"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Er is niemand bij de kalveren

Vrijdag, 29 januari, 2021

Geschreven door: Alina Herbing
Artikel door: Anne van den Dool

Vluchten voor het landleven in vijverfeesten, alcohol en affaires 

Van modieuze Boer Zoekt Vrouw-idealisering hebben de weilanden, koeien en mest geen last, in het debuut van de Duitse Alina Herbing. Ze schrijft over Christin, een jonge vrouw uit de stad, ongeschikt voor het landleven.

[Recensie] Noem het het Boer Zoekt Vrouw-effect: we zijn nogal eens geneigd het platteland te zien als een aangename versimpeling van de complexe wereld van de stad. Het boerderijleven kent een prettige routine en voorspelbaarheid, ver van het boze kapitalistische en overemotionele bestaan. Onder de oppervlakte is echter altijd de frustratie over deze simplificatie voelbaar: binnen het boerenbestaan is geen ruimte voor complexe gevoelens als rouw of depressie, of voor afwijkingen van de norm, zoals homoseksualiteit. De melkprijzen domineren het gesprek aan de keukentafel, niet het binnenleven. Vooral jonge schrijfsters laten dit tegengeluid horen: denk aan De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld, Het smelt van Lize Spit of het werk van Naomi Rebekka Boekwijt.

Van idealisering hebben de weilanden, koeien en mest geen last in Er is niemand bij de kalveren, het debuut van de Lübeckse Alina Herbing (1984). We vallen in het verhaal op het moment dat een reekalf wordt verhakseld onder de ogen van de jonge Christin. Samen met haar geliefde Jan bestiert zij de boerderij die hij van zijn vader heeft overgenomen. Die schoonouders scharrelen nog rond over het erf, neerkijkend op haar geparfumeerde bodylotion, besmettelijk witte kleren en donkerrode lippenstift, die met name voor vader Frank bevestigen dat Christin ongeschikt is. Op de overname zat zij zelf toch al niet te wachten: liever had ze een baan gezocht in de stad en daar zelf een leven opgebouwd.

Christin vlucht voor het landleven in vijverfeesten, kersenlikeur en een affaire met de Hamburgse windmolentechnicus Klaus. Waar tussen Jan en Christin aanvankelijk nog wel vonken leken over te slaan, wordt gaandeweg duidelijk dat hun liefde allerminst een klassiek plattelandssprookje is. Zij is bij hem gevangen als een vlieg in een kleefval. Telkens wanneer hij niet weet waar ze heeft uitgehangen, voltrekt zich hetzelfde ritueel: zonder morren overhandigt Christin haar telefoon, zodat Jan op zoek kan naar de sms-berichten die zij even daarvoor heeft gewist.

Schrijven Magazine

Café’s en kantoren

Herbings roman werd genomineerd voor tal van Duitse prijzen en jury’s vielen voor haar trefzekere afbraak van de plattelandsromantiek – een strijd die ze neerzet in een koele, rake stijl, waarin op gezette momenten haar radeloosheid doorklinkt. Zoals op de openingspagina: ‘Ik heb geprobeerd me kantoren voor te stellen, stranden en cafés met tulpen op de tafels, maar er zijn overal alleen velden, tot aan de horizon.’ De onbewogenheid die Christin tijdens de scène met het kalf veinst, tekent dan ook haar houding: recalcitrantie en angst verstopt zij onder een deken van gelatenheid. Ook de taal toont die dubbelheid: wanneer ze zo vermoeid is dat ze haar benen bijna niet meer kan bewegen, vergelijkt Christin die met een starre handkar, terwijl juist mobiele telefoons, auto’s en navigatiesystemen haar belangrijkste reddingsboeien zijn.

Wie na de gedichten, verhalen en romans van Rijneveld en Spit nog niet overtuigd was van de grillige kilheid van het plattelandsleven, leest Er is niemand bij de kalveren. Herbings roman laat zien hoe de prille liefde je in een leven kan luizen dat je nooit had gewenst, dat je langzaam maar zeker tot wandaden drijft. Tijdens haar ontsnappingspogingen verruilt Christin haar onderdanigheid voor genadeloosheid. Dit debuut maakt zo invoelbaar welke vernietigende stappen iemand durft te zetten als hij op het stille platteland alleen wordt gelaten. 

Eerder verschenen op NRC Handelsblad