"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Flessenhart

Dinsdag, 14 maart, 2023

Geschreven door: Robert Schuit
Artikel door: Alek Dabrowski

Absurditeit en somberheid in een mooie kortverhalenroman

[Recensie] Onder de schuilnaam Joubert Pignon schreef Robert Schuit drie bundels met zeer korte verhalen. Robert Schuit schijnt de echte naam van deze schrijver te zijn, maar ik weet het niet. De verhalen in Flessenhart vormen enigszins een geheel. Op de achterflap wordt het genre de kortverhalenroman genoemd. De sfeer bij Schuit is eender als bij Joubert Pignon: een drankzuchtige man die zich staande probeert te houden in een absurd universum. 

Spelen met fictie
Schuit speelt graag met fictie, Een verhaal over ‘De Kattenwrijfser’ loopt anders dan hij wil. Deze vers gecreëerde superheldin zou het goed doen in een Hollywood-verfilming, fantaseert de schrijver na het bedenken van het eerste verhaal. Maar daar gaat de deurbel en De Kattenwrijfser staat voor de deur. Robert Schuit constateert dat zij er in het echt heel anders uitziet dat hij had bedacht en spreekt haar voorzichtig aan, want zijn personages zijn soms onvoorspelbaar. Ze wil binnenkomen, maar daar ligt de grens voor Schuit. Ze blijft aan de deur staan en laat haar opgezwollen handen zien. Ze is allergisch voor katten. Schuit overweegt haar handschoenen aan te laten trekken, maar verandert dan katten in marmotten, al weet hij niet wat marmot in het Engels is.

Dit is absurdisme waar ik erg van houd. In een ander verhaal zegt zijn personage Harold: “Ik dacht dat je niet meer dronk.” Hij antwoordt: ”Alleen in het echt, in fictieve verhalen zoals deze nog wel.” Harold vindt het ingewikkeld worden en vraagt Joubert of een eerdere vraag dan wel echt is, namelijk of hij wil getuigen op zijn huwelijk. Hij zegt uiteindelijk maar ja, al weet hij niet waar hij precies ja op heeft gezegd.

Grappig en pijnlijk
Schuit combineert dit soort absurditeiten met zowel grappige als pijnlijke verhalen over een man die tot weinig meer in staat lijkt. Zijn vrouw is bij hem weg en hij verdiept zich in het aantal flessen dat past in de glasbak in zijn straat. Hij drinkt een paar flessen per dag. Verder loopt hij hele einden om soms te verdwalen in een of andere stad, waar hij de laatste trein mist. Het zijn korte scènes uit een hopeloos leven. Af en toe heeft hij seks met een vrouw, gewoon omdat twee volwassen mensen die met elkaar afspreken dat met elkaar doen: bloot op elkaar gaan liggen. De communicatie met zijn ouders verloopt stroef. Wanneer zijn vader kanker krijgt en in het ziekenhuis ligt babbelt zijn moeder onophoudelijk. Zijn vader houdt slechts zijn hand vast. Met een nieuwe vrouw lijkt hij toch iets moois te gaan opbouwen, Ze is zwanger en een huwelijk zit eraan te komen. Absurditeit en somberheid overheersen toch in deze mooie kortverhalenroman van Robert Schuit. Tot slot citeer ik het verhaal ‘Lokboek’.

Boekenkrant

“Op straat worden boeken neergelegd. Lezers pakken de boeken op maar ontdekken pas dat deze onderdeel van een valstrik zijn wanneer ze bijkomen uit hun verdoving. Hangend op hun kop, de enkels geketend aan het plafond van een donkere schuur, proberen de lezers te ontdekken wat er aan de hand is. Ze krijgen geen uitleg. Uit hun ruggen worden lappen vlees gesneden, van de lappen vlees worden omslagen van nieuwe lokboeken gemaakt om nieuwe lezers mee te lokken zodat ook van hun vlees lokboekomslagen kunnen worden gemaakt.”

Eerder verschenen op Uitgelezen Boeken