"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Elf jaar Recensieweb, een terugblik

Dinsdag, 13 december, 2016

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Daan Stoffelsen

Vandaag maakte Recensieweb bekend dat ze stopt met haar activiteiten en al haar artikelen overdraagt aan De Leesclub van Alles. Lees hier het persbericht. Voorzitter van de Stichting en een van de oprichters, Daan Stoffelsen, blikt terug.

[Essay] Twaalvenhalf jaar geleden richtten een paar studenten Redacteur-editor (UvA) een website op die álle literatuur zou gaan bespreken. We waren idealistisch, nieuwsgierig, leeslustig en hebberig: gratis boeken, wie wil dat nu niet? Begin 2005 begonnen we met Recensieweb. Over een paar weken stoppen we. Daar zijn persoonlijke en financiële redenen voor, maar bovenal is de wereld veranderd. Ons deel van de wereld is ten goede veranderd. Traditionele, analytische kunstkritiek heeft zich ondanks de druk op papieren journalistiek weten te handhaven en heeft online een wijde verbreiding gekregen. Er is na elf jaar, wat zeg ik sinds het einde van de achttiende eeuw, nog genoeg te zeuren over recensenten en recensies, er zijn terechte klachten bijgekomen (zoals: waarom vertegenwoordigen kritiek en literatuur niet meer de man-vrouwverdeling in de maatschappij?) en onterechte (recensies zijn te negatief).

We hebben een alternatief geboden voor de papieren kritiek, met dezelfde kwaliteitseisen. We waren enthousiast en kritisch en productief. Maar de volgende investering in een vernieuwde site kunnen we niet maken. De urgentie van de eerste jaren is ook weg: er zijn nu veel meer goede sites met goede critici. Nu we de zekerheid hebben dat ons archief in goede handen is bij een idealistische, ondernemende club als De Leesclub van Alles, weten we zeker dat we niet gemist zullen worden.

Bij wijze van afscheidsgroet: de afgelopen elf jaar in elf aantekeningen.

Boekenkrant

1. Veel bleef hetzelfde, of eigenlijk: velen bleven hetzelfde. Deze mannen en een enkele vrouw schrijven over onze literatuur: Arjen Fortuin, Arjan Peters, Jeroen Vullings, Elsbeth Etty, Marja Pruis, Arie Storm, Rob Schouten, Kees ’t Hart, Jaap Goedegebuure. Zij bleven dezelfde opvattingen over literatuurkritiek hanteren in veranderende tijden.

2. Veel veranderde: recensenten als Toef Jaeger, Joost de Vries, Thomas de Veen, Sebastiaan Kort, Persis Bekkering, Nina Polak kwamen er in de jaren sinds 2005 bij. Kees Fens is overleden, en met hem is Merlyn en de bijbehorende close reading nu echt literatuurgeschiedenis geworden. We moeten Pieter Steinz’ encyclopedische kritieken missen. Tom van Deel en Max Pam stopten met recensies. De recensies van Fleur Speet in het Financieele Dagblad en die van Theo Hakkert in Twentsche Courant/Tubantia verdwenen, hun stukken verschijnen nu deels online. We zijn echt recensies en kritische poëtica’s kwijtgeraakt, maar er komen nieuwe bij.

3. De Volkskrantboekenbijlage Cicero werd Kunst en Boeken werd Sir Edmund. Weekbladen werden maandbladen, een tijdschrift als BOEK verdween. Er kwam meer ruimte voor beeld (ooit opende NRC Boeken op pagina 1 met een recensie), voor advertenties, voor columns, samenvattingen en bollen. Er kwamen dus kortere of minder stukken. Recensies zijn steeds meer voor de krantenkijker dan de krantenlezer geworden.

4. Sites als GWRRF en De Recensie verdwenen, maar literair tijdschrift Tzum ging online. De Reactor werd opgericht, en De Correspondent, er kwamen tal van initiatieven van en voor ‘amateurs’. Die amateurs bleken niet zelden professioneel genoeg voor traditionele media: Tim de Gier, Roderik Six, en van Recensieweb alleen al doken Simone van Saarloos, Roos van Rijswijk, Fiep van Bodegom en ondergetekende op in papieren boekenbijlagen.

5. Dus amateurs? Nou ja, beleving en betrokkenheid scoren bij veel online recensenten nog steeds hoger dan stijl en perspectief, samenvatten en oordelen gaat hen doorgaans makkelijker dan argumenteren. Maar er zijn sinds 2005 zoveel sites met traditionele, analytische kritiek bijgekomen, vaak onder begeleiding van redacties, dat de negatieve connotatie inmiddels onterecht is.

6. Hakkert en Speet maakten de overstap, meer recensenten maakten uitstapjes naar online platforms: Piet Gerbrandy, Joost Pollmann, Marc Reugebrink, Joost de Vries en Herman Stevens, merken Arnoud van Adrichem en Gijsbert Pols op in hun ‘klein pleidooi voor literatuurkritiek op internet‘ (Ons Erfdeel 2014/4). Papier en online komen dichterbij elkaar.

7. Ja, de kunstkritiek is overwegend wit en mannelijk, en dat heeft heel erg met mijn eerste punt te maken: de vaste waarden zijn grotendeels in loondienst. De Lezeres des Vaderlands zij een lange adem gegund.

8. Nee, recensies zijn niet te negatief. Eerder zijn recensenten erg scheutig in hun ‘faint praise’, met een term van Gail Poole, die in haar gelijknamige boek een stevige analyse op de literaire kritiek in de Verenigde Staten losliet. Zulke lof is fijn voor de verkoop, maar niet voor de eeuwigheid. Neem ons oprichtingsjaar 2005: welke andere romans uit dat jaar herinnert u zich dan die van prijswinnaars Jan Siebelink, K. Schippers, of Tommy Wieringa’s voor twee prijzen genomineerde roman Joe Speedboot?

9. Gratis boeken, kortom, zijn een slechte reden om een site te beginnen. Echt goede boeken zijn spaarzaam.

10. Nog één keer terug naar mijn eerste punt. Is het wereldje niet te klein? De discussie die Philip Huff in Hollands Maandblad entameerde over Arie Storm is eeuwenoud: recensenten zijn schrijvers, gaan naar bed met schrijvers, met redacteurs, schrijvers zitten in jury’s, recensenten interviewen schrijvers, waarom zouden we ze vertrouwen? Het antwoord is even oud: ja, maar met goede afspraken (ik mag niet schrijven over mijn vriendin), volledige transparantie (ik moet het netjes zeggen als ik wel eens koffie drink met iemand) en goede argumentatie hoef je niets af te doen aan de autoriteit van kunstkritiek. Wie goed leest, kan daarop vertrouwen.

11. Het wereldje is klein. Recensieweb groeide mee met schrijvers als Sanneke van Hassel, Gustaaf Peek, Christiaan Weijts, Hannah Bervoets, Wytske Versteeg, Bert Natter, Walter van den Berg, Marente de Moor, Gerbrand Bakker, Thomas Heerma van Voss, Saskia de Coster, Maartje Wortel en Ivo Victoria. We waren enthousiast en kritisch, we waren niet de enigen, maar even liepen die schrijversoeuvres en onze recensie-oeuvres parallel. Nu nemen we afscheid. Kopje koffie?

Namens redactie en bestuur: bedankt


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.