"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Fantastisch lichaam

Vrijdag, 1 april, 2005

Geschreven door: Marian Boyer
Artikel door: Daan Stoffelsen

Een ander leven

[Interview] Marian Boyer (1954) schreef veertien toneelstukken en twee romans, waarvan dit jaar Fantastisch lichaam uitkwam, een roman over een vrouw die herstelt van een ziekte en wordt geconfronteerd met de reacties van de gezonden. Daan Stoffelsen sprak met haar op het terras van het Lloyd-hotel, op een van de laatste mooie dagen van 2005.

Boyer studeerde korte tijd aan de Academie voor Kleinkunst. Ze speelde bij het Projekttheater en het Onafhankelijk toneel, en later bij Maatschappij Discordia, groepen waarin de acteur niet slechts andermans teksten en regie uitvoert, maar zelf ook theatermaker is, en daarmee verantwoordelijk voor het gehele artistieke proces. Boyer schreef in 1981 haar eerste stuk voor Toneelschuur Haarlem, Poste Restante. Een schrijfster was geboren. Ze verliet Discordia om bij andere gezelschappen regie te voeren en, later, te schrijven. In 2001 kwam haar romandebuut uit, Het engelentransport, over een moorddadig meisje dat helemaal in zichzelf is gekeerd. En in 2005 volgde Fantastisch lichaam. Van acteur naar auteur, van toneelschrijfster naar romanschrijfster. Steeds bezig met taal, maar wel in ontwikkeling: Marian Boyer.

Van acteur naar auteur, van toneelschrijfster naar romanschrijfster
‘Taal is belangrijk voor mij. Het is een transportmiddel, voor thema’s, gevoel, voor inhoud, maar het is essentieel. Ik ontdekte in de loop van de tijd dat acteren mij niet tot de pure taal bracht. Ik sprak andermans woorden uit, nam een omweg. Schrijven is directer, het geeft mij meer controle over de taal. Ik schrijf nog steeds toneel, en het gaat me steeds beter af, ik geef er ook les in op de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en de Schrijversvakschool, en het is – in tegenstelling tot proza – werk op een prettig korte termijn.
Toen ik mijn veertiende stuk al aan het schrijven was, betrapte ik me op herhalingen. Had ik dit niet al eerder geschreven? Die angst voor herhaling is denk ik de primaire motivatie geweest voor de overstap naar een ander genre. Maar ik had ook minder lol in het toneelschrijven, en ik kwam beperkingen tegen. Eerder van productionele dan van tekstuele aard, hoor. Stel, je wilt een stuk schrijven voor veertien actrices, veertien acteurs en een vliegend varken. Dat is onbetaalbaar. Terwijl ik voor een roman over die achtentwintig personages en dat ene varken geen enkele kostenoverschrijding hoef te maken. Ik hoef alleen aannemelijk te maken dat dat varken vliegt. Proza geeft, met andere woorden, veel meer vrijheid. Mijn mogelijkheden zijn groter geworden en mijn idioom breidt zich uit.
Een roman is lange termijnwerk, dat gaat niet zomaar even tussendoor. Haruki Murakami heeft eens gezegd dat een verhaal geen logica is, geen opeenvolging van oorzaak en gevolg. Dat het een droom is. Als auteur ga je telkens terug naar die droom, je laat je leven door zijn wetten. En dat kost tijd.’

Maar voor Boyer zijn toneel en proza gelijkwaardige genres, even literair wat haar betreft.
‘Tenminste, als het verder gaat dan fel realisme. Op toneel kan veel meer dan in de film, op tv, en dat moet, vind ik, dan ook. Toneel is het geritualiseerd samen ervaren van taal: publiek en spelers hebben afgesproken te geloven in wat er gezegd wordt. Die rite, die afspraak geeft je de mogelijkheid, nee de plicht om boven het realisme uit te stijgen. De Taalunie Toneelprijs is de laatste jaren veel naar talige, literaire stukken gegaan, en dat vind ik terecht.’

Boekenkrant

Een andere visie door conventies
Ondanks de productionele mogelijkheden van het nieuwe genre heeft Boyer in haar romans geen vliegende varkens opgevoerd. Het engelentransport gaat over één meisje en is vanuit haar perspectief geschreven; Fantastisch lichaam wisselt tussen de vier hoofdpersonages, maar is wel steeds in de derde persoon geschreven.
‘Ik houd van zulke overzichtelijke perspectieven. Ik houd van American storytellers, zoals Safran Foer nu, of vroeger Faulkner, auteurs die een goed verhaal kunnen vertellen, op een heldere wijze. Een simpel, duidelijk verhaal, volgens strakke verhaallijnen, dat wil ik ook, en dat is eigenlijk heel conventioneel. Maar binnen het conventionele wil ik vreemdsoortige dingen doen. Ik kies het gebruikelijke om niet af te schrikken, om de lezer vast te houden, om uiteindelijk een andere visie te bieden. Ik hoop dat mensen net even anders gaan kijken.
Bij Het engelentransport wilde ik een andere blik op oorlog geven. Dat is een cruciaal thema voor de tweede generatie: mijn familiegeschiedenis is door de oorlog in Indië en de kampen getekend. In Het engelentransport woedt de oorlog door in gezinnen, door in dat ene, naïeve, gewelddadige meisje. Het geweld is in haar geïnternaliseerd, genetisch doorgegeven, en ze is exemplarisch voor die hele complexe geschiedenis.
Ze is ook deel van het verhaal van het boek, dat van mij ook op zichzelf moet staan. Het moet niet moralistisch worden. Ik houd niet van boodschappen doen, en ik houd niet van de schrijver die zich als een of andere intellectuele god telkens laat horen.’

De moeilijke vorm mag
Fantastisch lichaam verpakt de impliciete boodschap in een heel andere vorm. De botsing tussen zieken en gezonden, het onbegrip en de angst die eraan ten grondslag ligt, komt vooral naar voren in de lichte, wat absurde hoofdstukken na het eerste. Dat eerste hoofdstuk bevat een heel afstandelijke beschrijving van de borstoperatie ter voorkoming van de verspreiding van kankercellen.
‘Dat schrikt af, ja, dat is even doorbijten. Maar ik wilde die informatie geven: deze vrouw is kankerpatiënte. Dat verklaart de reacties van haar tegenspelers. Ik had die informatie ook anders kunnen geven: opspelende pijntjes, elk hoofdstuk weer, steeds prominenter. Maar ik heb zelf de pest aan dat soort gezeur, en deze vorm is beter, ik kwam erop toen ik over een roman las: een vrouw geeft haar kinderen sinaasappelsap en brood en trekt de deur achter zich dicht. Vervolgens lezen we uitsluitend over haar belevenissen, terwijl die kinderen niet meer genoemd worden. Dat geeft het boek een emotionele ondertoon, een kennisperspectief dat de interpretatie kleurt.
Het is een gewaagde opening, het is moeilijk. En dat in een tijd waarin makkelijke, oerrealistische boeken domineren. Het leven is al moeilijk genoeg, schijnen auteurs als die van “Writers on Heels” [auteurs als Susan Smit, Siska Mulder en Saskia Noort – DS] te denken, waarom zou ik nog een moeilijk boek schrijven? Ik vind zulke boeken bijna onleesbaar. Daarom was ik zo blij met de Nobelprijs die Elfriede Jelinek vorig jaar kreeg. Het was een beloning voor inhoudelijk en niet toegankelijk schrijven. Voor mij was het een aanmoediging.’
Na het doodernstige realisme van het eerste hoofdstuk volgen de gebeurtenissen in Fantastisch lichaam elkaar in een hoog tempo op.
‘Men heeft me wel gezegd dat het allemaal te snel gaat, dat er te veel gebeurt in die paar uur. Dat dat niet realistisch is. Maar mijn antwoord zou zijn dat er te weinig gebeurt voor een nachtmerrie. Fantastisch lichaam bevat veel droomachtige scènes, veel wordt in een soort half-coma beleefd. Dat ís niet realistisch. Maar het mág afwijken, dat maakt het waardevol.’

Een boek over kanker?
Fantastisch lichaam ontstond, zo meldt de flaptekst, ‘onvermijdelijk’ uit Boyers strijd met kanker. Hoe onvermijdelijk?
‘Verschillende mensen hebben me toevertrouwd dat die krankzinnige botsing met de buitenwereld die ik in Fantastisch lichaam schets ook zonder kanker ervaren wordt. Maar voor mij was mijn ziekte noodzakelijk om dat te ontdekken. Als je ziek wordt, en daarmee een onderdeel van de gezondheidszorg, dan komt alles in het kader van ziekte te staan. Er komt een scherpe scheiding tussen de zieken en de gezonden.
En dan begint de kwestie van beheersbaarheid te spelen. Als je gezond wilt zijn, dan moet je gezond leven. Als je beter wilt worden, dan moet je medicijnen gebruiken. Als je “mooi” wil worden, dan laat je je op tv verminken. De wil lijkt superieur aan het lichaam. Kanker ís niet beheersbaar, en daarbij lijkt het dus of je niet beter wíl worden, alsof de positieve instelling ontbreekt. De schuldvraag wordt gesteld: wil je wel beter worden?
Susan Sontag heeft daar heel goed over geschreven in Illness as Metaphor, vind ik.
Fantastisch lichaam is geen afrekening, maar een verklaring van een inzicht. Een inzicht in dat onbegrip en die miscommunicatie waarvan die schuldvraag deel uitmaakt. Volgens mij is het angst, angst voor ziekte, voor verval, angst voor het wegvallen van controle. In Fantastisch lichaam reageert iedereen angstig op de herstellende Erica.’
Fantastisch lichaam was geen afrekening, maar wel een vorm van verwerking.
‘Toen het boek klaar was, was ik ook klaar met de verwerking. Ik kon niet praten over mijn ziekte, zelfs niet, tot zijn grote frustratie, tegenover mijn vriend. Die ene keer dat ik in een praatgroep zat, manoeuvreerde ik mijn spreekbeurt aan het einde van de sessie en zei dat alles al door anderen gezegd was. Dat werkte niet. Dus ben ik er maar over gaan schrijven. Ik heb mijn versie van de geschiedenis voor mijn vriend geschreven, net zoals P.F. Thomése dat voor zijn echtgenote deed met zijn Schaduwkind.
Dat is lastig, eigenlijk sta je te dicht op je stof. Net als een acteur mag een auteur zich niet één op één met het materiaal verhouden. Maar het werkte wel, de echte emoties kwamen tijdens het schrijven, en dan ben je blij dat je tenminste kan schrijven, dat je dat redmiddel in ieder geval hebt. Ik organiseer daar binnenkort met een collega-schrijfster een symposium over, over het verwerken van die aanslagen op je leven, die grote emoties, in literatuur. Kan dat? En kun je daar dan nog literaire normen op los laten? Niet altijd, denk ik.
Ik heb het op afstand gedaan, het schrijven en daarmee het verwerken van de emoties was voor mij een intellectueel proces. Zo houd je het hanteerbaar, en effectief. Want hoewel je schrijft over dingen die niet gezegd kunnen worden, moet de pijn die je voelt overkomen op de lezer.’

Happy endings
Over Boyers toneelstuk Op en neer schreef Algemeen Dagblad destijds: ‘Boyer is in het onderwerp geweld geïnteresseerd, omdat ze denkt dat mensen hun motieven minder goed kennen en daardoor willozer zijn dan algemeen wordt verondersteld.’ Die combinatie van willoosheid en geweld speelt in Het engelentransport, met fatale gevolgen, maar de willoosheid, het onbewustzijn van de personages in Fantastisch lichaam loopt eigenlijk heel goed af: ze leven gelukkig, en hopelijk nog lang.
‘Een happy end, inderdaad. Ik vind het heel hoopgevend dat twee mensen elkaar vinden en elkaar steunen terwijl de toekomst onzeker is. De liefde overwint.
Ik ben milder geworden, ik had een nogal zwarte blik op het leven, en ik zie het allemaal rooskleuriger in nu. Dat heeft met de liefde te maken. Maar ik weet niet of de happy ends elkaar nu zullen gaan opvolgen in mijn toekomstige werk. Een goed boek of een goed theaterstuk is toch gebaat bij botsing, bij mensen die struikelen, opstaan, en weer struikelen. Dat lezen mensen graag, dat zien mensen graag.’
Boyer is bezig met O jullie, een nieuw toneelstuk, waarin het Nederlandse onvermogen tot opvoeden thema is, en werkt aan haar derde boek. Niet het Een geslaagd leven dat ze na haar prozadebuut wilde schrijven, maar een boek met dezelfde titel dat meer in de lijn ligt van Fantastisch lichaam, over de wil die het succes niet garandeert. De toon zal ook anders zijn, meer in lijn van de fictieve brieven die ze voor culturele manifestaties in het Lloyd Hotel schreef. En ondertussen timmert Boyer ook nog aan de weg met haar Platform Onafhankelijke Theaterauteurs, een poging om toneelschrijven besmettelijk te maken door allerhande activiteiten.
Dat zien we graag.
‘Iets mag goed aflopen, maar dan wel na vele tegenslagen, met veel doorzettingsvermogen. Want daar leer je van.’

Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Een geslaagd leven

Een kleine storm

Fantastisch lichaam

Fantastisch lichaam