"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een soort van liefde

Woensdag, 20 april, 2016

Geschreven door: Alicja Gescinska
Artikel door: Tim van Gerven

Over een plotseling opduikende brief

Bij het lezen van Een soort van liefde, de debuutroman van Alicja Gescinska, werd mijn leeservaring behoorlijk gestuurd door de flaptekst, waarin sprake is van een plotseling opduikende brief die het leven van het hoofdpersonage danig overhoop gooit. ‘O jee’, dacht ik en meteen daarna sprongen mijn gedachten naar Henrik Ibsen die ooit de weg in sloeg van het realisme juist om af te rekenen met het soort gekunstelde plotwendingen die in zijn tijd gangbaar waren in het theater, bovenal die verdomde plotseling opduikende brief… Gelukkig is Gescinska een stuk slimmer en origineler dan Ibsens minder getalenteerde tijdgenoten.

De brief in kwestie duikt pas helemaal aan het einde van het boek op – en dan heeft de lezer hem al vrijwel volledig gelezen. Dat klinkt heel cryptisch – sterker nog, dat is heel cryptisch – maar zie het als een uitnodiging om dit bijzonder geslaagde debuut te kopen, te lenen, te lezen.

Een droog drama

In alternerende hoofdstukken serveert Gescinska ons twee verhaallijnen die, zoals het betaamt in een dergelijke opzet, steeds nauwer met elkaar vervlochten raken. Eerst maken we kennis met Elisabeth, een jonge psychotherapeute, die zich na de dood van haar vader, de vermaarde hoogleraar Duitse cultuurgeschiedenis Raymond Vernon, voor de taak stelt diens huis leeg te ruimen en zijn bezittingen te verdelen of te verkopen. Vooral mooi is hoe Gescinska Elisabeths moeizame, gecompliceerde relatie met haar vader invoelbaar weet te maken middels haar twijfels rond de piano, Rays favoriete bezit: verkopen – of misschien toch maar niet?

De tweede verhaallijn speelt zich zo’n vijftien jaar eerder af en draait om Anna, een Belgische studente die een halfjaar komt studeren aan de University of Massachusetts om vooronderzoek te doen voor haar proefschrift over de dichteres Emily Dickinson. Aanvankelijk breekt ze vastberaden met haar brave Leuvense imago en omarmt ze het stereotype seks-drugs-en-rock-‘n’-roll-studentenleven op de Amerikaanse campus, maar uiteindelijk verloopt haar tijd daar toch iets anders dan verwacht wanneer ze, ja, een soort van verliefd wordt op Raymond Vernon. De scène waarin de vonk bijna letterlijk overslaat behoort tot de beste van het boek:

Boekenkrant

‘Hij liep mee naar de deur. En we stonden net als in het begin recht tegenover elkaar. Ook nu begon ik zwaarder te ademen, zelfs al was ik deze keer geen trappen op gelopen. En dan streelde hij mijn kaak met zijn kaak of misschien was ik het die met mijn kaak de zijne streelde vooraleer mijn lippen de zijne raakten en er zachtjes tegenaan drukten zonder meteen los te laten, maar ook zonder onze lippen te tuiten. Dat was het: een streling van twee gezichten, twee monden die wilden kussen en ook niet, lippen die kusten en toch niet.’

Zonder dat ze dit van elkaar weten – zonder elkaar zelfs te kennen – hebben beide vrouwen een beslissende invloed op elkaars leven. Gescinska zet het drama droog neer, zonder de grote theatrale gebaren waar Ibsen zo’n hekel aan had – wetende dat de klap voor de lezer daardoor extra hard aankomt.

Tot stilzwijgen veroordeelde wijzen

Toch gaat het hier en daar qua stijl jammer genoeg ook mis in dit debuut. Een enkele dialoog komt wat houterig en onnatuurlijk over en ook op zinsniveau weet Gescinska de clichés niet altijd te vermijden: ‘Ze wil niet gaan zitten. Niemand zal haar een kopje thee aanbieden, de koektrommel tevoorschijn halen en haar vragen hoe het met haar gaat. Niet meer.’ Vooral dat sentimentele ‘niet meer’ – het doet denken aan het slechtere Facebook-gedicht.

Maar tegenover die enkele uitglijder staat gelukkig een hoop moois. Boeken als tot stilzwijgen veroordeelde wijzen, bijvoorbeeld. Dat is fraai. Of deze zin: ‘Op zijn liefde stond een onuitwisbare vervaldatum gedrukt.’ Een zin overigens die met het einde van het boek in gedachten een bitter randje krijgt.

Een soort van liefde is een indrukwekkend debuut waarin Gescinska een van de oudste en meest complexe thema’s van de literatuur in een fascinerend verhaal weet te vangen dat uitdaagt tot nadenken. Op het verkeerde been gezet door de wervingstekst op de achterflap, was ik aangenaam verrast. Voor deze plotseling opduikende brief neem ik graag, en op theatrale wijze, mijn hoed af.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.