"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Eten met Emma

Vrijdag, 27 september, 2019

Geschreven door: Herman Koch
Artikel door: Arnold Heumakers

De charme zit in de vele grappige en laconiek opgeschreven taferelen

[Recensie] Heel wat lezers moet het inmiddels overkomen zijn. Ze slaan de autobiografische roman van een ander open en komen zichzelf tegen, vermomd als personage. Met al hun zwakheden en intimiteiten staan ze ongevraagd te kijk voor het grote publiek, terwijl alle eer naar de schrijver gaat. Een enkeling loopt naar de rechter, maar de meesten zullen liever hun tong afbijten dan in het openbaar te protesteren. Dat laatste maakt alles alleen maar erger. De ex-vrouw van Hans Dorrestijn en de Vlaamse modeontwerpster die door Herman Brusselmans werd geschoffeerd, kunnen daarvan meepraten.

In Eten met Emma, de derde roman van Herman Koch, is iets soortgelijks aan de orde, maar het accent ligt elders. Niet dat Martin, de hoofdpersoon en verteller van het boek, als een herkenbaar personage voorkomt in de roman Een liefde uit duizenden van Emma Carvalho blijkt het meest pijnlijk te zijn, veel pijnlijker is dat de roman een bestseller is geworden. Een bestseller had Martin namelijk zelf willen schrijven, maar zíjn literaire ambities zijn ongehonoreerd gebleven. Ontmaskerd als plagiaat, heeft zijn eigen boek een roemloos einde gevonden. Van Herman Koch krijgt hij de kans om te vertellen hoe het allemaal in zijn werk is gegaan.

Volgens een cursief gedrukt woord vooraf gaat het om “een waargebeurd verhaal”. Hoewel hier en daar iets veranderd kan zijn om het verhaal geloofwaardiger te maken, zou de waarheid “op de belangrijke punten” geen geweld zijn aangedaan. Natuurlijk hebben we daarvoor alleen het woord van de schrijver – of liever van de verteller, die hier zíjn versie presenteert van het verhaal dat door Emma Carvalho in een bestseller is omgetoverd.

Al te veel om het lijf heeft het niet. Martin heeft jaren geleden een tijdlang in Barcelona gewoond, in de hoop daar de literaire belofte die hij in veler ogen is te kunnen waarmaken. Pas na lange aarzeling slaagt hij erin iets op papier te zetten: een relaas over “het nieuwe liften,” afgekeken van Jack Kerouac en van een mij onbekende auteur die William Least Heat-Moon wordt genoemd.

Op zeker moment krijgt Martin bezoek van zijn bejaarde vader, met in diens gezelschap de veel jongere studente Emma Carvalho, een kennisje van zijn populaire papa uit het café́. Martin vindt haar een adembenemende femme fatale, maar zij blijkt weldra alleen oog te hebben voor Ramon Mendoza, de temperamentvolle broer van Teresa, het Spaanse vriendinnetje dat Martin in Barcelona aan de haak heeft geslagen.

In de roman die Emma later over dit bezoek zal schrijven, komt Martin naar eigen zeggen maar één keer voor, wanneer hij Emma en zijn vader afhaalt van het vliegveld. Een beetje vreemd is daarom dat de eigenaar van zijn Amsterdamse stamkroeg en de overige stamgasten toch geen enkele moeite hebben om hem in Emma’s boek (dat volgens hen “meer vragen oproept dan het beantwoordt”) te herkennen. Martin heeft dus “heel wat uit te leggen,” meent de cafébaas. Maar wat valt er eigenlijk uit te leggen, als Martin slechts één keer in het boek vermeld wordt?

Het raadsel blijft onopgelost, tenzij Martin – als verteller – zou bedoelen dat hij zichzelf heel wat heeft uit te leggen. Want dat hij in Emma’s leven graag een veel grotere plaats had ingenomen, dat is wel duidelijk. Niet alleen dat zij een bestseller geschreven heeft, zit hem dwars, ook dat hij, Martin, niet die “liefde uit duizenden” is geworden, kan hij moeilijk verkroppen.

In de praktijk heeft hij alleen met Emma gegeten, in zijn vaste restaurant Els Tres Tombs en één keer ook op het strand. Met Ramon daarentegen heeft Emma heel andere dingen gedaan, die met culinaire beelden worden aangeduid. Ramon is in Emma’s ogen immers “een lekker hapje,” terwijl Martin voor haar slechts “stamppot rauwe andijvie” vertegenwoordigt – en ja, daarvoor is ze niet helemaal naar Barcelona afgereisd.

Ramon mag dan een beetje een “simpele ziel” zijn, geobsedeerd door gewillige noordelijke toeristes, maar, zo zegt Emma tot Martin tijdens het afscheidsetentje: “Wie zijn wij om over de simpele zielen van deze wereld te oordelen?” Inderdaad, erg ingewikkeld lijkt Martin ook niet in elkaar te zitten, en van Emma zelf komen we te weinig aan de weet om dat te kunnen vaststellen. Hoogstens doen de paar citaten uit haar roman, boordevol clichés, vermoeden dat zij het zichzelf bij voorkeur niet al te moeilijk maakt.

De meeste aandacht gaat intussen naar Martin, een weinig daadkrachtige jongeman met een zeer beperkt talent en een zinderende ambitie, die door zijn verblijf in Barcelona interessant hoopt te zijn in de ogen van de thuisblijvers en die voor zijn eigen boek schaamteloos het werk van anderen plundert. Een sympathieke indruk maakt hij al met al niet, met zijn obligate gekanker op Nederland (“hokjesgeest”) en zijn quasi-wereldwijze theorieën over de verschillen tussen man en vrouw. Als Ramon een “simpele ziel” is, dan is hij op z’n minst een “praatjesmaker.”

In haar roman, zo wordt gesuggereerd, heeft Emma beiden tot één personage samengevoegd. Maar helaas voor Martin, dat blijkt niet genoeg om hem met andere ogen te bezien wanneer ze elkaar later opnieuw treffen tijdens een literaire avond in de provincie, waar Emma uit haar roman voorleest en vragen uit het publiek beantwoordt. Voor haar blijft hij een quantité négligable, en het enige wat hem daarna rest is een nieuwe fantasie, nu niet meer over een boek, maar over een film, waarvan de beginscène Emma toont terwijl ze in een restaurant de menukaart bestudeert en een bestelling plaatst. Zelfs in de verbeelding komt Martin niet verder dan eten met Emma, ook al zit zij in de bewuste scène alléén aan tafel.

Wat deze fantasie precies te betekenen heeft, is overigens nog niet zo eenvoudig uit te maken. Bevestigt de scène in het restaurant Martins passie of is het een subtiele wraakoefening? Emma zit er tenslotte in haar eentje. Of wil Koch enkel aangeven dat zijn Martin nog altijd niet verder komt dan fantaseren? Voor de roman als geheel maakt het niet eens zoveel uit. Want de charme van dit boek zit niet aller- eerst in het verhaal, dat het midden houdt tussen een gemankeerde liefdes- geschiedenis en een niet al te verrassende satire op het literaire bedrijf.

Die charme zit in de vele grappige en laconiek opgeschreven taferelen waarmee Koch zijn verhaal heeft aangekleed. Het literaire avondje in de provincie, Martins zelfoverwinning als hij in Barcelona voor het eerst in zijn eentje uit eten durft te gaan, zijn benadering van Teresa in de Fundación Miró volgens een recept van zijn vader (“Een vrouw alleen in een museum is altijd ergens op uit”) en vooral het portret van deze vader, de 84-jarige van wie iedereen behalve Martin het zo “leuk” vindt dat hij zich niet gedraagt zoals men op grond van zijn leeftijd zou verwachten – deze elementen zijn het die Eten met Emma de moeite waard maken.

Met zijn droge humor weet Koch leven te blazen in het tamelijk magere verhaal van zijn roman. Dat verhaal ben je na afloop alweer bijna vergeten, maar die taferelen en dat portret van een vader die volgens zijn stiekem jaloerse zoon nooit genoeg kan krijgen van zijn eigen succes blijven nog lang daarna goed voor een grijns of een glimlach.

Eerder verschenen in NRC Handelsblad en op Arnold Heumakers

Boeken van deze Auteur:

Eten met Emma