"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een weekendje oorlog

Zondag, 10 april, 2016

Geschreven door: Frans van Deijl
Artikel door: Monique van Gaal

Oorlog in vredestijd

Journalist en auteur Frans van Deijl (1957) heeft al menig boek op zijn naam staan, en verzorgt bovendien stukjes voor het Haarlems Dagblad. Zijn nieuwste roman Een weekendje oorlog beschrijft kort en bondig het spannende avontuur dat een viertal vrienden beleeft met het naspelen van de landing van de geallieerden in Normandië in 1944 – beter bekend als D-day. Al snel wordt duidelijk dat ook een oorlog in vredestijd je de nodige kleerscheuren kan opleveren.

Gijs, Dennis, Beau en Jochem wonen met vrouw en kinderen bij elkaar in de straat. Echt goed kennen zij elkaar niet, maar tijdens de jaarlijkse barbecue ontdekken de mannen dat zij enkele raakvlakken hebben: ‘wij mannen spraken eindeloos over voetbal, over goede visstekken en bleken nog een liefhebberij te delen; de Tweede Wereldoorlog, in het bijzonder D-Day.’

Zo duikelt de lezer zonder verdere poespas het verhaal binnen. De mannen besluiten al snel om er samen een weekendje met de camper op uit te gaan, en in Normandië de metershoge kliffen te beklimmen, precies zoals de Amerikaanse Rangers dat deden op die bewuste dag in juni 1944.

Een avonturenroman

Een gezellig weekendje oorlog − dat is het idee, want in tegenstelling tot de beproeving die de Amerikanen op de top van de kliffen te wachten stond – Duitse troepen namen hen onder vuur – zou het voor de vier mannen een eitje moeten zijn. Een paar klimlessen en wat tips van kliminstructeur Edwin later, bevinden zij zich aan de voet van de Franse kliffen. Het plan is om na de klim lekker een koud biertje te nuttigen in de lokale kroeg, en dan weer huiswaarts te keren. Maar dat loopt allemaal net even anders. Op de top aangekomen wacht hun een onaangename verrassing en lijkt de oorlog allesbehalve voorbij… Veel meer dan dat het nog enorm spannend wordt, mag ik hier niet verklappen.

Hereditas Nexus

Een weekendje oorlog is een heel beknopt verhaal; het had net zo goed een lang kort verhaal kunnen zijn. Gijs, met zijn vierenvijftig jaar de senior van het viertal, doet verslag in chronologische volgorde, en in zeer eenvoudige taal. Gaandeweg wordt duidelijk dat dit avontuur het allerslechtste in de protagonisten naar boven brengt. Hoewel niet valt te ontkennen dat het boek de lezer tot het einde toe bij de les houdt, roept het ook ergernis op, tenzij avonturenromans voor puberjongens tot je favoriete genre behoren. Het boek zit boordevol stoere jongenspraat en infantiel gedrag, en ‘de eerste scheet liet ook niet lang op zich wachten.’

Wraakzuchtige vrouwen

Maar het zijn vooral de opmerkingen over vrouwen – hun eigen vrouwen en vrouwen in het algemeen – die voor irritatie zorgen. De een is bang van zijn vrouw, de ander kijkt op haar neer, de derde slaat haar, liegt en bedriegt, terwijl de vierde vrouwen voor geen cent vertrouwt. Geen van hen lijkt in staat tot het hebben van ‘normale’ gedachten over vrouwen. En elke keer komt het onderwerp weer ter sprake. Vrouwen, wraakzuchtige types zijn het: ‘ik geloofde Sabine op haar woord toen ze zich eens in een ruzie had laten ontvallen dat als ik van haar wegging zij mij “een poot zou uitdraaien”.’ Dit misogyne gebazel drukt vooral in het begin van het verhaal de spanning naar de achtergrond. En trouwens: heeft een man in nood niet iets anders aan z’n hoofd? Hoe dan ook: het zijn een stelletje rancuneuze en onsympathieke types, en nogal onnozel bovendien:

‘Hij dacht even na: “Ze kunnen zo achterbaks zijn, zo ongrijpbaar. Dan zeggen ze bijvoorbeeld dat ze he-le-maal niet verliefd zijn op Jantje of Pietje omdat-ie zoveel geld heeft, maar uiteindelijk gaat het daar alleen maar om. Geld. Een luxeleventje. En zelfs al heeft die kerel niks meer tussen z’n benen hangen, maakt niet uit. Dan maar geen seks. Na een tijdje droogstaan verlang je er niet eens meer naar. Zo denken ze.” (…) “Dennis zegt het een beetje cru, maar in wezen heeft-ie gelijk: vrouwen willen geld, een goed leventje.”’

Het slot geeft onverhoeds een nieuwe dimensie aan het verhaal. De spanning is geweken, de climax reeds lang achter de rug, en al dat rest is de overweging hoe om te gaan met gewetensnood. Ieder voor zich of bondgenoten voor het leven? Dader of slachtoffer? Dan krijgt de lezer ineens opvattingen als ‘wij moeten verinnerlijken wat ons in positieve zin is gelukt’ voor z’n kiezen.

Waar het verhaal aanvankelijk vooral toont dat de mens moeiteloos voor een slechte daad te porren is, eindigt het met een heus eerbetoon. Hulde voor de man als soldaat.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Een weekendje oorlog

De jonge minnaar