"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Goodbye Architecture, de architectuur van crematoria in Europa

Dinsdag, 7 augustus, 2018

Geschreven door: Vincent Valentijn
Artikel door: Robert Visscher

De architectuur van het afscheid

Twee architecten onderzochten 26 crematoria in Europa en schreven er een verrassend veelzijdig boek over. Ze nemen de lezer mee langs gebouwen die op een bruidstaart lijken en onder de grond zitten verstopt.

[Recensie] Het is het gebouw van het laatste afscheid: het crematorium. Een plek van verdriet en misschien ook wel om het leven nog een keer te vieren ter ere van de overledene. Hoe geef je als architect zo’n gebouw vorm? Daar gingen Kim Verhoeven en Vincent Valentijn naar op zoek. Ze reisden kriskras door Europa langs crematoria in onder meer Frankrijk, Zwitserland, Scandinavië en Tsjechië en schreven er het boek Goodbye Architecture over.

Schoorsteen

Het boek levert een verrassend veelzijdig beeld van tranenpaleizen. In mijn beleving zijn het vaak saaie gebouwen in een schoendoosvorm in stemmig grijs. Dat dit lang niet altijd het geval is laten de auteurs overtuigend zien. Neem het crematorium van Brno in Tsjechie, dat in 1929 werd voltooid. Het lijkt wel een bruidstaart van meerdere verdiepingen. Met een glazen piramide als dak en obelisken die er omheen staan, als een soort torens ‘naar de hemel gericht’, zoals de auteurs het omschrijven. Het doet potsierlijk aan, maar saai is het allerminst.

Boekenkrant

Minstens zo merkwaardig is het crematorium van Kortrijk in België. Het ligt grotendeels onder de grond en doet daardoor eerder denken aan een begraafplaats. Opvallend is verder Crownhill in het Engelse Milton Keynes. Dit crematorium is duurzaam gebouwd. Het gebouw wordt geventileerd via windtorens op het dak en verwarmd met de restwarmte van het verbranden van de overledenen. Wil je dat laatste nu juist wel of niet weten als je in de winter in de behaaglijk warme afscheidsruimte komt? Net zo’n heikel punt bij het ontwerpen van crematoria is wat er met de oven en de schoorsteen moet gebeuren. Dat de ontzielde lichamen uiteindelijk verbrand worden, weet iedereen. Maar moet je de schoorsteen en oven nu juist wel of niet openlijk tonen? Het is opvallend hoe verschillend de architecten hierbij te werk gaan. In het al genoemde crematorium van Brno is dit allemaal niet zichtbaar.

Crematorium als fabriek

Maar het kan ook anders. In het Belgische Sint-Niklaas mogen de nabestaanden de kist begeleiden naar het ovengebouw. Daar is het mogelijk om ook het laatste moment, de invoer in de oven, bij te wonen. “Dit is ook een mooi moment om te beleven”, zegt projectarchitect Vincent Panhuysen van KAAN architecten in Goodbye Architecture. Hij ontwierp het gebouw.

Ook interessant is wat Gyda Drage Kleiva en Marthe Melbye van architectenbureau Pushak zeggen. Zij ontwierpen een crematorium in Vestfold (Noorwegen) en benadrukken dat het naast een tranenpaleis ook een fabriek is. Volgens hen weten de meeste mensen in Noorwegen niet echt wat er in een crematorium gebeurt. “Daarom hebben we ervoor gezorgd dat het publiek het crematorium in kan kijken, maar dit hoeft niet als men dit niet wil”, zeggen ze in het boek. Nabestaanden lopen om het gebouw heen. Door grote ramen is het mogelijk om te zien wat er binnen gebeurt. “Er wordt ze geen ervaring opgedrongen, ze hoeven het niet te zien, maar de openheid is er en het staat ze vrij om te kijken”, voegen de architecten toe.

Het Crematorion in Amsterdam in Goodbye Architecture met de opvallende toren van wit tentdoek dat in verschillende kleuren kan oplichten.

Het boek geeft van alle crematoria een korte beschrijving. Daarnaast is er een plattegrond waarop je onder meer de looplijnen van bezoekersruimtes en het technische gedeelte vindt. Ook zijn er overzichtspagina’s waarbij op foto’s direct de aanwezigheid of afwezigheid van schoorstenen te zien is. En zijn er afbeeldingen van hoe de ovens eruitzien. Al deze informatie wordt overzichtelijk weergegeven en bevat waardevolle informatie.

Het enige dat stoort is het taalgebruik. Er staan dit soort lelijke zinnen in: “Het crematoriumgebouw geeft ruimtelijk vorm aan een lineair geënsceneerd verloop van het uitvaartritueel”. Het had Goodbye Architecture nog veel beter gemaakt als een redacteur van de uitgeverij daar scherper op had gelet. Het is de enige smet op deze publicatie. Vaak gaan de beste boeken over een onderwerp waarvan je van te voren niet wist dat het zo interessant zou zijn. Dat geldt ook voor Goodbye Architecture. Het geeft een fascinerend overzicht van crematoria in Europa, dat veel boeiender is dan ik van te voren had gedacht.

Eerder verschenen op Kennislink