"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Goede buren

Zaterdag, 31 oktober, 2020

Geschreven door: Mattias Edvardsson
Artikel door: Anneke van de Vrede

Buitenkant belooft meer dan de binnenkant waarmaakt 

[Recensie] De ondertitel van Goede buren luidt Je dacht dat ze vrienden waren. Dat heb ik al lezend geen moment gedacht. En ook niet dat het ongeluk, waar het hele boek om draait, een ongeluk was. Als je die verwachtingen wel koestert ga je geen thriller lezen, maar een streekroman. Ook de tekst van de achterflap: ”… een ijzersterke Zweedse thriller over de smalle grens tussen goed en kwaad” vind ik niet terug in het boek.

Goede buren is inderdaad een Zweedse thriller, maar ijzersterk zou ik hem niet willen noemen. En dat terwijl er genoeg ingrediënten aanwezig zijn om de lezer te pakken. De bewoners van het woonerf waar het verhaal zich afspeelt hebben allemaal wel een randje: alcoholisme, losse handjes, een neurotische inborst of een agressie probleem. Tel daarbij op achterdocht, jaloezie en buitenechtelijk gerommel, en de vlam kan in de pan slaan. Dat gebeurt ook, en resulteert in een aanrijding. Het raakte me echter niet, omdat er geen sprake is van een spannende twist of dubbele bodem, het is gewoon zoals je al dacht dat het zou zijn. Behoorlijk voorspelbaar dus.

En dan “het smalle randje tussen goed en kwaad”. Iemand moedwillig aanrijden noem ik niet balanceren op dat randje, maar ronduit gestoord. 

Beter een verre vriend dan een goede buur

Heaven

De goede buren zijn geen goede buren, het ongeluk is geen ongeluk, dat neem je al aan als je aan Goede buren begint. Het verhaal beschrijft hoe het zover is gekomen. De personages blijven echter oppervlakkig. Wat er in het verleden is gebeurd wordt wel benoemd, zoals bijvoorbeeld de verhouding van de alcoholische alleenstaande vrouw met haar buurman, maar waarom, wat zag zij in hem – dat is mij niet duidelijk geworden. Dat maakt het lastig om met de personages mee te leven.

De schrijfstijl van Mattias Edvardsson en de opbouw van het boek dragen daar ook niet aan bij. Misschien om het gebrek aan diepgang goed te maken zijn de emoties van de personages heel groot, heel heftig. Iemand is bijvoorbeeld niet gewoon boos, maar wordt waanzinnig van woede. 

Het verhaal wordt afwisselend vanuit het perspectief van drie buurtbewoners verteld en springt voortdurend heen en weer van ‘voor het ongeluk’ naar ‘na het ongeluk’. Dat kan verfrissend zijn en een divers beeld van de gebeurtenissen schetsen. Hier vind ik dat die fragmentarische opbouw vooral het gebrek aan diepgang accentueert: Zit je net in iemands gedachtegang, is het hoofdstuk alweer afgelopen en komt iemand anders op een ander tijdstip aan het woord. 

Is het dan allemaal kommer en kwel in Goede buren? Nee, zo erg is het nou ook weer niet. Het boek leest makkelijk weg, is onderhoudend, je komt er gaandeweg achter wie wat gedaan heeft, en de misdaad wordt opgelost. 

Het zou alleen fijn zijn als de verwachtingen die de buitenkant van het boek wekt in de binnenkant terugkomen. Mattias Edvardsson wordt op de achterflap aangeprezen als “de meester van de onderhuidse spanning en het zwarte randje van de beschaving”. Met wat meer nuance en diepgang zou hij die titel met zijn volgende boek zomaar kunnen waarmaken.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles