"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

En we noemen hem

Vrijdag, 14 augustus, 2020

Geschreven door: Marjolijn van Heemstra
Artikel door: Liliane Waanders

De waarheid onder ogen zien, en er dan een goed verhaal van maken

[Recensie] Eergisteren haalde ik het uit de brievenbus, en gisteren was het uit. Ik was te nieuwsgierig naar En we noemen hem van Marjolijn van Heemstra om het boek, dat het midden houdt tussen een roman en een reportage, op zijn beurt te laten wachten. Waarom weet ik niet precies. Veel had ik er nog niet over gelezen. En Marjolijn van Heemstra’s eerste roman De laatste Aedema vond ik weliswaar goed, maar niet het beste dat ik in lange tijd gelezen had.
Maar wat Marjolijn van Heemstra doet – schrijvend en theater makend – vind ik interessant: biografische verhalen maken waarbij de werkelijkheid geen geweld aangedaan wordt, maar wel een metamorfose ondergaat in het belang van een groter verhaal.

Net als in De laatste Aedema is het vertrekpunt in En we noemen hem haar familie. Toen gebruikte ze een uitstervend adellijk geslacht om (onder andere) te onderzoeken wat het betekent om ergens deel van uit te maken. Nu zoekt ze naar de zin van verhalen aan de hand van een mythe die in de familie de ronde doet.

Volgens de overlevering heeft Frans Julius Johan van Heemstra op 5 december 1946 een heldendaad verricht. Die avond ontplofte er een boom op Prinsegracht 266 in Den Haag. Daar woonde iemand die fout was in de oorlog, maar daar niet voor gestraft was. Dat kon Frans Julius Johan van Heemstra – in de familie kent men hem als ‘bommenneef’ – niet verkroppen.

Als ze achttien is, ‘erft’ Marjolijn van Heemstra de zegelring van de kinderloos gebleven Frans Julius Johan. Op voorwaarde dat zij haar eerstgeboren zoon naar haar ‘bommenneef’ zal vernoemen. In En we noemen hem is de geboorte van die zoon aanstaande. Er zijn nog 27 weken te gaan. Zoveel tijd rest Marjolijn van Heemstra dus nog om te controleren of het verhaal wel klopt, want ze wil haar zoon niet opzadelen met de last van een ongekend verleden.

Boekenkrant

Marjolijn van Heemstra doet er alles aan om binnen het gegeven tijdsbestek te weten te komen wat er op 5 december 1946 precies gebeurd is. Ze raadpleegt kranten, onderwerpt zich aan de regels van het Nationaal Archief, bezoekt mensen die Frans Julius Johan van Heemstra gekend hebben. Dat ze naarmate haar onderzoek vordert steeds meer hinder ondervindt van haar zwangerschap weerhoudt haar niet. Ze heeft een deadline en die zal ze halen.

Wat ze te weten komt, stemt haar niet vrolijk. Het spoort niet met de heldenstatus die ‘bommenneef’ heeft. Als wat de diverse bronnen beweren waar is, kan ze de belofte die ze deed toen ze achttien was en de zegelring accepteerde onmogelijk nakomen. Als waar is wat ze leest en van verschillende kanten bevestigd wordt, was Frans Julius Johan van Heemstra geen oorlogsheld, maar een misdadiger.

De manier waarop Marjolijn van Heemstra journalistiek en historisch verantwoord verslag doet, leest aanstekelijk. Omdat ze zichzelf niet spaart en bereid is om haar zwangerschapsklachten breed uit te meten.
Maar het gaat in En we noemen hem niet om ontluistering. Niet om die van ‘bommenneef’ en niet om die van het zwangere nichtje. Het gaat om En we noemen hem om hele serieuze zaken. Zaken die familiebelangen te boven gaan.

Gerelateerd aan de datum waarop de bom ontplofte, gaat het in En we noemen hem om de vraag of een oorlog ooit eindigt voor iemand die daar in zijn hoofd nog volop mee bezig is, en of hem/haar dan daden in de geest van een voorbije oorlog wel volledig aangerekend kunnen worden. Waar houdt verzet op en begint terrorisme.

Op een abstracter niveau gaat de roman van Marjolijn van Heemstra over het waarom van het vertellen van verhalen. Over de vraag in welke mate het omwille van het verhaal geoorloofd is van de waarheid af te wijken.

Het antwoord op deze laatste vragen is En we noemen hem. Want En we noemen hem is geen één op één weergave van de werkelijkheid. Het is een zorgvuldig gecomponeerd verhaal, waarin Marjolijn van Heemstra de illusie wekt en in stand weet te houden dat de chronologie van haar zoektocht en die van haar zwangerschap gelijk op gaan. Ook al breekt ze een aantal keren in in haar verhaal en stelt ze de kwestie van het al of niet waarheidsgetrouw zijn zelf aan de orde. Een geloofwaardige roman die voor literaire non-fictie kan doorgaan.

Eerder verschenen op Hanta