"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Geraas en geruis

Zondag, 19 juni, 2022

Geschreven door: Jean Paul Van Bendegem
Artikel door: Marnix Verplancke

Een pleidooi voor imperfectie als voorwaarde voor creativiteit

Waarom geloven we in perfectie, vraagt  Jean Paul Van Bendegem zich af, terwijl we in een imperfecte wereld leven waarvan we ons alleen maar een imperfect beeld kunnen vormen.

[Recensie] Zou u een perfecte beschrijving kunnen geven van de Knack die u in handen heeft? U zou het kunnen hebben over de titel, de artikels en wat u er iedere week weer toe aanzet Knack te lezen. Maar dit tijdschrift is meer dan een hoopje papier natuurlijk. Het veronderstelt ook een relatie met de wereld waarin het verschijnt. Het heeft een verleden en een toekomst, zowel dit exemplaar als de vele die er nog zullen volgen. En zeg nu niet dat u online leest, want dan wordt het nog veel moeilijker. U ziet het, de perfecte beschrijving van dit blad is niet te geven, hoe zou dat dan kunnen van de rest van de realiteit?

In Geraas en geruis gaat Jean Paul Van Bendegem dieper in op onze ambivalente omgang met het concept perfectie. Dat wij imperfecte wezens zijn die er niet in slagen iets perfect te beschrijven of te ordenen, moge duidelijk zijn. Van Bendegem heeft het in dit verband niet alleen over de verschillende classificatiesystemen in fysica, chemie en biologie, maar ook over de moeilijkheid om zijn eigen bibliotheek te ordenen op zo’n manier dat hij er nog iets in terugvindt – wat hem iedere keer als dit lukt aanzet tot het maken van een vreugdesprongetje. Maar op zich zegt dat nog niets over de wereld natuurlijk. Die zou best wel eens perfect kunnen zijn zonder dat wij dit merken. Om aan te tonen dat dit niet zo is, duikt Van Bendegem onder in de entropiewetten en zijn stokpaardje, de oneindigheid. De man is immers emeritus hoogleraar logica en wetenschapsfilosofie aan de VUB, en dat zullen we geweten hebben. Het zijn taaiere stukken, waarbij de wiskunde regelmatig de kop opsteekt in dit voor het overige toegankelijke boek.

Maar waar is het Van Bendegem nu echt om te doen? Om ons schijnbaar niet uit te roeien geloof dat perfectie wel bestaat, en dat we die via de techniek kunnen bereiken. We vinden slimme vorken uit die in alarm gaan als we te snel eten en slimme waterflessen die ons erop wijzen dat het tijd is om nog eens te drinken. Onschuldig denkt u, maar het kan ook anders. We doorgronden de menselijke psychologie en introduceren verslavende aspecten in games, en via DNA-sequencing gaan we op zoek naar onze aanleg voor bepaalde aandoeningen waardoor we niet langer in aanmerking komen voor een verzekering. We geloven te sterk in de techniek die ons een perfecte wereld voorspiegelt, aldus Van Bendegem, maar die bestaat niet, zelfs de virtuele realiteit is niet perfect, en laat ons er dan ook naar leven, een beetje gevaarlijk en avontuurlijk.

Bergen

Wie al eerdere boeken van Van Bendegem las, weet dat hij een kei is in het koppelen van het algemene aan het persoonlijke. En dat doet hij ook hier. Hij heeft het over het verre van perfecte schilderen van zijn garagevloer, wijdt uit over de reden waarom Maurits Escher weigerde mee te werken aan Stanley Kubricks 2001, A Space Odyssey en geeft toe dat er uiteindelijk weinig logica terug te vinden is in de structuur van zijn boek, al zit er natuurlijk wel een systeem achter de waanzin. Het geraas van de mens en het geruis van de kosmos bieden in al hun imperfectie wel een ideale voedingsbodem voor creativiteit, toont Van Bendegem.

Eerder verschenen in Knack