"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een onverwachte broederschap

Vrijdag, 13 mei, 2022

Geschreven door: Amin Maalouf
Artikel door: Marnix Verplancke

“Ideaal is een migrant die een koppelteken wordt tussen de cultuur van zijn land van herkomst en zijn nieuwe thuis”

[Interview] “Ik was dertien toen in 1962 de Cubacrisis uitbrak,” herinnert de Libanees-Franse schrijver Amin Maalouf zich. “Als zoon van een journalist viel daar toen niet aan te ontsnappen. Vader bracht bij wijze van spreken de crisis iedere dag van zijn werk mee naar huis. Iedereen was bang dat het verkeerd zou aflopen. Wat er vandaag in Oekraïne gebeurt is in zekere zin erger. Het risico op een ongewilde escalatie is groter.”

Ook in Maaloufs nieuwste roman Een onverwachte broederschap staat de wereld op de rand van een kernoorlog. Een autocraat uit een Kaukasische dwergstaat laat in het Amerikaanse Maryland een kleine kernbom ontploffen en dreigt ermee kernraketten  af te vuren op een aantal druk bevolkte steden. Zo’n gek moet uitgeschakeld worden voor hij meer kwaad kan doen, denkt president Howard Milton en dus geeft hij het bevel voor een beperkte kernaanval op het Kaukasische land. Maar er gebeurt niets. Over de hele wereld vallen elektriciteit, internet en telefoonverkeer uit.

Op het kleine eiland Antiochië, dat deel uitmaakt van de Chironen-archipel, vraagt cartoonist Alec Zander zich op dat moment af wat er aan de hand zou kunnen zijn. Eva, de enige andere bewoonster van het eiland blijkt ook geen connectie meer te hebben met de wereld, net zomin als de bewoners van de andere eilanden. Wanneer het licht na heel wat tijd toch weer aangaat, blijkt de wereld veranderd te zijn. President Milton houdt een speech waarin hij over zijn contact met de Broeders van Empedocles vertelt, een schimmige organisatie die beweert af te stammen van de Oude Grieken en die de wereld in ruil voor een volledige overgave naar een vredig bestaan zal leiden. Het is trouwens niet alleen de klassieke Oudheid die in Maaloufs roman passeert, er wordt ook verwezen naar de Azteken en er slaat zelfs een licht messiaans geurtje van de pagina’s. Het maakt van Een onverwachte broederschap een morele fabel die duizenden jaren menselijke geschiedenis wil omvatten.

Elektra, een van de Broeders, zegt dat de mens maar een vijand heeft, de dood, en dus niet de ander. Waarom hebben we het daar zo moeilijk mee?

Heaven

“Vandaag komen de bedreigingen niet langer van de anderen. Ze komen van elders, zoals de klimaatverandering bijvoorbeeld. Willen we daar iets aan doen, dan zullen we moeten samenwerken. We hebben nood aan een andere manier van denken. Iedere keer er iets ernstigs gebeurt, zoals de pandemie of de oorlog in Oekraïne, hoop ik dat dit een moment van inzicht zal voortbrengen en het ons zal wakker schudden.”

Maar impliceert zo’n oplossing geen al te grote overgave, of zoals een personage uit uw boek het zegt: “Wat heeft het voor zin om honderdvijftig jaar langer te leven in een wereld die niet meer van ons is?”

“Ik denk dat we vooral nood hebben aan serene reflectie over onze toekomst en aan de bereidheid om samen naar een oplossing te zoeken. Neem nu ons grenzeloze geloof in AI. Soms krijg ik de indruk dat we onszelf gewoonweg willen uitleveren aan machines die onze taken beter kunnen uitvoeren. Wat zal dan nog onze plaats in de wereld zijn? We moeten daar over durven nadenken, want we houden de vooruitgang niet tegen. Vergelijk het met een vrachtwagen die stuurloos voortraast op de autosnelweg. Je moet daar niet voor gaan liggen. Je moet die besturen. We moeten met zijn allen naar een consensus toewerken die vastlegt wat we van de toekomst verwachten.”

Is het niet moeilijk om tot een dergelijke consensus te komen omdat we allemaal een andere culturele achtergrond hebben en er andere waarden op nahouden?

“Er zijn ook universele waarden die culturele verschillen overstijgen. Daarop moeten we ons concentreren. Vrijheid en waardigheid zijn waarden die alle culturen hoog in het vaandel dragen. Maar dat wil niet zeggen dat die overal op een gelijkaardige manier ingevuld worden. Soms zijn mensen ook verblind en vullen ze die begrippen verkeerd in. Ik kijk dan graag naar de geschiedenis. Dan zie ik geen enkele samenleving die zich over de hele lijn tegen een vrijer en waardiger leven heeft gekeerd.”

Zoals de taliban in Afghanistan bewijzen?

“Wat daar gebeurt vind ik juist een voorbeeld van de aantrekkingskracht van vrijheid en waardigheid, want je merkt dat de oppositie tegen de regels van de taliban bijzonder groot is. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer je mensen toestaat hun eigen gevoelens te volgen, ze automatisch naar meer vrijheid en waardigheid voor iedereen evolueren. Niemand verlangt naar een leven in slavernij, miserie of onwetendheid. En als er toch samenlevingen zijn die onmenselijke waarden huldigen, is het onze taak om daar verandering in te brengen.”

Hoe doe je dat? Door manu militari de blijde boodschap te brengen?

“Dat is in het verleden al te vaak geprobeerd, zonder het gewenste resultaat. Nee, het leger moet je er niet op afsturen. Dat hebben we onthouden van de Amerikaanse passage in Afghanistan. Toen de Amerikanen daar vorige zomer halsoverkop vertrokken, luidde de boodschap dat ze alles gedaan hadden wat in hun macht lag, maar dat er van het land geen beterschap te verwachten viel. Maar was dat echt wel zo? Er is heel veel geld uitgegeven aan de twijfelachtige Afghaanse strijdkrachten. Misschien had dat land er heel anders uitgezien als dat geld naar onderwijs of tewerkstelling was gegaan. Dat zou werkelijk iets bijgedragen hebben aan de opbouw van het land. Men had de ondernemers, de vrouwen en de studenten macht moeten geven, niet de corrupte generaals.”

Is uw denken beïnvloed door de plek waar u geboren bent, Libanon?

“Vanzelfsprekend. Ik had het net over Afghanistan omdat dit het recentste voorbeeld is van een land dat niet uit de miserie geraakt, maar ik had net zo goed Libanon kunnen nemen inderdaad. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was Libanon een welvarend en cultureel hoogstaand land. Het onderwijs stond op een hoog niveau en er werd gestreefd naar een democratische staatsstructuur met veel vrijheid voor de burgers. Tot we het slachtoffer werden van de door het buitenland aangewakkerde strijd tussen de verschillende culturele en politieke facties. De rijkdom leidde tot een immense corruptie en werd eerder gebruikt om anderen te dwarsbomen dan om samen iets op te bouwen. Alles ging op aan interne conflicten. Maar het zou te makkelijk zijn om de neergang alleen toe te schrijven aan een aantal mensen en organisaties. In feite waren alle Libanezen verantwoordelijk. Zij lieten het allemaal gebeuren. En het gaat nog steeds van kwaad naar erger. De explosie van augustus 2020 die 190 doden maakte en een deel van de stad Beiroet onbewoonbaar maakte, is een symbool geworden voor de staat waarin het land verkeert. De ondernemers trekken weg, de munt stort in elkaar en de banken zijn er met het geld van hun klanten vandoor. In 1976 ben ik naar Frankrijk verhuisd, maar ik voel nog iedere dag het verdriet van Libanon.”

De mensen die in uw roman de wereld willen veranderen dragen namen die naar de Oudheid verwijzen, zoals Demosthenes, Agamemnon en Elektra. Komt onze redding uit het verleden?

“Toen ik nog op school zat raakte ik al gefascineerd door wat men het Atheense mirakel is gaan noemen. Daar ontstonden toen de meest fascinerende ideeën. Het ging om niet veel meer dan een paar tienduizend mensen die de tragedie en de komedie bedachten met Sophocles en Aristophanes, de filosofie met Socrates, Plato en Aristoteles en de geschiedschrijving met Herodotus. Het is daar dat de democratie uitgevonden werd. Er is iets miraculeus aan dat oude Athene omdat daar voor het eerst getoond werd dat de menselijke geest in staat is tot grootse zaken. In zekere zin is wat toen gebeurde ook heel geruststellend, omdat het toont dat wij als de omstandigheden er ideaal voor zijn in staat zijn tot het onwaarschijnlijke. Vandaag hebben we soms de indruk dat de mensheid haar limieten heeft bereikt. Het oude Athene toont ons echter dat er misschien geen limieten bestaan.”

Is dat niet wat idealistisch?

“Misschien wel, want in realiteit denk ik dat de wereld momenteel een ingewikkelde heksenketel is die ieder moment dreigt over te koken. Simpele oplossingen zijn er niet. Enerzijds zijn er degenen die geloven dat het allemaal wel zal koelen zonder blazen en dat onze technologie alles zal oplossen. Gevaarlijk vind ik dat. Al even hopeloos zijn degenen die zeggen dat het toch allemaal geen zin meer heeft want dat het te laat is om de mensheid te redden. Leg dat maar eens uit aan je kinderen. We kunnen dus ethisch gezien niets anders dan blijven zoeken naar een oplossing. Je kent die uitspraak over dat lichtje aan het eind van de tunnel? Momenteel zien we dat niet. Er is alleen maar duisternis, en toch mogen we de moed niet opgeven.”

Zijn uw redders van de mensheid te zien als een soort kolonisten?

“Wanneer je de geschiedenis bekijkt, zie je dat het altijd kleine landen waren die grote koloniseerden omdat zij vonden dat ze tot een dominante cultuur behoorden. Ik vond het een interessant gedachtenexperiment om degenen die dominant zijn gekoloniseerd te laten worden. En geef toe, in onze hedendaagse wereld, met zijn machtsverschuiving van het westen naar het oosten, en dan meer specifiek naar China, is dit in feite helemaal niet zo absurd. Misschien is die kolonisatie van het westen op een subtiele manier al lang aan de gang. De vraag is alleen of dit niet tot geweld zal leiden natuurlijk, want culturele machtsverschuivingen durven nogal eens een militair staartje krijgen. Ik denk dat heel wat voormalige kolonies geneigd zullen zijn in dat geval de kant van China te kiezen, en ergens begrijp ik dat ook wel. Het kolonialisme heeft zijn sporen nagelaten. Ik woon nu al meer dan 45 jaar in een andere wereld dan die waarin ik geboren ben. Frankrijk behoort nog steeds tot de betere plekken om te leven, maar de neergang is duidelijk. De macht van dit land en van Europa in het algemeen is al lang tanende. We maken nog wel deel uit van de eerste wereld, maar we zijn een tweederangs wereldmacht geworden. Het besef van die achteruitgang en de angst die erdoor veroorzaakt wordt kunnen tot extreme gewelduitbarstingen leiden, zoals vandaag in Oekraïne bijvoorbeeld, waar een oorlog woedt die begonnen werd door een wereldmacht op zijn retour. En dit is nog maar het begin, vrees ik, de echte strijd tussen oost en west moet nog beginnen.”

En waar ziet u die voor Europa eindigen?

“Het valt me op dat Europa door de oorlog in Oekraïne een nieuw elan heeft gekregen. Het dekolonisatieproces maakte dat het nog amper zijn mond durfde te openen. Vandaag lijkt het een eigen, meer uitgesproken weg op te willen gaan en niet langer de tweede viool te willen spelen in het Amerikaanse orkest. De wijze waarop Emmanuel Macron zich inzet voor de vredesonderhandelingen tussen Oekraïne en Rusland steekt schril af tegen de macho retoriek van Joe Biden.”

We zijn op korte tijd ook een gediversifieerde maatschappij geworden. Maakt dat ons sterker of zwakker?

“Dat is inderdaad een belangrijke vraag. En het antwoord hangt van ons allemaal af. In het ideale geval is immigratie een verrijking, als de migranten bereid zijn tot assimilatie en daartoe ook aangemoedigd worden. Ideaal is een migrant die een koppelteken wordt tussen de cultuur van zijn land van herkomst en zijn nieuwe thuis. Maar vaak gaat het fout, ontstaat er wrok en zelfs geweld. Assimilatie gaat niet vanzelf en de inspanningen moeten van twee kanten komen. Er moet een nieuw sociaal contract opgesteld worden waarin duidelijk staat wat van wie verwacht wordt. Het is geen kwestie van laissez-faire, zoals we al te lang hebben gedacht. De tijd zou het wel oplossen, dacht men, maar de tijd lost niets op. Kijk maar naar Libanon. Je hebt leiderschap nodig.”

Eerder verschenen in Knack

Boeken van deze Auteur:

Een onverwachte broederschap