"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Glans en geluk

Donderdag, 13 september, 2018

Geschreven door: Charlotte Huijgens
Artikel door: Chris Reinewald

Schatten die gekend willen worden

[Recensie] Op Glans en Geluk, Kunst uit de wereld van de Islam presenteert het Gemeentemuseum Den Haag lang niet geëxposeerde ambachtskunst uit de Islamitische wereld. Behalve uit de eigen collectie zijn er ook andere Nederlandse museumbruiklenen te zien. Tentoonstelling en catalogus gaven aanleiding tot een frisse inventarisatie en herinterpretatie van de Islam-collectie Nederland met vazen, tegels, glaswerk, keramiek, metaal, kalligrafieën en muziekinstrumenten uit het Islamitisch cultuurgebied, teruggaand tot zeven eeuwen geleden.

Bij het fotograferen, deze zomer in de tuinzaal van het museum, werden de objecten ‘warm belicht’ zoals in de landen van herkomst. Bezoekers keken toe en konden vragen stellen.

Dingen dragen ook verhalen en niet alleen die van kunsthistorici of schriftgeleerden. Daarom vroeg het museum ook muzikanten, koks en schrijvers met wortels in de landen van herkomst favoriete collectiestukken uit te kiezen en daarbij iets te vertellen. Zo lezen we het recept voor moutabel!, een pittige auberginedip met tahini. Zina Abboud, die uit Syrië vluchtte en in Nederland terecht kwam, begon in 2015 een goedlopend cateringbedrijfje met moutabel als succesnummer. Wat mooi zou het zijn die te serveren in een 10de eeuwse Iraanse kom, gedecoreerd met papegaaien.

Een prachtig geknoopt wollen tapijt uit Oesjak, west-Anatolië (1600) bracht de jonge Haagse schrijver Hizir Cengiz zich weer in zijn ouderlijk huis. En wat graag had de getalenteerde Turkse muziekstudente de Iraanse kamanche bespeeld. Maar deze schootviool – rijk gedecoreerde, bolle klankkast en drie zijden snaren – is daarvoor te kwetsbaar en wordt alleen nog als museumstuk geëxposeerd.

Boekenkrant

Vorm- en kleurloos

De eerste, grote expositie in München in 1912 maakte Islamitische kunst tot geliefd verzamelgebied in Europa. In die dagen legde het Gemeentemuseum Den Haag met een grote schenking Islamitische en Delfts-Blauwe keramiek de basis van de huidige kunstnijverheidsverzameling.

In die dagen correspondeerden internationale connaisseurs met elkaar over hoe je dit exotische cultuurgoed moet beoordelen. Ondanks dat de Islam ons tegenwoordig veel meer omringt dan destijds bestaat er over de culturele kanten nog veel onduidelijkheid; ook onder de aanhangers zelf.

Tentoonstelling en boek volgen thema’s: eten en drinken, muziek, literatuur, grensverleggend, arabesken, flora en fauna, geometrie, kalligrafie, decoratie of juist de afwezigheid daarvan en religie natuurlijk. Maar wacht ‘ns: de Heilige Koran staat toch nergens afbeeldingen toe?

Er dienen dus nogal wat misverstanden weggenomen te worden. Zo dient Islamitische kunst niet louter een godsdienstig doel – zoals Christelijke (kerk)kunst. Voor religieuze en dagelijkse gebruiks-en siervoorwerpen gelden echter wel regels. In veel regio’s en periodes in de geschiedenis bestaat inderdaad een verbod om Allah af te beelden.

“God is vormloos, kleurloos, zonder een gelijke,” legde een hedendaags Iraanse Islam-ideoloog waterdicht uit, want: “welke vorm of omstandigheid de mens ook kiest, ziet of zich voorstelt, het zal nooit God zijn.”

Cypres en leeuw

Ook zijn Profeet mag je niet afbeelden. Alhoewel… In de 15e eeuw werden Perzische geschiedenisboeken geïllustreerd met fijn gepenseelde miniaturen. Daarop zien we wonderwel de profeet in menselijke gedaante. Mohammed ibn Abdullah, was een 7e eeuws koopman in Mekka die na een mystieke verschijning Allah ging dienen als boodschapper, als Profeet. Met zijn gezicht achter een soort vitrage verschijnt Mohammed samen met Mozes en Jezus, “collega-profeten”. Symbolisch bedoeld natuurlijk want allen leefden in verschillende tijden.

(Bij Karen Armstrongs lucide boek Een geschiedenis van God lezen we hoe Jodendom, Christendom en Islam elkaar mede hielpen vormgaven. Aan monotheïstische godsdienst gaat altijd een periode met meerdere (natuur)godheden vooraf, die vervolgens verdreven worden. Hier ligt ook de basis van het beeldverbod.) Buiten de Koran en in de moskee geldt geen verbod op figuratieve voorstellingen.

Op een Iraanse schotel van kiezelaardwerk (ca 1200) symboliseert een cypres tussen Chinees aandoende figuren het eeuwige leven. Een beeldje van een leeuw kan verwijzen naar een Arabische stam met de familienaam Asad (leeuw) of naar de bijnaam van de neef en schoonzoon van de Profeet. Na zijn dood ontstond er onder zijn vele nakomelingen onenigheid over de te volgen leerstellingen. Dit leidde weer tot de elkaar eeuwenlang fel bestrijdende stromingen binnen de Islam.

Heel simpel gezegd: een deel neemt letterlijk wat in de Koran staat, anderen volgen verschillende nakomelingen van de Profeet met eigen interpretaties. Streng-gelovigen tolereren nergens afbeeldingen van mensen en dieren, zelfs niet op huiselijke sier-of gebruiksvoorwerpen. Iedere vorm van culturele expressie is verboden. Anderen – de meesten – vinden dat minder problematisch. Voor hen anticiperen figuratieve voorstellingen juist op het mooie in het hiernamaals en drukken ze de liefde voor het aardse leven uit.

De Koran zegt overigens erg weinig over deze kwestie, alleen dat “God mooi [is] en van alle mooie dingen houdt.” Een ‘hadith’, een overgeleverd citaat van Mohammed, gaat verder. Allah zou aan de profeet gezegd hebben: “Ik was een verborgen schat en wilde gekend worden. Derhalve schiep ik de wereld zodat Ik gekend kan worden.”

Licht verspreidt zich

Als in een tijdschrift wisselt de catalogus kunst-en cultuurhistorische en lifestyle-achtige informatie af. Prachtige afbeeldingen onthullen meer details dan op een expositie mogelijk is.

Gezichtsbepalend is een 14de eeuwse Egyptische of Syrische moskeelamp met twee kalligrafieën erop. Rond de buik de namen van de schenkers, boven rondom de kelk prijkt het geliefde Lichtvers uit de Koran: “Allah is het Licht van de hemelen en de aarde. De gelijkenis van Zijn Licht is als een nis waarin een lamp staat. De lamp is door een glas omsloten; het glas is als een schitterende ster.” Het geloof brengt de ambachtsman dus tot de toppen van zijn kunnen zodat híj met zijn werkstukken zijn devotie vorm kan geven.

Onder Ottomaanse heerschappij verhuisden Syrische glasambachtslui naar het Venetiaanse glaseiland Murano. Uitwisseling is de sleutel van de culturele rijkdom. Handels-en pelgrimsroutes van west naar oost en omgekeerd brachten mensen met elkaar in contact. Van Moors-Andalusië met de paradijselijke paleistuinen van het Alhambra in Granada tot Indonesië. Vreemd genoeg werd Indonesische-Islamitische kunst juist door Nederlandse verzamelaars geheel genegeerd en mist hier dan ook. Men trof elkaar in caravanserai’s, knooppunten om te eten en te slapen. Men deelde ervaringen, kennis en gewoontes, liet mooie objecten zien. De voorwerpen reisden mee.

Stijlen en versieringen werden geherinterpreteerd tot nieuwe verschijningen zoals in elke springlevende deel-cultuur.

In andere vorm verschenen in Museumtijdschrift

De tentoonstelling Glans en Geluk, Kunst uit de Wereld van de Islam, Gemeentemuseum Den Haag is nog te zien tot en met 3 maart 2019. Meer informatie: Uitgeverij Waanders en .  Bekijk hier een filmpje over de tentoonstelling.