"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Gestolen voorwerpen

Vrijdag, 15 september, 2017

Geschreven door: David Sedaris
Artikel door: Nico Voskamp

Eén stadium te vroeg

[Recensie] David Sedaris is hip. Hij werd in Nederland na 2010 bekend door zijn bundel Van je familie moet je het hebben, een optreden in College Tour en twee avonden in Carré. In Amerika was hij al eerder doorgebroken en wereldwijd verkocht hij tot nu toe ruim tien miljoen boeken. Gestolen Voorwerpen, een eerste selectie uit zijn dagboeken, leek me een goed moment om kennis te maken met David.

Dat was geen goed idee. Gestolen Voorwerpen is wat de omslag belooft: een selectie uit de dagboeken van 1977-2002. In de inleiding legt de schrijver uit hoe hij zijn dagboek bijhoudt. Hij noteert aan het eind – sinds kort aan het begin – van de dag opmerkelijke gebeurtenissen in een ouderwets notitieboekje, dat hij in zijn borstzak met zich meedraagt. Dat kan een ongeluk zijn, flarden van gesprekken, grappen, iets op de radio. Later werkt hij die aantekeningen uit tot leesbare stukken tekst. Sinds 1977 heeft hij zo’n acht miljoen woorden aan het dagboekpapier toevertrouwd. Dit eerste boek is dus nog maar het begin van een waarschijnlijk lange reeks.

Het probleem met een dagboek is dat voor de lezer de context ontbreekt. Een willekeurig stukje: “21 november 1977. West Virginia. In Cullowhee gingen Ronnie en ik elk ons weegs. Zij naar Raleigh, en ik zit nu onder een viaduct aan de snelweg te wachten tot de regen wat afneemt. Vandaag reden een paar mensen die waren gestopt lachend weg zodra ik dankbaar en opgelucht bij hun auto aankwam. Er liggen hier veel dode vogels. Ben rusteloos.”

Wat leren we hieruit? Het is november 1977, de schrijver is in de buurt van West Virginia. In Cullowhee gaan ene Ronnie en hij uit elkaar, de schrijver gaat liftend verder, waarbij hij merkt dat het a. lastig is een lift te krijgen en b. in deze streek automobilisten niet erg aardig zijn. En o ja, er liggen dode vogels. Goed om te weten, maar wel erg fragmentarisch.

Geschiedenis Magazine

Je kunt concluderen dat de schrijver een puntige schrijfstijl heeft, van zwarte humor houdt, gay is en daar vaak problemen door ondervindt, avontuurlijk is, en buitensporig veel opwekkende middelen tot zich neemt. Maar dat is niet genoeg om een boek boeiend te houden. Sedaris merkt dat zelf al op in het voorwoord: “…verwacht ik niet dat iemand dit van begin tot eind zal lezen. Het zal meer iets zijn waar je zo af en toe induikt, zoals in iemands jaarboek of een moppenverzameling.”

Zo verging het mij ook. Ik dook er af en toe in, maar het voelde als bitterballen snacken terwijl ik graag een driegangen maaltijd wilde. Dat lag aan het onaffe van die stukjes. Je zou het verhaal dat in dat korte stukje verborgen zit, willen lezen. Dus haalde ik zijn verhalenbundel Van je familie moet je het hebben erbij. Dat hielp. De verhalen in dat boek zijn briljant. Zwart, humoristisch, cynisch, spottend en met vaart geschreven: complete geschiedenissen die wel boeiden. Dit zijn de verhalen zoals ze in zijn dagboek staan, maar dan uitgewerkt. Voor mij zijn deze dagboekfragmenten één stadium te vroeg – maar voor de liefhebbers kan het een mooie aanvulling zijn op eerdere boeken.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Gestolen voorwerpen

Van je familie moet je het hebben