"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Geachte heer M.

Donderdag, 5 juni, 2014

Geschreven door: Herman Koch
Artikel door: Just Houben

Leesplezier

Iedereen kent wel het type: een buurman die de hele dag uit het raam kijkt en alles van zijn buren weet. Alleen al de wetenschap dat zo’n buurman je in de gaten houdt, kan beangstigend zijn, laat staan dat hij ook nog tot actie overgaat. En dat is precies wat de onderbuurman van schrijver M. doet in de nieuwe roman van Herman Koch. Geachte heer M. houdt de lezer tot het einde in spanning.

‘Geachte heer M.,’ begint de onderbuurman. ‘Ik wil beginnen met u te zeggen dat het inmiddels beter met me gaat. Ik doe dat omdat u waarschijnlijk helemaal niet weet dat het ooit slechter met mij is gegaan. Veel slechter zelfs, maar daar kom ik later nog wel op terug.’ Ook heeft hij ‘bepaalde plannen’ met M. Al snel vermoedt de lezer een lichte obsessie bij deze creep, want nauwkeurig houdt hij ook de post in de gaten en dringt hij zich op aan de veel jongere en o zo mooie vrouw van M. Het eerste deel van Geachte heer M. is meteen pakkend.

M. is een gerespecteerde, maar misschien ook niet meer dan middelmatig schrijver in de nadagen van zijn carrière. Zijn bekendste boek, De afrekening, was gebaseerd op de waargebeurde verdwijning van een geschiedenisleraar waar twee leerlingen iets mee te maken zouden hebben gehad. De docent, Jan Landzaat had korte tijd een relatie met een van zijn leerlingen, Laura.

Zij verbrak de relatie, maar Landzaat blijft haar enige tijd stalken. Wanneer Laura en haar nieuwe vriendje Herman in de kerstvakantie in Zeeland zitten, rijdt Landzaat langs om nog het een en ander uit te praten, maar hij verdwijnt onder mysterieuze omstandigheden. Destijds werd de zaak niet opgelost, nu heeft de onderbuurman nieuw materiaal over de zaak voor M.

 Verbeelding

Voor zijn roman liet M. zijn verbeelding aan de haal gaan met de bekende feiten rond de verdwijning. Het onbekende heeft hij zelf ingevuld, de roman werd losjes gebaseerd op feiten. M. speculeerde over wat er gebeurd zou kunnen zijn. De onderbuurman blijkt dezelfde te zijn als de scholier Herman van toen, die zijn leraar Landzaat als laatste heeft gezien voor diens verdwijning. Met zijn verbeelding schuift M. Herman wel ineens een mogelijke moord in de schoenen. Dat wil Herman nu rechtzetten.

Als scholier was Herman al een apart figuur: zijn magere gestalte maakte hem opvallend, niet uitzonderlijk knap, maar toch aantrekkelijk. Hij is intelligent en een betweter die school, met name leraren, een verzameling van middelmatigheid vindt. Ook als volwassen man waant hij zich slimmer dan iedereen en ook nu keert hij zich tegen de middelmatigheid; dit keer betreft het schrijver M. Zie bijvoorbeeld hoe hij het begrip leesplezier hekelt, wanneer hij zijn boek laat signeren:

‘Voor (…), schreef u. Met veel leesplezier.

Leesplezier – ja, dat is wat sommige schrijvers voor in hun boeken schrijven, u bent niet de enige. Met veel leesplezier. Ik weet niet hoe dat bij u is, maar ik beleef zelden leesplezier. Bij leesplezier moet ik altijd denken aan iemand die zich tijdens het lezen van pure pret op de dijen slaat.

Een lezer leest een boek. Als het boek goed is vergeet hij zichzelf. Dat is het enige wat een boek moet doen. Wanneer de lezer zichzelf niet kan vergeten en tijdens het lezen voortdurend aan de schrijver moet denken, is het boek mislukt. Met leesplezier heeft dit niks te maken. Wie plezier wil hebben koopt maar een kaartje voor de achtbaan.’

Koch voert je geleidelijk mee in de gedachten van Herman, maar laat in andere delen van de roman de overige personages aan het woord: Laura, geschiedenisleraar Landzaat en M. Al deze verschillende perspectieven zetten het eerder vertelde in een ander licht: is het werkelijk zo gegaan als je aanvankelijk dacht? Dit brengt niet alleen de nodige suspense, maar raakt ook aan de motivatie van Herman om iets recht te willen zetten: in hoeverre speelt zijn eigen verbeelding een rol bij de reconstructie van wat er destijds is gebeurd in Zeeland? Kent hij wel de ware toedracht?

De literaire wereld

Via M. geeft Herman Koch ook een inkijk in de wereld van schrijvers. Interviews geven, de vele borrels van de uitgeverij, het gedoe om verkoopcijfers, een lezing in een bibliotheek ergens in het land en het boekenbal. In M. herkent de lezer gemakkelijk iets van Mulisch, maar echt één op één is het ook weer niet. Behalve M. passeren ook andere schrijvers, met niet meer dan een initiaal aangeduid, de revue in wie critici iets te gemakkelijk andere schrijvers herkennen. Het gaat niet zozeer om specifieke schrijvers als wel om typen die in de literaire wereld rondlopen.

Dit is echter niet de sterkste verhaallijn van Koch. Met een ogenschijnlijk genoegen beschrijft hij het literaire circuit op satirische wijze, maar echt heel grappig wordt het niet – echt ontluisterend ook niet. Ik betwijfel of deze passages iets toevoegen en naar het einde toe verliest Geachte heer M. aan kracht. De overwegingen van de personages zijn dan niet even overtuigend meer. Maar daar staat tegenover dat de lezer tot het einde in het ongewisse blijft.

Schrijver M. denkt nog wel eens terug aan het onbevangen lezen in zijn jeugd dat verloren is gegaan toen hij Literatuur ging schrijven. Wat zonde toch. Sluit het een het ander eigenlijk uit? Eenieder mag dat zelf uitmaken. Veel leesplezier!


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Eindelijk oorlog

Eten met Emma

Het diner

Auteur:
Herman Koch
Categorie(ën):
Literatuur