"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Fallout; Disasters, Lies, and the Legacy of the Nuclear Age

Maandag, 30 september, 2019

Geschreven door: Fred Pearce
Artikel door: Rijkert Knoppers

De toekomst van kernenergie

[Recensie] Toen de schokgolven van de aardbeving op 11 maart 2011 de Fukushima kerncentrale aan de noordoostkust van Japan bereikten, schakelde het regelsysteem geheel volgens plan de centrale uit. Maar de tsunami, die nog geen uur na de aardbeving volgde, zorgde daarna voor totaal onverwachte problemen.

Zo raakte de noodstroomvoorziening buiten werking, waardoor het koelsysteem niet meer functioneerde. Door gebrek aan koelwater liepen de temperaturen in de centrale zo hoog op, dat de brandstof in de kernreactor begon te smelten.

De overheid besloot onmiddellijk tot het evacueren van de bewoners die binnen een afstand van 3 km van de centrale woonden, later volgde de beslissing tot evacuatie van de 50.000 bewoners uit de gebieden waar meer dan 20 millisieverts per jaar aan radioactieve straling te verwachten was. Opvallend was dat in dezelfde periode ook nog eens 130.000 mensen vrijwillig wegtrokken, ook al was er in hun directe leefomgeving veel minder straling geconstateerd.

In totaal waren dit bijna evenveel evacués als destijds tijdens de kernramp bij Tsjernobyl in 1986, constateert het boek Fallout. Dit is des te opvallender omdat de besmetting in Japan een factor vijftig minder was dan bij Tsjernobyl. Het is inmiddels een bekend feit dat het aantal dodelijke slachtoffers bij de Fukushima-ramp op korte termijn gering is gebleven, maar uit gesprekken met de direct omwonenden blijkt dat de sociale gevolgen voor een groot aantallen mensen zeer ingrijpend waren. ‘Terwijl de straling aan het afnemen is, is de halfwaardetijd van de angst waarschijnlijk langer.’

Hereditas Nexus

Freelance wetenschapsjournalist Fred Pearce, onder meer werkzaam voor The Guardian en het wetenschapsblad New Scientist, heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt voor zijn nieuwste boek. Want voor zijn onderzoek reisde hij de hele wereld af naar gebieden waar op de een of andere manier de gevolgen merkbaar waren geweest van radioactieve straling. Zo bezocht hij ook Sellafield, de Engelse opwerkingsfabriek, die in 2006 na 40 dienstjaren buiten bedrijf ging. Tijdens het ontmantelingsproces ging het echter mis, en lekte grote hoeveelheden radioactief water uit een pijpleiding. Bij toeval liep het incident goed af en wist het personeel Engeland te behoeden voor de grootste denkbare nucleaire ramp.

“Wat is de toekomst van kernenergie?” vraagt Pearce aan het eind. “Heeft kernenergie wel een toekomst?’ Vervolgens besteedt hij – niet voor het eerst in het boek- aandacht aan de relatie tussen het vreedzaam gebruik van kernenergie en de productie van kernwapens. Zijn conclusie luidt dat kernenergie minder gevaarlijk is dan de algemene opinie veronderstelt. Alleen de link met kernwapens is hem een doorn in het oog, maar hoe dat probleem op te lossen is krijgt geen bevredigend antwoord. Het goed gedocumenteerde en vlot geschreven boek besluit zo jammer genoeg met een open eind.

Eerder verschenen op TW.nl