"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Evamar

Zondag, 6 januari, 2008

Geschreven door: Kristina Goikoetxea Langarika
Artikel door: Julia Krul

Lijdzame dorpsvrouwen

Een roman waarin de levens van een moeder, haar dochter en haar kleindochter centraal staan, roept onvermijdelijk associaties met Marianne Fredrikssons Anna, Hanna en Johanna op. In Evamar, het debuut van de Baskische Kristina Goikoetxea Langarika, heten de drie vrouwen Teresa, Lucía en Evamar en net als hun Zweedse tegenhangers hebben zij moeite zich los te maken van hun onderdrukkende omgeving. Vooral mannen vormen een obstakel voor hun levensgeluk. In beide romans is bovendien een belangrijke rol weggelegd voor de geografische achtergrond van de auteur; bij Fredriksson uiteraard het land Zweden en bij Goikoetxea Langarika het Baskische platteland. Dat Evamar door dat alles niet onmiddellijk een originele indruk wekt, had in principe geen bezwaar hoeven zijn. Juist in de uitwerking van genoemde gegevens stelt het boek echter teleur.

De grootmoeder in Evamar, Teresa, wordt geboren in het (fictieve) bergdorpje Uranda. Op jonge leeftijd wordt zij het hof gemaakt door Javier, maar de Burgeroorlog breekt uit en hij wordt naar het front gestuurd. Hij is niet eens thuis wanneer zij bevalt van hun dochtertje Lucía. Teresa hoopt met Javier een nieuw leven te kunnen beginnen in de stad, maar wanneer hij eenmaal voorgoed terug is, wil hij hij niet naar haar luisteren. Hij begint in Uranda een eigen bedrijfje en zij legt zich daarbij neer.

Het tweede deel van het boek gaat over de volwassen Lucía, die ook juist een echtgenoot heeft gevonden. Zij verhuist wel met haar Juan naar de stad, waar hij lange dagen werkt en zij zich verveelt in het sombere flatje dat ze hebben betrokken.

‘Het beste experiment bleef toch de wasmachine. Dat je vieze kleren in een trommel kon doen waar ze dan helemaal schoon uitkwamen… dat was net magie. Ze herinnerde zich nog dat ze alle kleren tegen de gootsteen moest wrijven in Uranda. Ze keek naar het kleine ronde venstertje. Daar draaiden haar kleren rond. Zo snel dat ze niet eens de verschillende kleren kon onderscheiden. In het midden bleef altijd een gat, en hoewel ze heel stevig zat, had ze het gevoel dat ze daarheen werd gezogen. Hoe sneller het ding ging draaien, hoe sterker het gat aan haar trok. Ineens stopte de draaiende cirkel achter het venstertje en het apparaat maakte het geluid van een uitgeputte arbeider. Juan zou snel thuis zijn. Ze had niets anders te doen dan wachten.’

Kookboeken Nieuws

Het zou Juans eer te na zijn als Lucía ook zou werken; in plaats daarvan moet ze maar gauw kinderen krijgen. De eerste paar zwangerschappen lopen echter verkeerd af, wat nog verder aan haar eigenwaarde vreet. Toch lukt het ook Lucía uiteindelijk om een dochter, Evamar, ter wereld te brengen.

Goikoetxea Langarika’s visie op de traditionele waarden van de dorpsgemeenschap, die voor het leven van Teresa en Lucía allesbepalend zijn, is zelf nogal traditioneel: het zijn beperkingen die door mannen aan vrouwen worden opgelegd. Van verzet is in Evamar echter ook geen sprake; de hoofdpersonen meten zich liever een slachtofferrol aan. Daardoor ontwikkelen ze zich nauwelijks. Teresa en Lucía zijn ongelukkig, maar leggen zich lijdzaam bij hun situatie neer. Ook de tiener Evamar, de dochter van Lucía, is aanvankelijk een volgzaam type dat zich gauw door bazige vrienden en vriendinnen op de kop laat zitten.

De treurige sfeer die Goikoetxea Langarika met dat alles oproept wordt verergerd door haar monotone manier van vertellen. Ze vat de gang van zaken telkens grotendeels samen en slaat momenten over die voor haar personages juist belangrijk zijn. Zo kijkt Teresa na haar eerste contact met Javier reikhalzend uit naar hun weerzien, maar de blijdschap van hun eerste liefdesnacht is ons niet gegund. In plaats daarvan zeulen we ineens samen met haar een baby rond. Dat ze vervolgens maar weinig genegenheid voor het kind weet op te brengen, mogen we evenmin voelen, maar wordt ons in het voorbijgaan kort meegedeeld. Ten slotte duiken er hier en daar stuitende formuleringen op, zoals op p. 84: ‘De baby, de kippenpoten, de onderdrukking van de laatste rebellen rond het grensgebergte en de verwijten naar elkaar vlogen als jongleerballen van de ene kant van de tafel naar de andere kant.’ Al met al lijkt het erop dat uitgeverij De Geus meer gelet heeft op het feit dat Langarika een onbekende buitenlandse, vrouwelijke auteur is, dan op de literaire kwaliteiten van haar werk.

De voornaamste charme van Evamar is de magie die in Uranda nog onder de oppervlakte schemert. Het dorpje ligt aan de voet van de berg Meire, waarin volgens een geloof ouder dan het christendom een welwillende godin huist. Misschien is zij het ook die op een dag in de vorm van een oude vrouw Teresa een toverachtig mooie rok komt brengen. Het is een symbool van trots en onafhankelijkheid, dat Teresa natuurlijk ongebruikt in de kast laat hangen. Haar kleindochter is het pas gegund hem te dragen. Vanaf dat moment is Evamar vrij om een eigen leven te beginnen.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.