"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Elastic Graphics: The Work of Barends & Pijnappel

Donderdag, 20 juli, 2017

Geschreven door: Henrik Barends
Artikel door: Chris Reinewald

Elastische lettergymnastiek

[Recensie] Met een ware kiloknaller, een tweedelige monografie zet grafisch ontwerper Henrik Barends (1945) zijn oeuvre van 1961-2002 en 2002-2017 in de kijker. Als niemand anders het doet dan doet hij het toch gewoon zelf … als uitgever, die hij met Voetnoot tenslotte ook is. Dat klinkt ijdeler dan bedoeld.

Barends is namelijk sinds jaar en dag een meedenkend, gezichtsbepalend vormgever van tijdschriften, catalogi, fotoboeken, affiches, gedichtenbundels en huisstijlen. Hij opereert meestal in de hoek van de toegepaste kunsten en vaak voor een vaste groep getrouwen: van Drs P, Neerlands Hoop tot de fotografen Max Natkiel en vader en zoon De Nooijer.

Bladerend door de twee delen maak je een prachtige tijdreis door cultureel Nederland, beginnend in de hippiejaren zestig toen je – heel demokraties – ook eksposietsie mocht schrijven.

Als tijdschriftontwerper bij het blad Plug, voor CJP-houders, gebruikte Barends dezelfde volle beeldtaal en in de koppen afgeronde fantasieletters als in de jongerencultuur. Met één groot verschil: zo bont als Engelse en Amerikaanse bladenmakers en posterontwerpers maakte Barends het nooit. Het bleef leesbaar, ook al waren de rechtlijnige collega’s het daar niet altijd mee eens.

Boekenkrant

Barends werd oerdegelijk geschoold aan de Grafische School. Staat hij daarom vaak op gespannen voet met kunstacademisch opgeleide collega’s die hun modernistische dogma predikten? Meermalen trekt Barends in korte teksten van leer tegen Total Design (Wim Crouwel) die de toon in het Dutch Design zet; een positie die later ontwerpbureau Thonik overnam. Met sardonisch genoegen plaatst Barends ook negatieve kritieken op zijn dwarse werk of fotovoorkeur: geënsceneerde, soft-erotische, Middeneuropese fotografie. Om praktische redenen verhuist hij van Amsterdam naar Antwerpen, door hem graag Ontwerpen genoemd.

Is hij dan zo miskend? Zijn geregelde aanwezigheid bij de best verzorgde boeken bewijst het tegendeel. Barends hoort gewoon bij de tegenstemmen in de Nederlandse grafische vormgeving, net als Piet Schreuders, ook verklaard Crouwel-opponent. In 2012 accepteerde de Byzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam het archief van Barends wat toch van waardering getuigt.

Dwars

Een verkeerde instructie bij de zetter zorgde er midden jaren tachtig voor dat hij een ontwerp terugkreeg met uiterst smalle en lange hoofdletters: het soort typografie dat op Amerikaanse filmaffiches gebruikt wordt om er zoveel mogelijk namen op kwijt te kunnen. Waar een andere ontwerper zijn haren uit zijn hoofd zou trekken, was Barends dolblij met deze heerlijke afwijking. Het werd zijn handelsmerk!

Barends is een steeds virtuozere typograaf. Maar weinig ontwerpers durven zo met de abstractie van letters – en tekst als beeld – te spelen als hij. Schaduw, voor- en achterkant, kleuren, functionele bibberaties met telkens letters als gewillig slachtoffer. Elasticiteit tot zover het oog reikt.

Barends is letteromaan. Een foto-expositie van Paul Huf ontwierp hij door de letters HUF tot tentoonstellingswanden te vergroten. Zijn huisstijl voor de sieraadgalerie Marzee – het kammenboek! – en de catalogi van Ruudt Peters, sieraadkunstenaars typeren de hoekige tegencultuur van de jaren tachtig. Dat is allesbehalve een bezwaar. Rond 2000 spatieert Barends zijn smalhoge letters verder uit elkaar of zet ze als een gevouwen muizentrappetje neer. Bij gedichtenbundels stuurt hij de titelletters ieder een andere kant op wat een spannend omslagbeeld oplevert. Voetnoot-uitgaves herken je daarom van een kilometer afstand in de schappen. Meer recent krijgen beeld en wit meer ruimte op zijn nog immer speelse omslagen.

Als uitgever Voetnoot onderscheiden Barends en Pijnappels zich met diverse projecten. Zo gaven ze Baudelaire’s prachtige kunstkritieken, in prachtig linnen gebonden boekjes met goudpreegportret, voor het eerst in het Nederlands uit. Er kwamen pocketreeksen met Franse, Belgische en Moldavische literatuur (!). Jaarlijks kiest Barends op basis van een thema foto’s uit de collectie van het Maria Austria Instituut. Voor het fotoboekje, een fel begeerd relatiegeschenk vraagt hij een Nederlandse of Vlaamse auteur voor een illustratieve tekst. Onder hen Maarten ‘t Hart, Herman Koch, Herman Brusselmans, K. Schippers, Gerrit Komrij en Jan Brokken.

Tussen de chronologie in het boek plaatste Barends olijke groepsfoto’s van hartelijke ontmoetingen met zijn opdrachtgevers en vrienden. Bij gebrek aan een eigen keuken gaat het echtpaar Barends namelijk altijd met ze uit eten in een stamrestaurant. Uiteraard ontwierp hij ook voor hen de huisstijl.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Barends & Pijnappel fotocollectie

Elastic Graphics: The Work of Barends & Pijnappel