"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een kwestie van tijd

Maandag, 29 januari, 2007

Geschreven door: Tupla Mourits
Artikel door: Lotte Brugman

Goedbedoelde weloverwogenheid doet onnatuurlijk aan

Wendela de Vos en Atie Vogelenzang schrijven samen literaire thrillers onder één gekozen auteursnaam: Tupla Mourits. Kennelijk doen zij dit met succes: hun eerste boek Vrouwelijk naakt werd in 2005 gepubliceerd, bekroond met de Schaduwprijs voor het beste thrillerdebuut en ontlokte aan Recensieweb een lovende reactie. Dat schept de nodige verwachtingen voor hun tweede literaire thriller, Een kwestie van tijd. Zal dit eveneens ‘een waardig exponent van het genre’ genoemd kunnen worden, zoals de flaptekst suggereert?

Het verhaal gaat als volgt. Hjørdis (spreek uit: Jurdis) vlucht samen met haar dochtertje Puck weg uit Amsterdam. Reden: een straatroof waarbij zij gewond is geraakt en een inbraak, waarbij de muren van de kinderkamer zijn beklad met insinuaties en bedreigingen. De incidenten schrijft Hjørdis toe aan het drugsgebruik van haar man Camiel: zijn schuldeisers brengen haar en Puck in gevaar. Hjørdis trekt haar conclusies en besluit dat ze weg moeten uit de grote stad en zonder Camiel een nieuw leven moeten beginnen in de polder. Ze beseft echter maar al te goed dat, wanneer de schuldeisers er echt hun zinnen op zetten, het slechts een kwestie van tijd zal zijn voor deze hen hebben gevonden. Kortom, alle ingrediënten voor een spannend verhaal liggen klaar.

Jammer genoeg blijft het voorlopig bij deze theoretische spanning. Ruwweg de eerste 200 bladzijden van het boek gebeurt er, afgezien van het bovenstaande, niets noemenswaardigs. Ex-man Camiel stuurt vervelende sms’jes en brieven, Hjørdis reageert wat overspannen op omvergereden vuilcontainers en vogelaars die vanaf de dijk in de richting van haar huis turen, maar dat is het dan ook. Van de overval en inbraak in Amsterdam weet de lezer lange tijd te weinig om echt in spanning te kunnen zitten.

Daarbij komt dat te veel elementen in het verhaal zijn ingebracht met het doel de geloofwaardigheid te bevorderen en de geijkte vooroordelen te nuanceren. Om een stereotiep voorbeeld te geven: er is in de wijde omtrek van hun nieuwe huis geen cappuccino te krijgen, laat staan een kant-en-klaar (diepvries)maaltijd. De buren zijn allemaal nogal simpel en gewoontjes, maar gelukkig zijn er Maria en Pele, de overburen. Vanzelfsprekend heeft Maria een espressoapparaat, een sauna in de tuin en een handige palmtop. En natuurlijk raakt wat waarschijnlijk de enige ‘allochtoon’ van het dorp is, het geadopteerde Chinese meisje uit de klas, bevriend met Puck. Tot overmaat van ramp wordt de overvloed aan heteroseksuele relaties in het boek gecompenseerd door de lesbische moeder van Hjørdis.

Boekenkrant

Wanneer Hjørdis en Puck ruim een half jaar in de polder wonen, begint het verhaal pas ècht. Hjørdis gaat een keer terug naar Amsterdam en laat zich dan overhalen wat spullen op te halen bij haar oude huis. Later komt een jongetje uit Pucks klas onder een trein en niet lang daarna verdwijnt Puck plotseling zelf. Vanaf dat moment doet het boek eer aan het predicaat ‘thriller’ dat de kaft siert.

Wat de spanning betreft: de schrijfsters laten nogal wat mogelijkheden onbenut. Zonder al te veel weg te willen geven, is het beste voorbeeld het moment waarin Hjørdis een bezoek brengt aan haar vroegere, Amsterdamse woning. Daaruit moet zij wegvluchten omdat ze wordt beschoten, waarna ze enige tijd verdwaasd ronddoolt. Dan realiseert ze zich dat het busje dat ze geleend heeft om haar spullen in te vervoeren, nog voor de deur van het huis staat. Ze moet dus terug om het op te halen: ‘In mijn jaszak zocht ik naar de autosleutels. Ineens wist ik het weer. De bus stond daar nog. Het was nog niet voorbij’ (p. 193). De doorsnee thrillerlezer verwacht nu terecht een bloedstollende scène, waarin beschreven wordt hoe de hoofdpersoon erin slaagt het busje te bereiken (als dat al lukt) en daarmee terug naar huis te rijden, bij voorkeur in de voortdurende angst of stellige overtuiging dat zij tijdens die rit naar huis achtervolgd wordt. De schrijfsters beslisten anders. De geciteerde zinnen zijn de laatste van het hoofdstuk en het volgende opent: ‘Het was donker toen ik eindelijk het pad naast mijn huis op reed’ (p. 194).

Al met al beantwoordt Een kwestie van tijd niet bepaald aan de gewekte verwachtingen. Het boek staat bol van de overdreven weloverwogen en daardoor onnatuurlijke feitjes, onnavolgbare gevolgtrekkingen en te ver uitgesponnen gedachtespinsels. Daarbij is het boek, onder andere door het soort overgangen waarvan ik hierboven een voorbeeld gaf, niet half zo spannend als het had kunnen zijn.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Een kwestie van tijd

Vrouwelijk naakt