Ideeën? Welnee. Uitvindingen!
[Recensie] Flits heeft een probleem. Hoe kan hij van de nood een grote deugd maken? Heel simpel, gewoon een uitvinding bedenken. En wat voor een! De uitvinding die ervoor gaat zorgen dat Flits nooit meer komt vast te zitten met zijn slippers. Flits is er klaar voor om aan deze uitvinding te werken. Op de gewone slippers komt hij altijd vast te zitten in de modder. Op zijn superslippers niet! Wil je zijn superslippers namaken? Dat kan! Illustrator Roos Pulkens heeft de uitvinding in zwart-wit helemaal voor je uitgetekend.
Zo maken we kennis met Flits uit Flits en het hanenhotel. Natuurlijk heeft Flits ook wat te maken met hanen, zoals de titel al wat verraadt. Flits en zijn ouders verzamelen hanen. Ze hebben er zeventien! Zeventien? Wie verzamelt er nou hanen? En dan nog eens 17!
Veel mensen verzamelen géén hanen. Pap, mama en Flits, dus wel. En al die hanen hebben een naam. Flits kan ze allemaal uit elkaar houden. Pulkens helpt ons mee om de hanen bij naam te leren kennen. Ze tekent ze uit en zet er hun naam bij.
De hanen zijn de buurdieren, geen huisdieren. Ze scharrelen in de tuin naast hun huis en dus naast hun eigen tuin. In hun eigen tuin is er weinig plek, buurdieren dus. Dat er weinig plek is in hun tuin komt door Pap. Hij verzamelt spullen, verloren spullen die hij overal vindt. Bijvoorbeeld langs de rivier die dwars door hun woonplaats loopt. En Mam vindt alles best. Maar Pap verzamelt niet alleen van alles. Ook Flits kan er wat van. Zijn zakken puilen uit van zijn verzamelingen.
Op een dag wordt er aangebeld. Er staat een hele nette postbode op de stoep. Met een brief in de hand. Een brief van de koning? Flits had namelijk de koning een brief geschreven. Over zijn uitvinding, en of de koning ook zo’n paar superslippers wil hebben.
Helaas. Het is een brief van de nieuwe buren. En ze eisen dat de hanen van hun erf verdwijnen. Als dat niet gebeurt, gaan de buren naar de politie.
Geen nood. Flits weet voor alles een oplossing, toch? Die oplossing laat Pulskens zien in een tekening die Flits maakt. Maar er gebeuren veel meer spannende dingen.
Wat een pakkende, hilarische inleiding heeft Lotte van der Bie bedacht voor haar Flits en het hanenhotel. Een boek dat je vanaf de start niet weg wilt leggen. Eerst verbaas je je over de superslippers van Flits, dan de chaotische verzameling van pap in de tuin. Daar voegt Van der Bie af en toe beschrijvingen toe, over Buurvrouw Kwant bijvoorbeeld. Zij keek naar Pap alsof hij veranderd was in een hondendrol nadat Pap had uitgelegd wat hij met al zijn spullen doet.
En meneer Kwant? Daar heeft Pulskens zo’n leuk personage van gemaakt. Je ziet meneer Kwant gewoon voor je, ook hoe hij in het verhaal voorkomt.
In Flits en het hanenhotel lees je naast de hilarisch oplossingen, eigenlijk uitvindingen van Flits, de belevenissen samen met Pap en Mam, ook allerlei informatie over de natuur, goed met het milieu omgaan. Niet belerend maar het komt allemaal vanzelfsprekend over. Zoals dat hoort, natuurlijk.
Achterin het boek staat in het kort wat informatie over schrijfster en illustrator.
Een boek voor negenjarige lezers en ouder die in alles iets zien waar ze wat van kunnen maken. Die zullen zichzelf in Flits en Pap herkennen. Maar Flits en het hanenhotel is zeker ook een boek voor jonge lezers die willen lachen en houden van waanzinnige uitvindingen.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow
