"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Elk boek is een gevaar

Dinsdag, 4 oktober, 2022

Geschreven door: Andreas Burnier, Ronit Palache
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Altijd de oorlog

“Pas op. In mij schuilt een woede die geen grenzen kent als zij eenmaal zou worden ontketend. In mij schuilt een depressie die onstuitbaar en ongeneeslijk is als zij eenmaal zou worden toegelaten. Ik lijk misschien volwassen, maar eigenlijk ben ik een voorgoed ontroostbaar, verdrietig, angstig en hulpeloos kind” (p.150).
Uit Niet zeuren, doorlopen. Trouw 1992

[Recensie] Eerlijk is eerlijk. Ik was Catharina Irma Dessaur, alias Andreas Burnier (1931 – 2002), helemaal kwijt. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw volgde ik haar nog wel. Ik vond haar standpunten over euthanasie, abortus en criminaliteit destijds verfrissend en verrassend. Ik was het daarover zelden met haar eens. Haar ideeën over de oorlog en de holocaust snapte ik beter.

Journalist, schrijver en literatuurkenner Ronit Palache maakte uit werk en privédocumenten van Burnier de bloemlezing Elk boek is een gevaar. Zij weet daarmee deze schrijver en criminoloog op een hele mooie manier aan de vergetelheid te ontrukken. De 534 bladzijden met brieven, romanfragmenten, essays en artikelen uit kranten en tijdschriften zijn een waar genoegen om te lezen. Burnier bemoeide zich zo ongeveer met alles en had over alles uitgesproken meningen. De herinneringen aan de oorlog klonken in alles door. Haar wetenschappelijk werk komt in de bloemlezing minder aanbod.

Joods gezin
Burnier, auteur van onder andere de romans Een tevreden lach en Het jongensuur, werd negen jaar voor de Tweede Wereldoorlog geboren in een Joods gezin in Den Haag. Ze was lange tijd enig kind en haar kinderjaren waren gelukkig. De oorlog en de Jodenvervolging maakten daar een bruut einde aan. Burnier mocht niet meer naar haar lagere school. Vanaf 1942 moest ze onderduiken, net als haar ouders. In een periode van drie jaar zat Burnier op zestien verschillende plaatsen ondergedoken, bij gereformeerde, antroposofische en communistische gezinnen. Ruim drie jaar was ze gescheiden van haar ouders. Wonderwel overleefden ze alle drie, maar veel familieleden werden afgevoerd naar de vernietigingskampen in Duitsland of Polen. De oorlog zou Burnier blijvend tekenen. Naast een enorme hekel aan alles wat duits is (ze bleef ‘duits’ altijd met een kleine d schrijven, en ‘Joden’ en ‘Jodendom’ met een hoofdletter) hield ze haar hele leven last van allerlei angsten.

Boekenkrant

Na de oorlog ging ze naar de middelbare school en werd ze geconfronteerd met het grote zwijgen over de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging. Niemand op school, maar ook haar ouders en de andere overgebleven familieleden, wilden het nog over de oorlog hebben. Het land moest opgebouwd en de Joden en hun verschrikkelijk ervaringen werden door veel Nederlanders als hinderlijk ervaren. Die stilte deed haar enorme pijn, zo lees je in verschillende tekstfragmenten in de bloemlezing. Thuis werd het nooit meer gezellig. “Iedereen was beschadigd door de oorlog, iedereen voelde intuïtief dat je elkaar met rust moest laten,” zei Burnier over deze periode in een interview. Burnier trouwt jong en krijgt twee kinderen. Na haar scheiding, ze is dan 30 jaar, gaat ze studeren, promoveren en wordt ze uiteindelijk onder haar eigen naam Dessaur hoogleraar criminologie in Nijmegen.

Vrouwenrechten
Burnier schrijft romans en essays en wordt zowel als schrijver en als wetenschapper gewaardeerd en geliefd. In het publieke debat neemt ze opvallende standpunten in. Ze schrijft openlijk over (haar) homoseksualiteit, over gender en over vrouwenrechten of het ontbreken daarvan. Bijzonder is dat Burnier als feministe geen voorstander is van vrije abortus. Haar opvatting is dat het alleen uiterste nood gebruikt zou mogen worden, bij gevaar voor de moeder of na een verkrachting. Abortus en ook euthanasie doen haar veel te veel denken aan de ‘thanatische’ cultuur van de nazi’s. Ze is vooral een fel tegenstander van euthanasie, en omschrijft het als “de zelfmoord op zieken en bejaarden”. Ze is ook bang dat het steeds gemakkelijker zal worden om mensen dood te maken: “De criteria voor exterminatie zullen voortdurend ruimer blijken te worden als men de huidige ‘engelen des doods’ ruim baan geeft.” Als Burnier nu nog leefde zou ze zeker niet stemmen op D’66 met zijn ‘voltooid leven’ agenda.

In de bloemlezing zien we de veelzijdigheid van Burnier. Ze is in haar wetenschappelijk werk strikt rationeel. Maar ze verkent ook graag de domeinen waar rationaliteit te kort schiet, zoals religie en filosofie. Ze verdiept zich lange tijd in de antroposofie en in het boeddhisme. Dat komt haar op de nodige kritiek te staan. Een van haar criticasters is Rudy Kousbroek die onder het pseudoniem Leopold de Buch, Burnier in Hollands Maandblad aanvalt. In een scherpe reactie maakt ze korte metten met Kousbroek:

“Wat mij in De Buch niet aanstaat, is de totale verabsolutering van zijn (hedendaagse) normen van wetenschapsbeoefening, de vermenging van wetenschapsbeoefening, literatuurbeoefening en politiekbeoefening tot één kleffe bij, en de modieuze gewoonte om alles wat hij niet aannemelijk vindt of niet begrijpt […] met lelijke woordjes die in het kort op ‘fascisme’ neerkomen te etiketteren” (p. 322).

In de bloemlezing staan meerdere vergelijkbare voorbeelden van hoe Burnier afrekent met de alfa mannetjes in de letteren en de wetenschap en zich als erudiete vrouw krachtig staande houdt. Verfrissend.

Toch vormt de oorlog en de Jodenvervolging de hoofdmoot in de bloemlezing. Samensteller Ronit Palache liet al eerder liet zien dat ze een goede lezer is en publiceerde bloemlezingen van Ischa Meijer en Renate Rubenstein. Palache kiest voor Joodse auteurs omdat ze op zoek is naar “stemmen die gestalte geven aan de erfenis van de Tweede Wereldoorlog in Nederland,” zo schrijft ze in haar inleiding bij de bloemlezing van Burnier. “Burnier moest het sluitstuk worden van drie markante Joodse Nederlanders die hun stempel op het de naoorlogse letteren hebben gedrukt” (p.77/78).

De bloemlezing maakt overigens duidelijk dat het Jodendom en het Joodse geloof lange tijd geen rol van betekenis speelden in het leven van Burnier. Ze had geleerd dat weg te stoppen en was altijd bang om antisemitisch bejegend te worden. Pas op latere leeftijd verdiept Burnier zich in haar roots. Ze wordt lid van de Liberaal Joodse Gemeente (LJG) in Amsterdam. Het voelt als thuiskomen, maar Jodendom of niet, haar uitgesproken ideeën hangt ze daarmee niet aan de wilgen. In 1989 schrijft ze een brief aan het Rabbinaat van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam. Ze motiveert haar besluit om lid te willen worden van de gemeente. Om er geen misverstanden over te laten ontstaan licht ze haar feministische standpunten toe:

“Ik ben – behalve oud-hoogleraar onder mijn eigen naam – in Nederland ook bekend als literair auteur onder het pseudoniem Andreas Burnier. In die hoedanigheid heb ik mij steeds gepresenteerd als een overtuigde tegenstander van iedere vorm van seksisme. […] Ik weet dat de voor mensen met een vrouwelijk lichaam zeer vernederende oude Joodse gebruiken en wetten binnen de LJG grotendeels zijn afgeschaft. Het lijkt mij echter toch wenselijk u mijn positie in deze, in uw kringen misschien nog gevoelige, kwestie zeer expliciet mee te delen” (p.386).

Hamsteren
De bloemlezing bevat ook de nodige hilarische passages. Want humor had Burnier zeker. Grappig is een brief aan haar promovendus Chris Rutenfrans uit 1987 waarin Burnier droogkomisch tips geeft over hamsteren in de vorm van een lange lijst van zaken die je in huis moet halen als er een crisis op komst is. Zeker in deze tijden van oorlog en schaarste handig om te lezen. Ze eindigt met “algemeen advies”: “[om] in tijden van voedselschaarste eerst een paar dagen te vasten, op water en vitaminen. Daarna heb je veel minder nodig dan als je meteen begint sober te eten.”

Burnier bleef een eigenzinnige denker tot de laatste snik. Ze overleed in 2002 op 71-jarige leeftijd aan een hersenbloeding.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Ronit Palache is een van de gasten bij de volgende Bazarow.LIVE van 12 oktober a.s. Liliane Waanders gaat met Ronit Palache in gesprek over Andreas Burnier naar aanleiding van de publicatie van Elk boek is een gevaar. Meer informatie en toegangsbewijzen vind je hier.