"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Grensconflicten

Zaterdag, 12 oktober, 2019

Geschreven door: Gerben Graddesz Hellinga
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Interessante buitenaardsen, maar oppervlakkige mensen

[Recensie] Een heel onderhoudende bundel verhalen, of eigenlijk een mozaïekroman (een roman opgebouwd uit korte verhalen, die samen een groter verhaal vertellen), van ‘één van de belangrijkste Nederlandse SF-schrijvers’. Dat laatste wordt op de cover over de auteur, Gerben Hellinga Jr, beweerd. Gezien het feit dat zijn Coriolis-boeken mij als tiener verrasten met de wetenschap dat er Nederlanders waren die SF schreven, gecombineerd met het gegeven dat hij publiceerde in talloze bundels en tijdschriften in een tijd waarin niet zoveel schrijvers in het genre actief waren als nu, is er in elk geval een zaak van te maken. Neem daarbij in ogenschouw dat hij consistent werkte aan een eigen verhaaluniversum – waar deze bundel toe behoort, de verhalen over Status Quo (die zich eerder afspelen) en volgens mij ook de Coriolis-verhalen – met unieke niet-menselijke buitenaardse wezens, interessante contrasten tussen beschavingen en een mensheid die van alle kanten bedreigd wordt en iedereen met belangstelling voor Nederlandstalige SF moet minstens iets van deze schrijver gelezen hebben. Hij schrijft relatief eenvoudig, maar beeldend. Zijn buitenaardse rassen zijn interessant.

Neuroses

De Ptuui gebruiken overal biologische technieken voor, en het proces waarmee ze planeten koloniseren wordt goed gebracht. Ik vond het indrukwekkender toen ik dat verhaal als tiener las – maar het feit dat het ecologische gebeuren zo bij me bleef hangen wil wel wat zeggen. Verder is de achtergrond van de auteur in de psychiatrie duidelijk te onderscheiden. In Missie: Status Quo was verslaving een belangrijk thema, hier analyseert hij verschillende neuroses die lijnrecht tegenover elkaar lijken te zijn. Het ene volk probeert de eigen agressie te beheersen, maar kan daardoor niet met afwijkende omstandigheden omgaan, het andere volk heeft de behoefte de eigen techniek te verheerlijken en is dus niet in staat te leren van anderen. En de mens is de enige die in staat is om te liegen. Ik vond niet alle eindes van de verhalen heel goed uitgedacht (de gebeurtenissen van Groentijd waren interessanter dan het slot, waarbij een karakter opeens weer beter lijkt na een lange ziekte), en de karakters waren vrij plat. Het was interessant ze soms vanuit andere gezichtspunten te zien, maar bijvoorbeeld de opbloeiende romance deed in mijn ogen behoorlijk cliché aan, en de ruimtevaarders bleven archetypen. En ook geen moderne archetypen. Dit is het type SF dat floreerde in de jaren ’30 en ’40 met heldhaftige astronauten die op andere avonturen ongewone avonturen beleven.

Ik vind zelf veel van die verhalen nog steeds leuk om te lezen en ik heb ook van deze bundel daarom prima kunnen genieten, maar dit is geen moderne, uitdagende SF. Wel is het goed leesvoer voor bijvoorbeeld een rustige avond, als je niet al te veel aan je hoofd wilt hebben, en je wilt verbazen over een buitenaards ras dat planten gebruikt als metaaldetector.

Foodlog

Eerder verschenen op Hebban

2018