"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een mens valt uit Duitsland

Vrijdag, 10 maart, 2023

Geschreven door: Konrad Merz
Artikel door: Jan Koster

Emigrantenliteratuur op zijn best

[Recensie] Het is voor een belangrijk deel aan Menno ter Braak te danken dat Een mens valt uit Duitsland heeft kunnen verschijnen. Kort na publicatie van een kritisch artikel van zijn hand over de emigrantenliteratuur ontving hij een briefje van Kurt Lehmann (1908-1999), de echte naam van Konrad Merz. Ter Braak nodigde Lehmann uit en raakte danig onder de indruk van wat hij las. Hij zamelde geld in zodat Lehmann verder kon schrijven aan zijn boek en hij bemoeide zich met het manuscript. Lehmann kon het gezien zijn achtergrond onmogelijk onder zijn eigen naam laten uitbrengen en gebruikte het pseudoniem. Achteraf gezien een hele verstandige beslissing.

Een verhaal als zovele
Waarom Menno ter Braak over Een mens valt uit Duitsland wel positief was, laat zich eenvoudig raden. Dat ligt niet zozeer aan het onderwerp. Een jonge man, Winter, is indirect betrokken bij een poging tot een aanslag op Hitler. Als de Gestapo hen op het spoor is, besluit hij halsoverkop te vluchten. Zijn goede jeugdvijand Dietrich helpt hem de grens naar Nederland te bereiken, in een boot, met zijn hoofd liggend in 25 pond pruimenmoes. Familie, vrienden en vooral zijn geliefde Ilse heeft hij moeten achterlaten.

Hij heeft nauwelijks een idee wat hij moet doen. Winter besluit naar Amsterdam te trekken. Als hij daar aankomt is hij een haveloze zwerver, mager, hongerig, vervuild. Met wat hulp van bekenden die hij bij toeval ontmoet, komt hij de eerste tijd door, ternauwernood. Met veel pijn en moeite, letterlijk en figuurlijk, lukt het hem een vorm van bestaan op te bouwen.

Dit verhaal is op zich niet bijzonder. Er waren heel wat lotgenoten die vergelijkbare ellende hebben moeten doorstaan.

Heaven

Wat dit boek bijzonder maakt
Een mens valt uit Duitsland onderscheidt zich in positieve zin van andere emigrantenliteratuur (Exilromane) door een aantal factoren. Zoals Henk van Renssen in het nawoord opschrijft bestond emigrantenliteratuur veelal uit boeken die qua toon en stijl ook in Duitsland geschreven hadden kunnen zijn. Je voelt niet de pijnlijke gevolgen van de vlucht.

Zonder de andere boeken tekort te willen doen: dit boek is daarin duidelijk anders. Dit is rauw, het laat indringend zien hoe het moet voelen om huis en haard te verlaten en in ellendige omstandigheden moet zien te overleven. Merz doet geen enkele poging tot mooischrijverij, het is pats, boem, recht voor zijn raap. Met korte zinnen, hoog tempo en krachtige taal beukt Merz er flink op los. Dat hij daarbij af en toe (zwarte) humor gebruikt, zorgt ervoor dat het desondanks niet loodzwaar aanvoelt.

Er is meer. De manier waarop hij schrijft over zijn goede jeugdvijand, aanvankelijk een overtuigde nazi, is prachtig. Deze Dietrich verlaat Duitsland, diep teleurgesteld als hij merkt dat de mens geen spat is veranderd. Zijn nazi-vrienden gedragen zich in veel opzichten net als andere mensen, zij voldoen niet aan het ideaalbeeld dat hijzelf voor ogen had. Dietrich keert ondanks de desillusie wel terug, maar wordt al snel gedood.

Het hoogtepunt is zijn weerzien met Ilse. Zij hebben per brief contact kunnen houden en na een jaar lukt het haar om naar Nederland te komen. Zij is ouder geworden, maar min of meer hetzelfde gebleven. Winter heeft in een jaar meer ellende meegemaakt dan de meeste anderen in een heel leven. Dat heeft wat met hem gedaan. Hij niet meer de Winter die hij in Duitsland was. Dat wordt pijnlijk duidelijk als hij haar eindelijk, na een jaar smachten, ophaalt als zij na een moeizame treinreis eindelijk aankomt in Amsterdam.

Onuitwisbare indruk
Ik grijp weer terug naar het nawoord van Henk van Renssen. Terecht merkt hij op dat Een mens vlucht uit Duitsland zijn kracht ook ontleent aan de fantastisch beschreven personages die Winter van bijnamen voorziet, Galsteen, Jungejunge, Zahnpasta. Ieder heeft zijn eigen verhaal, ieder heeft die bijnaam op de een of andere manier verdiend.

Een stilistische bijzonderheid is dat Merz gretig gebruik maakt van het beeldende stijlmiddel pars pro toto. Winter duidt zichzelf graag en treffend aan met een lichaamsdeel, zijn benen gaan ergens heen, zijn rug ligt op de grond en dat doet hij consequent. Het werkt fantastisch. Merz maakt hiermee duidelijk dat Winter aan scherven ligt. En toch, de losse onderdelen blijven bij elkaar, maar dat hij niet meer dezelfde is, blijkt als hij Ilse terugziet. Zijn pijnlijke conclusie:

“De scherven zijn weer bijeen, maar samen vormen ze een veranderde man.”

Het is misschien wel de kernzin van het prachtige Een mens valt uit Duitsland, emigrantenliteratuur op zijn best, een boek dat een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten.

Eerder verschenen op jkleest