbeeld“… dat zich soms aan regels houdt en soms niet.” De gedichten die Paris hiervoor koos, bestrijken alle perioden. Ze maakt duidelijk om welke regels het aanvankelijk ging, hoe die in de loop der tijd anders gehanteerd werden of zelfs verworpen voor nieuwe inzichten. De achtergronden daarvan, de gemeenschappen van dichters die bepaalde regels nastreefden of juist afwezen komen aan de beurt. Zo komen analyse, geschiedenis en techniek toch bij elkaar binnen een onderwerp.

Bij een volgend thema komen weer andere historische of analytische zaken naar voren. Dat maakt het lezen afwisselend en boeiend. Gedichten uit verschillende perioden worden binnen het thema met elkaar vergeleken, om dan bijvoorbeeld te kunnen concluderen in  “… dat het hart beroert” er door de eeuwen heen niet veel veranderd is. 

Ik zal niet alle hoofdstukken apart beschrijven. Wie het boek uit heeft, zal ongetwijfeld van nu af aan anders naar gedichten kijken en ze op een andere, minder krampachtige manier benaderen. Daarnaast heeft men op een plezierige manier, ongemerkt, toch heel wat opgestoken (of opgefrist) van de poëziegeschiedenis en -analyse. Achterin het boek staat een register met alle geciteerde dichters en poëzietermen. Het laatste hoofdstuk heeft als titel: “Handige vragen bij het lezen van gedichten, gevolgd door een begrippenlijst”. Een nuttige toegift.

Wie weet durven nu meer leesclubs het aan om eens samen over een dichter of gedicht te spreken. Daarbij kan dit boek mooi als ingang dienen.

Er ontbreekt in de serie van Lidewijde Paris nog 1 onderwerp. En ik zou ook dat graag eens lezen. Wie weet komt er ook nog: Hoe kijk ik naar toneel?

Eerder verschenen op Mijn Boekenkast

Boeken van deze Auteur: