"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

God

Zondag, 3 juli, 2022

Geschreven door: Francesca Stavrakopoulou
Artikel door: Evert van der Veen

Een anatomisch onderzoek

[Recensie] Stavrakopoulou is hoogleraar oude religie en Hebreeuwse Bijbelgeschiedenis aan de universiteit van Exeter in Engeland. Haar aandachtsgebied is de geschiedenis van het oude Israel en Judea.

Dit boek is zoals de ondertitel geeft Een anatomisch onderzoek naar God en daarom opgedeeld in de hoofdstukken: voeten en benen, genitaliën, romp, armen en handen, hoofd, met als resultaat “… een verrassend concreet beeld… van een mensvormige godheid, die liep en praatte en huilde en lachte. Een god die at en sliep en voelde en ademde. En een god die onmiskenbaar mannelijk was” (p. 20).

Haar boek deed mij denken aan de dissertatie van Harry Kuitert, die in 1962 promoveerde op het onderwerp “De mensvormigheid Gods: Een dogmatisch-hermeneutische studie over de anthropomorfismen van de Heilige Schrift”, waarin hij de menselijke beeldspraak over God onderzoekt. Stavarkopoulou doet dat ook in haar en zij gaat daarbij niets uit de weg en maakt zo de lezer deelgenoot “… van de echte God van de Bijbel, in al zijn lijfelijke, ongecensureerde, schandalige gedaanten. Door de theologische laagjes van eeuwen Joodse en christelijke vroomheid af te pellen, bevrijdt dit boek de bijbelse God uit zijn Schriftuurlijke en dogmatische boeien om een godheid te onthullen die totaal verschilt van de God die vandaag de dag door Joden en christenen wordt vereerd. De God die in dit boek wordt onthuld, is de godheid zoals zijn aanbidders uit de oudheid hem zagen: een gigantische, fraai gespierde, knappe god, met bovenmenselijke krachten, aardse hartstochten en een hang naar het fantastische en het monsterlijke” (p. 22).

Het boek God. Een anatomisch onderzoek is een godsdiensthistorische benadering van het oude menselijke beeld van God waarin steeds verbindingen met andere oude oosterse godsdiensten worden gelegd.

Heaven

Het boek heeft een fascinerend begin wanneer de auteur vertelt over een tempel in de buurt van Aleppo in Syrië waar zich op de vloer twee grote voetafdrukken van een meter bevinden. Ieder hoofdstuk begint met een actuele archeologische ontdekking. In dit deel over voeten en benen komen interessante achtergronden naar voren zoals – uiteraard – het verhaal van Mozes die God in de brandende braamstruik ontmoet en daar zijn schoenen uitdoet. Stavrakopoulou ziet in het verhaal van de vrouw die Jezus de voeten wast ook een erotische dimensie.

Het hoofdstuk over de genitaliën is misschien voor de moderne lezer wel het meest ongemakkelijke. Hier is een sfeervolle beschrijving van het beeld De verrezen Christus van Michelangelo waar Christus staande met het kruis en geheel naakt is afgebeeld. Dat kunnen we bij Michelangelo nog wel plaatsen maar echt vervreemdend zijn het schilderij en de gravure van Willem Key uit het begin van de 16e eeuw waar onder de lendendoek een erectie zichtbaar is, een verwijzing naar de opstanding. Ik was dit motief nog nooit tegengekomen en de uitleg doet mij eerlijk gezegd ongemakkelijk aan.

Het hoofdstuk over armen en handen is duidelijk minder vervreemdend: “Door de hele Hebreeuwse bijbel heen wordt de hand van God voorgesteld als een machtig deel van Gods anatomie, dat de manifestatie is van zijn ingrijpen in de mensenwereld” (p. 281). Mooie voorbeelden daarvan vinden we in psalm 98 “Zijn rechterhand heeft overwonnen, zijn heilige arm heeft redding gebracht” en Jesaja 51: 9 “Ontwaak, ontwaak, arm van de Heer, en bekleed u met kracht!”.

In het hoofdstuk over het hoofd komt de zegen ter sprake waarin God zich met zijn gelaat naar mensen keert zoals dit in het bijbelboek Numeri 6: 24 – 26 wordt verwoord: “Moge de Heer u zegenen en u beschermen, moge de Heer het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn, moge de Heer u zijn gelaat toewenden en u vrede geven”.

Ik denk dat dit boek zelfs voor een doorgewinterde theoloog nog wel de nodige onbekende informatie bevat en de vinger legt bij teksten die minder bekend zijn of waar we overheen lezen. Ons beeld van God is gedurende het ontstaansproces van de bijbel en in de eeuwen uitleg daarna behoorlijk gepolijst en minder lichamelijk geworden. Stavrakopoulou pakt oude en soms wat vergeten teksten op en plaatst ze in een historisch, cultureel-antropologisch kader. Haar boek maakt het menselijke en tijdgebonden karakter van de bijbel nog weer eens goed duidelijk. De uitkomst is een boek waarbij de lezer waarschijnlijk z’n beeld van God behoorlijk moet bijstellen en dus tegen een religieus stootje moet kunnen.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow