"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een os op het dak: Moderne muziek na 1900 in vogelvlucht

Donderdag, 10 januari, 2019

Geschreven door: Thea Derks
Artikel door: Kees Bals

Een rumoerige eeuw muziekgeschiedenis

De welhaast meest onbegrepen muziek in zo’n honderd pagina’s helder en enthousiast uitleggen? Ja dat kan.

[Recensie] Er is iets raars met moderne muziek. Niet met die muziek, maar met de term. De muziek staat in de traditie van wat we klassieke muziek noemen. Het zou enigszins raar zijn om muziek van nu als ‘klassiek’ aan te duiden, maar de cesuur tussen klassiek en modern lijkt in geen enkele kunstvorm zo scherp te worden beleefd als in de ‘gecomponeerde muziek’, om dan toch een paraplunaam aan die traditie te geven.

Kloof

Thea Derks legt de scheidslijn tussen klassiek en modern vrij scherp in haar Een os op het dak: Moderne muziek na 1900 in vogelvlucht: het ‘Tweede strijkkwartet’ (1908) van Arnold Schönberg, het eerste werk waarin deze componist de dissonant emancipeerde. Het leidde tot een rel. Het Weense publiek, dat zich het liefst vergenoegde aan walsen en operettes, smoorde de première in luide protesten. De critici smaalden van ‘atonale muziek’, een term waarvan het nog even duurde voordat Schönbergs bendegenoten die accepteerden als geuzennaam, en die uiteindelijk een gangbare musicologische aanduiding werd. De componisten van deze Tweede Weense School waren de aanhoudende beschimpingen zo beu dat ze in 1918 een vereniging oprichtten waarbinnen ze besloten kamerconcerten organiseerden. De kloof tussen muziekmakers en publiek kon amper dieper zijn. Het mooie van Derks is dat ze deze ontwikkeling niet veroordelend beschrijft, terwijl andere musicologen nog wel eens hun vingertje willen opsteken naar componisten die in hun oren te ver voor de troepen uitlopen.

Archeologie Magazine

Hoogstpersoonlijke gevoelsexpressie

In een kleine vijf pagina’s beschrijft Derks de revolutionaire betekenis van Schönbergs twaalftoonsmuziek, en dat op zo’n wijze dat het volstrekt helder te volgen is, zelfs voor iemand – zoals ik – die zich in de muziek niet anders kan aanduiden dan als luisteraar. Tegelijkertijd laat ze zien dat Schönberg nog net zo romantisch was als bijvoorbeeld Mahler, dat hij nog steeds zocht naar een hoogstpersoonlijke gevoelsexpressie. En ze toont dat dit fameuze strijkkwartet niet de kiemcel is van alles wat er sindsdien is gecomponeerd, dat bijvoorbeeld Stravinsky’s neoclassicisme minstens zo belangrijk is.

Voor haar schets van de ontwikkelingen vanaf 1900 gebruikt Derks drie pijlers: harmonie, ritme en klankkleur. Daarmee verduidelijkt ze hoe componisten hun eigen zoektochten hebben en hoe ze elkaar beïnvloeden. Het laatste hoofdstuk over de cultuurcentra die daarin een leidende rol speelden (zoals Wenen, New York en Darmstadt) leidt dan soms tot dubbelingen, wat een beetje jammer is voor zo’n ‘vogelvlucht’ van net honderd pagina’s.

Vleugels

De vlag mag uit voor dit kort, helder en enthousiasmerend overzicht van een rumoerige en vaak te weinig gewaardeerde ruime eeuw muziekgeschiedenis. Dat  heeft tegelijkertijd het ongemakkelijke neveneffect dat het smaakt naar meer. Nog meer duiding, meer verdieping, meer plaatsing in cultureel-maatschappelijke ontwikkelingen. Een ‘Os’ met meer vet op de botten zou zo maar vleugels kunnen krijgen en zich vanaf dat dak kunnen verheffen.

Over de auteur

Thea Derks is journalist en musicologe,  gespecialiseerd in hedendaagse muziek. Eerder publicaties: Nieuwe Klankwerelden, beknopte geschiedenis van de klassieke muziek van na 1900 (2006) en Reinbert de Leeuw: mens of melodie (2014).

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

Slotakkoord

Reinbert de Leeuw

Een os op het dak

Een os op het dak: Moderne muziek na 1900 in vogelvlucht