"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Glazen slijpen

Zondag, 30 september, 2018

Geschreven door: Rob Boschhuizen
Artikel door: Karl van Heijster

De Socratische dialoog als vorm van wetenschapsfilosofisch onderwijs

[Recensie] “There is no such thing as philosophy-free science,” verwoordde Amerikaans filosoof Daniel Dennett het zo mooi, “there is only science whose philosophical baggage is taken on board without examination.” De wetenschappelijke praktijk berust op een breed kader van opvattingen, variërend van wat geldt als bewijs (en vooral: wat niet), tot de regels van de logica, tot de impliciete mensbeelden die uit de gekozen aanpak van een probleem blijken. Onderliggende denkramen, noemen Edwin Koster en Rob Boschhuizen deze veelal ononderzochte opvattingen. Als hoofddocent Filosofie en Directeur Wijsgerige Vorming aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en gastonderzoeker Academische Oordeelsvorming aan de Faculteit der Geesteswetenschappen aan dezelfde universiteit, hebben zij een lesmethode ontwikkeld die studenten bewust moet maken van deze denkramen.

De eerste vraag is uiteraard: waarom? Koster en Boschhuizen dragen hiervoor twee redenen aan. Ten eerste hoort kritische reflectie op het eigen vakgebied tot de fundamenten van de wetenschap. Het is interessant dat de auteurs zich hierbij beroepen op het wetenschapsfilosofisch werk van met name Thomas Kuhn en Bruno Latour. Die keuze leidt tot een meer sociologische benadering van de problematiek. De nadruk wordt gelegd op irrationele factoren, waardoor een relativistisch beeld van wetenschap zich opdringt. Meer nadruk op de falsificatietheorie van Karl Popper – waarbij een weerlegging van de theorie zowel zou kunnen duiden op een fout in de theorie zelf, als op een ‘fout’ in het denkraam – zou dit beeld enigszins bij kunnen sturen.

De tweede reden die Koster en Boschhuizen aandragen, is van pragmatischer aard. Beginnend studenten nemen vanuit hun eigen ervaring een eigen denkraam mee, waar ze de kennis die hen tijdens hun studie wordt aangereikt, in proberen te passen. Maar die kaders zijn veelal niet uitgerust op het incorporeren van deze informatie, met gebrekkige kennisopname tot gevolg. De studenten bewust maken van onderliggende denkramen – hun eigen, én die van hun vakgebied – zou dit probleem kunnen verhelpen.

Schrijven Magazine

De tweede vraag is dan: hoe? Koster en Boschhuizen stappen af van een traditioneel model waarin de docent een louter zendende instantie is, en stellen een dilemma-georiënteerde aanpak voor. Middels een prikkelend vraagstuk worden studenten uitgenodigd hun eigen visie op een wetenschappelijke controverse te formuleren. Vervolgens nemen zij kennis van diverse vakinhoudelijke standpunten, om ten slotte hetzelfde probleem vanuit (wetenschaps)filosofische hoek te benaderen. Bij elke iteratie doet een open discussie het zware tilwerk. Door op een actieve manier kennis te nemen van andermans standpunten, worden studenten uitgenodigd te reflecteren op hun eigen, aanvankelijk impliciete, vooronderstellingen. De Socratische dialoog als vorm van wetenschapsfilosofisch onderwijs.

Het grootste gedeelte van Glazen Slijpen wordt gevormd door een uitwerking van deze cursusopzet. Aan de hand van interessante wetenschappelijke controverses, geven Koster en Boschhuizen handen en voeten aan hun oorspronkelijk idee. Dit gedeelte is wellicht wat minder interessant voor de doorsnee lezer, maar daar is hun boek dan ook niet voor bedoeld. Voor universitair docenten, op zoek naar een manier om een nieuwe lichting studenten tot reflectie te prikkelen, is Glazen Slijpen een aanrader – niet alleen omdat het een frisse manier van onderwijs geven voorstelt, maar vooral omdat de waarde van Koster en Boschhuizens voorstel zich alleen in de praktijk kan bewijzen. Als hun ideeën net zo goed zijn als dat ze klinken, staat een komende generatie studenten in elk geval een leuke tijd te wachten.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles